Mala Shlafer overleefde door één te worden met de vijand
Volgens de ondertitel van ”Liever dier dan mens” is het verhaal van Mala Shlafer een overlevingsverhaal. Dat is niets te veel gezegd.
Dat Mala overleeft is inderdaad een wonder, gezien het aantal Joden in haar omgeving dat níét overleeft: voor, in én na de Tweede Wereldoorlog.
Onderzoeksjournalist Pieter van Os hoort van een kleinzoon van Mala Shlafer over de omzwervingen van zijn oma – van Polen naar Duitsland, terug naar Polen, naar Israël en uiteindelijk naar Amstelveen. Hij raakt zo gefascineerd door haar levensverhaal dat hij alle personen, plaatsen en gebeurtenissen uit haar verhaal naspeurt. Van haar verhaal en deze speurtocht doet hij verslag in ”Liever dier dan mens”.
Mala wordt in 1926 in Warschau geboren in een orthodox-Joods gezin. Haar ouders voeden hun kinderen orthodox op. Dat houdt volgens Mala’s latere herinneringen in: je houden aan strenge regels, geen omgang met andersdenkenden en vooral: dochters zijn minder waard dan zonen. Mala ontvangt weinig liefde van haar ouders.
Rooms-katholieke klas
Poolse scholen hebben aparte klassen voor Joodse en rooms-katholieke kinderen. Mala’s Joodse jaarlaag is vol, dus komt ze alsnog in de rooms-katholieke klas. Het zal later haar leven redden: Mala leert er accentloos Pools spreken, rooms-katholieke gebeden opzeggen en kruisjes slaan, zodat zij tijdens de oorlog voor een gelovige Poolse door kan gaan.
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt belandt Mala al snel in het getto van Warschau. In het begin is ontsnappen voor handige jongeren geen groot probleem, al is het risico wel groot: omstanders staan klaar om betrapten aan te geven.
Mala beseft al snel dat de leefomstandigheden in het getto te slecht zijn om te overleven en ontsnapt naar het platteland. Het is het begin van een lange zwerftocht, waarin Mala op bizarre wijze van identiteit weet te wisselen. Eerst is ze openlijk Joods, maar het antisemitisme in Polen is extreem, zodat het al snel veiliger lijkt om zich als rooms-katholieke Poolse voor te doen.
Samen met een vriendin geeft ze zich op voor arbeidsdienst in Duitsland, omdat dat haar veiliger lijkt dan in het antisemitische Polen. In de kring van Poolse werkmeisjes scoort Mala met het opzeggen van uit het hoofd geleerde Poolse gedichten zoals ”Liever dier dan mens”. Moraal van dit vooroorlogse gedicht: mensen staan lager dan dieren, omdat mensen uitbuiten en vernietigen. Op haar 93e reciteert ze het nog steeds vlekkeloos in haar Amstelveense appartement.
Niet veilig
Het zich voordoen als Poolse rooms-katholieke jongedame betekent dat Mala zich voegt in gemeenschappen waar haar orthodoxe vader en broers zo voor hebben gewaarschuwd. Tot ver in haar leven blijft de waarschuwing van haar broer –„straks word je nog een katholiek”– in haar oren klinken. Haar Poolse werkvriendinnen zijn bovendien sterk antisemitisch, haar vriendin Ela het meest van allemaal.
Voor Mala vormt het geen groot probleem, al beseft ze dat haar geheim niet veilig is bij hen. Maar al te vaak had ze immers ervaren dat buren, kennissen en vrienden verraders bleken. Tot haar grote schrik wordt ze in een nacht betrapt op Jiddisch gemompel. Ze wordt gevangengenomen en moet voor een SS-tribunaal bewijzen dat de aanklacht onjuist is. Ze gaat met lood in haar schoenen, maar wordt tot haar verbazing tot echte Volksduitser bestempeld op grond van haar Arische uiterlijk, verzonnen Duitse wortels en inmiddels opgepikte kennis van de Duitse taal.
Dan wordt Mala verliefd op Erich, een Duitse soldaat. Ze zal altijd blijven volhouden dat hij de grote liefde van haar leven is. Door de oorlogsverwikkelingen verliest ze hem uit het oog. Na de oorlog gaat ze naar hem op zoek, maar zonder resultaat. Ook Van Os krijgt hem, ondanks vele naspeuringen, niet scherp in het vizier.
Na omzwervingen komt Mala terug in Polen, waar ze in het laatste oorlogsjaar wordt opgevangen door „de lieve nazi’s Möller.” Voor het eerst ontmoet ze echte gezinsliefde, waardoor ze mevrouw Möller zelfs ”Mutti” gaat noemen.
Tijdens het verhaal neemt Van Os steeds ruimte om in te gaan op vragen die al lezend opdoemen. Waardoor was Polen zo antisemitisch, lang voor de nazi’s het land bezetten? Hoe zit het nu met antisemitisme? Van Os gaat ook diep in op een vraag die steeds meer bovendrijft: hoe krijgt Mala het voor elkaar om te gaan met mensen die haar zouden ombrengen als ze wisten wie ze écht is?
Van Os haalt het verhaal van Salomon Perel aan, een Joodse jongen die net als Mala weet te overleven door zich uit te geven als Duitser en zelfs mee gaat doen met de Hilterjugend. Oordelen is makkelijk, het ging om overléven en daarvoor is nodig, aldus Perel, om één te worden met de vijand.
Voor Mala speelt daarnaast mee dat juist de antisemitische Möllers haar veel liefde geven, iets wat ze thuis gemist had. Ze ervaart daardoor dat mensen met echt slechte ideeën en daden toch niet alléén slecht zijn.
Varkens
Een journalistieke biografie, zo zou je ”Liever dier dan mens” kunnen noemen. Van Os verwerkt naast Mala’s verhaal ook zijpaden die hij tegenkomt bij zijn onderzoek. Zo stuit hij bij zijn zoektocht naar het dorp waar Mala zou zijn ondergedoken op een verhaal van andere Joodse onderduikers. Een boer graaft een gat in de grond dicht bij zijn varkens, waar vijf Joden in kruipen. Enkelen verlaten na verloop van tijd de het hol om wat spullen te halen en worden prompt door dorpsgenoten doodgeschoten.
De anderen Joodse onderduikers overleven in het gat onder de grond de oorlog, maar niet voor lang. Bij terugkeer naar hun huis worden ze gelyncht omdat ze niet vertellen waar ze hun –niet-bestaande– kostbaarheden verstopt hebben.
Het is een zijspoor in Mala’s biografie, maar illustreert wel treffend het verhaal van het schokkende antisemitisme in Polen, juist ook na de oorlog. In 1946 ontstaat er alweer een grote pogrom vanwege een absurde beschuldiging, namelijk dat Joden een Pools kind hebben ontvoerd. Het is een weerklank van de eeuwenoude beschuldiging dat Joden rond Pesach kinderen van christenen slachten. Tweeënveertig Joden, voornamelijk kampoverlevenden, worden gelyncht door hun Poolse plaatsgenoten.
Bewaker
Het besef dat de bloedbeschuldiging en de pogroms de Holocaust hebben overleefd doet Mala en haar man Nathan besluiten te emigreren naar Israël. Daar komen ze terecht in Lod, juist de plaats waar Arabische inwoners in een ‘getto’ worden opgesloten. Nathan krijgt een baan als gettobewaker aangeboden. Hij weigert – hij heeft het getto van Lodz overleefd, maar niet om bewaker te worden van het getto van Lod. Uiteindelijk komt het gezin in Amstelveen terecht.
Mala vertelt haar verhaal zonder te verzwijgen, verdoezelen of verfraaien en Van Os volgt haar zonder te veroordelen. Daarmee wordt een ongelooflijk onwaarschijnlijk en toch waargebeurd verhaal geschreven. Dat ”Liever dier dan mens” genomineerd is voor de Libris Geschiedenisprijs is volkomen terecht.
Boekgegevens
Liever dier dan mens. Een overlevingsverhaal, Pieter van Os; uitg. Prometheus; 365 blz.; € 19,99