Binnen het Deense parlement lijkt geen meerderheid voor een verbod op de besnijdenis. Dat blijkt uit Deense media.
De sociaaldemocratische premier Mette Frederiksen heeft gezegd dat zij vindt dat haar land niet de verantwoordelijkheid op zich moet nemen om als eerste ter wereld de besnijdenis van jongens te verbieden. Frederiksen leidt een coalitie van partijen in het linkse blok.
Volgens de premier is het gezien de geschiedenis niet denkbaar om de besnijdenis te verbieden. Vanwege de Holocaust heeft Europa de plicht om de Joodse gemeenschap te beschermen. Een verbod op besnijdenis zou daarentegen het leven voor Joden in het land op zijn minst veel moeilijker maken. Al ongeveer 400 jaar is er een Joodse gemeenschap in Denemarken.
Ook de leider van de Liberale Partij, Jakob Ellemann-Jensen, heeft een verbod afgewezen. De sociaaldemocraten en de liberalen hebben samen de helft van de zetels in de Folketing, het parlement.
De afwijzing door de leiders van deze grote partijen is echter geen garantie dat het verbod er niet komt. Het is nog steeds mogelijk dat de leiders hun parlementsleden vrijlaten in de keus. Dat gebeurt wel vaker bij belangrijke ethische onderwerpen.
Vorige maand kwam de leider van de centrumlinkse partij Fremad, Simon Emil Ammitzbol-Bille, met het voorstel om een leeftijdsgrens van achttien jaar in te voeren voor de besnijdenis. Dat leidde tot een alarm van de voorzitter van de organisatie Mosaisk, die de Joodse gemeenschap vertegenwoordigt. Hij stelde dat het voor Joden „absoluut essentieel” is om jongetjes op de achtste dag te besnijden.
Ook de moslimgemeenschap reageerde afwijzend, hoewel de besnijdenis van jongens in de islam minder centraal is dan in het jodendom. Het aantal besnijdenissen in Denemarken wordt geschat op 1000 tot 2000 per jaar, waarvan er slechts enkele tientallen voor Joden zijn.
Het voorstel van Fremad volgde op een burgerinitiatief dat meer dan 50.000 handtekeningen kreeg. Ook de medische organisaties in het land willen af van de besnijdenis.
Een verbod op besnijdenis zou tot politieke spanning kunnen leiden met onder meer Israël. De Verenigde Staten hebben eerder via diplomatieke weg laten weten voor de vrijheid van besnijdenis te zijn.
In de Deense media wordt rond het debat herinnerd aan de cartooncrisis uit 2005 en 2006. Toen leidde het publiceren van spotprenten over de profeet Mohammed tot grootschalig geweld tegen Deense ambassades in moslimlanden. Sommigen vinden dat Denemarken de moslimwereld niet opnieuw moet provoceren.