Startblok verbindt student en jonge vluchteling
Samen bouwen aan een toekomst. Met dat doel betrokken ruim 550 jongeren tussen de 18 en 27 jaar in 2016 een nieuw wooncomplex in Amsterdam. De ene helft is vluchteling, de andere helft Nederlandse student of starter. Fotograaf Karijn Kakebeeke volgde het project drie jaar.
„Wat wil je voor je verjaardag hebben?” De Eritrese vluchteling Nahom kijkt vreemd op als een Nederlandse buurman naar zijn verlanglijst vraagt. „Waarom moet ik jou vertellen wat jij geeft?”
Het is een van de cultuurverschillen die naar voren komen in de multimediale tentoonstelling Project Startblok, die sinds deze week is te zien in de openbare bibliotheek De Hallen in Amsterdam. De kleine expositie, die later dit jaar op andere locaties in de hoofdstad te bezichtigen zal zijn, toont werk van documentairefotograaf Karijn Kakebeeke. In het bijbehorende magazine Project Startblok geeft ze eveneens een beeld van het reilen en zeilen in het wooncomplex op het terrein van een voormalig sportpark.
Als Kakebeeke begin 2016 van het initiatief van de gemeente Amsterdam en woningcorporatie De Key hoort, is ze „heel nieuwsgierig”, vertelt ze. „We zaten destijds in de piek van de vluchtelingencrisis. De emoties liepen vaak hoog op. Juist op dat moment werd dit initiatief gelanceerd. Ik dacht: Hoe zou dat gaan?”
In Startblok Riekerhaven wonen Nederlanders en vluchtelingen om-en-om in containerwoningen. Ze beheren het complex zelf. In de expositie, waarin een video van 12 minuten centraal staat, zoomt Kakebeeke in op twee Nederlanders en twee vluchtelingen met een verblijfsvergunning, afkomstig uit Syrië en Eritrea.
Maaltijden en muziek
De Startblokbewoners maken kennis met maaltijden en muziek uit diverse culturen, maar ook met uiteenlopende gebruiken en feesten. Leila –haar ouders vluchtten in de jaren negentig uit Bosnië en Herzegovina naar Nederland– noemt vooral de cultuurverschillen met de Eritreeërs „soms groot.” „Eens per week houden ze een ceremonie in de woonkamer. Dan zijn ze allemaal in het wit gekleed en zingen ze liedjes voor een poster van Maria of Jezus.”
Timo, opgegroeid in Castricum en student toegepaste psychologie, viert samen met de Syriërs en Eritreeërs op zijn gang het sinterklaasfeest. Om het geheel „in Hollandse stijl” af te sluiten, eindigt de avond met „sjoelen en een joint.” Maar het is niet altijd feest. Timo vertelt dat hij een keer flink uit zijn slof is geschoten toen enkele vluchtelingen op zijn gang zich niet aan het schoonmaakschema hielden en een opmerking daarover niet serieus namen.
Gaandeweg krijgen de Startblokbewoners meer zicht op elkaars achtergronden en culturen. Nahom merkt dat Nederlanders „vastberaden” zijn. „Ze willen echt iets doen met hun leven. Ook inspirerend vind ik hun nieuwsgierigheid en interesse. In mijn cultuur volg je de groep. Maar Nederlanders stippelen hun eigen plan uit.” Timo vertelt in het magazine dat hij door Startblok is veranderd. „Ik heb een beetje de vrijgevige cultuur van de nieuwkomers overgenomen. Ik vraag nu altijd of iemand blijft eten, dat vind ik gezelliger.”
In de drie jaar dat Kakebeeke het project volgt, ziet ze vriendschappen ontstaan, maar merkt ze ook dat het soms botst tussen bewoners. „Mensen zijn snel geneigd om te oordelen over een ander als die iets doet wat ze niet begrijpen. Dat zit meer in onze natuur dan je af te vragen waarom iemand iets op een bepaalde manier doet. Dat zag ik aan beide kanten, zowel bij Nederlanders als bij vluchtelingen.”
Per saldo is Kakebeeke positief over het samen optrekken van Nederlanders en statushouders in Startblok Riekerhaven. „Het is belangrijk dat nieuwkomers een netwerk krijgen buiten de officiële en hulpinstanties om, dat hen helpt om de taal te oefenen, wegwijs te worden in de Nederlandse samenleving en zich hier thuis te gaan voelen. Voor vluchtelingen die in een woonwijk terechtkomen, zou dat ook goed zijn. Het is belangrijk dat instanties hen helpen bij het vinden van zo’n netwerk.”