Opinie

Adoptie zo slecht nog niet

Voortschrijdend inzicht en vijftig jaar ervaring hebben ons geleerd dat internationale adoptie slechts bij hoge uitzondering goed is voor een kind, schrijf emeritus hoogleraar René Hoksbergen (RD 16-3).

Dr. Dirk de Korne
23 March 2018 09:53Gewijzigd op 17 November 2020 03:35
Beeld iStock
Beeld iStock

Een kind moet blijven in het land waar het is, want door adoptie raakt het veel kwijt: familiebanden, naam, geboortegrond, taal en meestal zijn godsdienst. Het moet zijn identiteit als het ware opnieuw bouwen, stelt Hoksbergen. Dat moet je een kind niet aan willen doen.

Ik ben het helemaal met Hoksbergen eens dat adoptie een uiterste noodmaatregel is. Een maatregel die in het belang van het kind moet zijn en niet dient om een kinderwens van kinderloze echtparen te vervullen. Ook erken ik dat er rond adoptie veel mis kan gaan en dat het van het grootste belang is om harde garanties te hebben dat de biologische ouders niet meer leven, of niet voor het kind kunnen zorgen.

Ook zeg ik er direct bij dat ik niet objectief ben – wij hebben zelf een kindje geadopteerd. En als er een kindje is dat een gezin nodig heeft, zijn we bereid dat nogmaals te doen. Daarom juist zet Hoksbergens artikel me stil. Bewandel ik de juiste weg? Waarom zou je een kindje adopteren in Singapore, een land waar het gemiddelde inkomen hoger is dan in Nederland?

Hoksbergen geeft aan dat de economische situatie van veel landen is veranderd, waardoor ze financieel beter voor hun eigen kinderen kunnen zorgen. Een gemiddeld betere economische situatie betekent echter niet dat er een welvaartsstaat à la Nederland in het leven wordt geroepen.

Groeiende economieën hebben vaak te maken met gigantische tegenstellingen tussen rijk en arm. Op de zogenaamde Gini-index, waarbij 1 staat voor totale ongelijkheid en 0 voor totale gelijkheid in inkomen, scoort Nederland 0,28, terwijl Singapore op 0,46 staat. Een jong, alleenstaand zwanger meisje valt dan al snel buiten de boot. Sociale voorzieningen bestaan vrijwel niet. Ik val Hoksbergen bij dat een land hier zelf wat aan moet veranderen, maar het probleem bestaat wel, ook in rijker wordende landen. En kinderen zijn daar de dupe van.

Hoksbergen geeft verder aan dat er in de pers vaak negatief over adoptie gesproken wordt en dat ook wetenschappelijk onderzoek laat zien dat adoptie lang niet altijd goed gaat. Het verbaast me dat Hoksbergen alleen deze kant van het onderzoek benoemt. Mijn indruk is juist dat veel onderzoek aantoont dat adoptie vaak verbazend goed gaat, zowel wat gedrag als wat lichamelijke gezondheid betreft.

Vergeleken met zorg in een tehuis is een plaats in een gezin aantoonbaar beter. Veel onderzoekers die zich richten op problemen in de puberteit, benadrukken dat de adoptie zelf niet zozeer de risicofactor is bij aanpassingsproblemen. De invloed van gebeurtenissen voorafgaand aan de adoptie is daarin bepalend. Als er sprake is geweest van verwaarlozing en opname in wees- of opvanghuizen en als de adoptie op latere leeftijd plaatsvindt, is er later een verhoogde kans op problemen.

Een andere kant die zich moeilijk in onderzoek laat vangen, is wat er van kinderen zou terechtkomen als ze niet geadopteerd waren. Menige algemene statistiek in deze landen is al niet gunstig voor baby’s en jongeren, laat staan als je zonder ouders opgroeit of al bij de geboorte tot het uitschot van de samenleving behoort.

Nogmaals, ik zeg niet dat adoptie fantastisch is. Het is een pijnlijk gebeuren en heeft veel schaduwzijden. Maar we moeten niet naar de andere kant doorslaan en suggereren dat de wereld beter wordt als we stoppen met adopties. Zeker niet als we tegelijkertijd suggeren dat ‘oplossingen’ zoals gastoudergezinnen of jeugdzorg beter zijn, terwijl inzichten in de langetermijneffecten nog vrijwel ontbreken. En dan heb ik het nog niet over op kunstmatige wijze gerealiseerde zwangerschappen. De recente discussies over ivf-kinderen die met donorzaad zijn verwekt en willen weten wie hun biologische vader is, zeggen genoeg.

In Amerika mogen adopties dan afnemen, het aantal kinderen dat het afgelopen decennium uit draagmoeders is geboren, is juist verviervoudigd. Ook onder christenen daar is het beschikbaar stellen van je baarmoeder een steeds populairdere vorm van naastenliefde. „God heeft me geroepen om op een bijzondere manier anderen te dienen”, zegt Meg Watwood, lid van de Zuidelijke Baptisten, in het nieuwste nummer van het blad Christianity Today. De 39-jarige Amerikaanse heeft naast vier eigen kinderen ook drie keer een kind van anderen gedragen.

Soms ben ik bang dat voortschrijdend inzicht en ervaring ons de komende vijftig jaar doen verzuchten: „Wat heerlijk rechtdoorzee, gewoon, een adoptie.”

Dr. Dirk de Korne is als adjunct-directeur en universitair docent betrokken bij een academisch ziekenhuis in Singapore. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer