Leegstand van winkels in stadscentra zal sterk toenemen
Marktonderzoeker Locatus heeft voorspeld dat er eind 2021 een grote leegstand van winkels in stadscentra is te verwachten. Bijna 10 procent van de winkels zal dan zijn dichtgetimmerd; een ongekend hoog percentage.
Binnensteden, het hart van de stad, zijn de laatste decennia snel veranderd. Niet alleen door de ontwikkeling van voetgangersgebieden die het stadscentrum autoluw maakten. Ook de samenstelling en variatie van de winkels veranderde het karakter van de binnenstad. De kruidenier werd een grootgrutter, het fourniturenwinkeltje werd kledingmagazijn en veel ondernemingen groeiden uit tot winkelketens. Waardoor veel grote steden zich steeds minder van elkaar onderscheidden. In elke stadse ‘Hoofdstraat’ is (nog) wel een HEMA te vinden, een Sting, een Kruidvat of een Douglas. Winkelketens die soms ook nog in dezelfde holdingmaatschappij zijn ondergebracht.
Meubelwinkels zijn niet meer in het stadscentrum te vinden; zij klonterden samen op zogenoemde boulevards. Ook Mediamarkten en sportzaken vertrokken naar de rand van de stad, waar promenades zijn ingericht of overdekte malls. Hun vertrek gaf enige tijd ruimte aan beginnende ondernemers om kleine specialiteitenwinkeltjes in te richten en in te spelen op de vraag naar beleving, naar duurzaamheid, naar onderscheidende producten. Ook de horeca breidde zich verder uit. En als het winkelend publiek huiswaarts trok, kwam het uitgaansleven –een sociale functie van het stadshart– op gang.
Intussen wordt de consument steeds meer beïnvloed door het online winkelen. Middenstanders die niet op tijd meebewegen en hun producten ook via internet aan de man brengen, kunnen zich moeilijk handhaven. De leegstand van winkelpanden neemt zienderogen toe. Dichtgetimmerde etalages komen het stadsbeeld niet ten goede. Een berucht voorbeeld is net over de grens te vinden, in het Duitse Oberhausen. Daar is de lokale middenstand grotendeels verdwenen of verplaatst naar het overdekte winkelcentrum Centro, met 220 winkels, 15.000 parkeerplaatsen en jaarlijks 23 miljoen bezoekers. Het stadscentrum bleef desolaat achter, verloor alle aantrekkelijkheid.
Nu lijkt het verval van de binnensteden door de economische gevolgen van het coronavirus aangejaagd te worden. Het aantal passanten neemt af, de omzetten van winkeliers kelderen. En er is nog geen zicht op herstel. Nu valt er altijd te discussieren over de vraag of winkelen op zichzelf wel zo’n nuttige bezigheid is. Het neemt niet weg dat een stadscentrum van groot economisch en maatschappelijk belang is voor de hele regio.
Gemeentebesturen zullen alle zeilen moeten bijzetten om het leeglooptij te keren. Hetzij om het stadscentrum zijn functie te laten behouden, danwel nieuwe bestemmingen te zoeken. Een klus die geen uitstel duldt.