Als kind verslond ik boeken over cowboys en indianen. Ik droomde weg bij Arendsoog en Witte Veder, Old Shatterhand en Winnetoe.
De indruk die ik overhield uit die boeken was dat de Verenigde Staten bestonden uit uitgestrekte prairies die vroegen om ontdekt te worden door blanke cowboys. Indianen –met uitzondering van gevaarlijke, oorlogszuchtige en vaak ”primitieve” stammen die het niet hadden op cowboys– waren nobele, stoïcijnse krijgers, die vaak niet meer zeiden dan „Ugh.”
De werkelijkheid was en is heel anders. Natuurlijk zal er vriendschap zijn geweest tussen bepaalde cowboys en indianen, maar Europeanen hebben vooral indiaanse stammen van hun grondgebieden verdreven en in reservaten gezet waar ze amper konden overleven, omdat de grond onvruchtbaar was. Nu er veel olie in de grond van die reservaten blijkt te zitten, zijn indiaanse stammen nog steeds niet zeker van hun land. Veel juridische gevechten tussen machtige oliebedrijven, die de olie willen winnen, en indiaanse stammen, die hun land willen beschermen, worden uitgevochten tot het Hooggerechtshof.
Hoe kan een land dat oorspronkelijk gebouwd is op het verdrijven en uitroeien van indiaanse stammen en het tot slaven maken van Afrikaanse stammen –gebeurtenissen waarvan de gevolgen tot op heden voelbaar zijn– een eenheid worden? Dat is die vraag waar de Verenigde Staten voor staan. En juist in dat debat zou de kerk een voortrekkersrol kunnen en moeten spelen. Schuldbelijdenis, vergeving, genoegdoening en verzoening zijn bij uitstek thema’s die in de kerk aan bod komen.
Een heikel punt in het racismedebat is of er schadevergoedingen moeten worden betaald aan Indiaanse stammen en Afro-Amerikanen die afstammen van voorouders die tot slaaf zijn gemaakt of geleden hebben onder segregatie en (structureel) racisme. Numeri 5:7 laat duidelijk zien dat bij een misdaad schuldbelijdenis niet genoeg is, maar dat er ook een schadevergoeding moet worden betaald voor het aangedane leed. „Maar hoe zou zo’n schadevergoeding er concreet uit moeten zien?” Dat wordt heftig bediscussieerd in christelijke en niet-christelijke tijdschriften en op websites.
Zelfonderzoek
De gedachte die mij niet loslaat, is hoe Amerikanen van Europese komaf deze vraag zouden beantwoorden als de geschiedenis anders was gelopen. Stel dat indiaanse stammen naar Europa waren gekomen, Europese stammen, waaronder de ”Nederlandse stam”, van hun grondgebieden hadden verdreven en in reservaten in Oost-Europa hadden gestopt waar je amper kon overleven, omdat de grond onvruchtbaar was.
Of stel dat Aziatische stammen Europeanen, onder wie Nederlanders, hadden gevangengenomen, en ergens anders als slaaf hadden verkocht. En stel dan ook dat door segregatie en structureel racisme armoede veel meer aanwezig was onder Europeanen, waardoor ze minder de kans kregen om de volgende generatie een beter bestaan te bieden. Hoe zouden Amerikanen van Europese komaf dan denken over schadevergoedingen voor het leed dat (structureel) racisme heeft veroorzaakt en nog steeds veroorzaakt?
Wilco de Vries woont met zijn gezin in Durham, North Carolina (VS), waar hij aan Duke University aan een theologisch proefschrift werkt. Slot van een serie columns waarin hij schrijft over zijn ervaringen met het racismedebat in de Verenigde Staten.