We praten er liever niet over. Maar voor sommige ouders was het een enorme opluchting toen hun kinderen weer dagelijks naar school mochten. De coronacrisis zorgde in huis voor de nodige dynamiek. Er waren heftige discussies over huiswerk, bedtijd en de vele uren die achter het beeldscherm werden doorgebracht. Het kan voor ouders zwaar zijn als er voortdurend strijd in huis is. Het gevolg is dat de eigen emoties oplopen, en het steeds moeilijker wordt om de rust te bewaren.
De oudere generatie kijkt soms hoofdschuddend toe als ze dit ziet. „Dit had ik vroeger echt niet hoeven wagen.” En zij hebben hierin gelijk. In de tijd dat veel opa’s en oma’s werden opgevoed, was een autoritaire opvoedingsstijl de norm. Dit betekende dat het kind zich aan de regels moest houden. Deed je dit niet, dan had je een probleem en volgde straf. Gehoorzaamheid was het hoogste doel. Het is echter een utopie om precies volgens de gewoonten van vroeger op te voeden, terwijl de gehele samenleving drastisch veranderd is. Ook vertellen opa’s en oma’s in een gesprek heel regelmatig dat er in het gezin waar zij opgroeiden vaak weinig aandacht was voor hun verhaal en behoeften.
In de tweede helft van de 20e eeuw veranderden de opvattingen over opvoeden. Ouders namen afstand van de autoritaire stijl, die veel te weinig oog had voor het kind. Het resultaat was een coöperatieve opvoedingsstijl. Regels raakten uit de tijd of konden alleen na de nodige gesprekken met het kind worden vastgesteld. Vrijheid en ontwikkeling kwamen centraal te staan.
Ouders met een pittig gezin herkennen vaak beide manieren en vragen zich af wat het beste is. De harde aanpak zorgt vaak voor steeds heftiger escalaties. En als de kinderen wél gehoorzamen, gaat het niet zelden ten koste van het contact. Een tolerante aanpak zorgt voor meer rust in huis, maar gaat ten koste van structuur en duidelijkheid. Ouders zien dingen gebeuren waarvan ze diep vanbinnen weten dat die niet goed zijn voor hun kind.
Vanuit diverse studies is wel duidelijk dat een antiautoritaire opvoedingsstijl niet het ideale alternatief is. Kinderen die zich niet hoeven aan te passen, worden uiteindelijk sneller gefrustreerd en vertonen eerder grensoverschrijdend gedrag. Het is daarom goed om te weten dat er alternatieven zijn.
Zo ontwikkelde de Israëlische hoogleraar Haim Omer een methode om gezinnen te helpen die worstelen met veel strijd. In de jeugdhulpverlening wordt zijn benadering met succes toegepast. Omer is van mening dat veilige verbondenheid centraal moet staan in de opvoeding. Dat betekent dat het kind vertrouwen ontwikkelt dat de ouder er altijd voor hem of haar is als dit nodig is. Gelijktijdig neemt hij nadrukkelijk afstand van een meegaande opvoedingsstijl waarin vrijheid de hoogste norm is. Er zijn duidelijke regels en structuur nodig, wil een kind uitgroeien tot een zelfstandige volwassene. Omer werkt zijn visie voor ouders uit in het boekje ”Nieuwe autoriteit”.
Omer zet in op ”geweldloos verzet” bij strijd. Hij werd hierbij onder anderen geïnspireerd door de bekende Amerikaanse predikant Martin Luther King. Kings geweldloze aanpak is zeer impactvol gebleken.
Omer zet hiervoor enkele belangrijke principes in. Eén principe is dat van de-escalatie. Zoals Spreuken beschrijft, wekken krenkende woorden alleen maar meer boosheid op. Ouders krijgen manieren aangereikt om te voorkomen dat conflicten verder uit de hand lopen. Een ander principe is de inzet van alternatieven voor straf. Regelmatig leidt dit immers tot meer verharding in huis. Omer adviseert alternatieven waarbij ouders ook duidelijk maken dat zij bepaald gedrag niet accepteren.
Ouders van nu met dynamische kinderen kunnen veel baat hebben bij het zich verdiepen in een dergelijke methode. We kunnen immers blijven hopen dat onze kinderen veranderen, maar de eerste verantwoordelijkheid ligt bij onszelf. En de resultaten van een dergelijke aanpak zijn vaak duidelijk zichtbaar. Ik heb het met regelmaat in de praktijk mogen zien.
In de opvoeding zijn veilige grenzen onmisbaar. Het belangrijkste doel is echter niet het resultaat op korte termijn maar de relatie.
De auteur is docent en contextueel therapeut.