Oerhollandse beuk legt loodje met zulke zomers
Wolkbreuken maakten afgelopen week lokaal een einde aan een periode met weinig neerslag. Toch zuchten natuur en landbouw nog onder de droogte. Een van de voornaamste slachtoffers lijkt de beuk.
Hoewel het niet meer recorddroog is, zoals eerder dit voorjaar, blijft het neerslagtekort nog altijd fors. Volgens KNMI-cijfers van woensdag is het gemiddelde tekort in Nederland 238 millimeter. Daarmee ligt het boven de 5 procent droogste jaren sinds 1906.
Brachten de hoosbuien van afgelopen tijd geen verlichting?
Nee, de hoosbuien waren zeer lokaal. Zo zijn er delen van Brabant, Gelderland en Limburg waar in heel augustus nog geen 10 millimeter regen is gevallen. En ook Zeeland kreeg maar mondjesmaat wat neerslag.
Daarbij brengt een extreme piekbui, zoals die zich bijvoorbeeld in Barneveld voordeed, maar beperkte verlichting. De regen komt namelijk met zulke hoeveelheden naar beneden dat het niet de tijd krijgt om te infiltreren in de kurkdroge bodem. Het grootste deel van het regenwater stroomt weg.
Is de droogte te merken in de natuur?
Zeker. Diverse bomensoorten laten al vroegtijdig hun blad vallen, net als in de zomers van 2018 en 2019. Iepen, paardenkastanjes, essen en lindes hebben het moeilijk. De droogte treft vooral ook de oerhollandse beuk. Overal dwarrelt beukenblad: soms in herfsttenue, maar veel vaker nog groen, gekruld en knisperend droog.
De oorzaak van bladverlies bij bomen is droogtestress. Bij wijze van zelfverdediging laten sommige soorten in tijden van hitte en droogte hun bladeren vallen. Zo houden ze water vast in plaats van het door verdamping via het blad te verliezen. Omdat beuken oppervlakkig wortelen zijn zij extra gevoelig voor droogte.
Door droogtestress worden bomen zoals beuken minder vitaal. Daar komt nog bij dat de soort ook al niet van natte winters houdt –zoals die van dit jaar– en dat de bast van deze woudreuzen relatief dun is en snel verbrand bij grote hitte. De door omstandigheden verzwakte bomen zijn daardoor ook nog eens extra gevoelig voor vraat door insecten.
Voor de beuk kan dat ernstige gevolgen hebben. Zo had in 1977 een massale beukensterfte plaats na twee droge, warme zomers. Hoe dat nu gaat, blijft nog even gissen. Maar de verwachting is wel dat de beuk door klimaatverandering het steeds moeilijker gaat krijgen in Nederland.
Hoe staat het met de landbouw?
De hitte en droogte eisen ook daar hun tol. Aardappelen en uien groeien niet bij temperaturen boven de 30 graden. Na de hittegolf verwacht de sector dan ook een lagere opbrengst. Ook de hardfruitteelt ondervindt schade van de warmte. Met name in Zuid-Limburg zijn veel appels en peren ‘verbrand’ door de hoge temperaturen in combinatie met het felle zonlicht.
De melkveehouderij zegt ondanks de droogte genoeg ruwvoer te krijgen. Eerste metingen aan kuilvoer laten echter zien dat de kwaliteit van gras en maïs (het eiwitgehalte) tegenvalt.
Droogte treft vooral akkerbouwers op de hoge zandgronden. Op de kleigrond in Zeeland is het echter ook raak. Zeeuwse boeren denken er zelfs over om te stoppen met fruit- en uienteelt, meldde ZLTO vorige week. In Zeeland is namelijk een nijpend tekort aan zoetwater. „Door het droge voorjaar kwam de teelt heel moeilijk op gang. Daardoor ervaar ik de droogte als nog ingrijpender dan in 2018, toen het ook heel erg was”, zei de Zeeuwse akkerbouwer Joris Baecke vorige week tegen de NOS.
Hij denkt dat Zeeuwse boeren dit najaar de balans opmaken en dan bekijken of het nog wel de moeite is om bepaalde gewassen te telen. Alleen granen telen, die minder gevoelig zijn voor zout water is volgens hem geen optie. „Met alleen granen kun je geen rendabel bedrijf hebben. Je moet ook wat hoogwaardige teelten hebben.”
Moet Nederland met deze droogte leren dealen?
Ja. Vanwege de aanhoudende droogte klinkt de roep om een radicaal ander waterbeleid steeds luider. Waterschappen zijn volop bezig met plannen om in herfst en winter water vast te houden in plaats van het zo snel mogelijk af te voeren naar zee. Daarin is Nederland waterland nog onervaren.