Geen Italiaans huis maar Hollandse molen als vakantieverblijf
In de Kleine Tiendweg Molen in Streefkerk ervaren Marcel en Marjan Korevaar, beiden 45 jaar, uit Alblasserdam alvast hoe het is om te wonen in een molen.
Hun vakantie in een appartement in Italië hebben ze vanwege het coronavirus gecanceld. In plaats daarvan verblijven ze in een molen waar Marcel zijn molenaarsvak twee weken lang kan uitoefenen. „We hadden een mooi appartement geboekt om van daaruit de bergen te beklimmen, maar gelukkig konden we de vakantie nog cancelen”, vertelt Marcel. Marjan vult aan: „Ik werk in een verpleeghuis met dementerende ouderen en vond het een te groot risico om naar Italië af te reizen. Je weet niet of je het coronavirus mee naar huis neemt en ik wilde me beschikbaar stellen als er extra gewerkt moest worden.”
De geplande vakantieweken bleven even leeg, tot een bevriende molenaar aanbood ‘zijn’ molen, eigendom van stichting SIMAV, twee weken uit te lenen zodat het gras gemaaid kon worden en de molen de benodigde omwentelingen zou halen. „Sinds afgelopen oktober ben ik zelf ook officieel molenaar”, vertelt Marcel. „Tijdens de opleiding heb ik op deze molen praktijkervaring opgedaan en de molenaar is een goede vriend van ons geworden.”
De kans om in de molen te logeren greep hij met beide handen aan. „Dit is een fantastische plek: het is hier heerlijk rustig en we doen bijna alles buiten. Dat geeft een enorm gevoel van vrijheid.” Marjan is minstens zo enthousiast. „Het leven in een molen heeft een bepaalde charme. Zo slapen we in de bedstee en verwarmen we de ruimte met de houtkachel.” Douchen doen de twee thuis in Alblasserdam, want stromend water en een gasaansluiting zijn er niet.
Marcel en Marjan staan al even op de wachtlijst om permanent een eigen molen te bewonen, maar zulke gebouwen liggen niet voor het oprapen. „Nederland telt zo’n twaalfhonderd molens. Slechts een deel daarvan heeft een woonbestemming en wij willen het liefst in de Alblasserwaard blijven. We moeten dus geduld hebben.”
Deze twee weken maken het echtpaar nog enthousiaster over het wonen in een molen. De hele dag let Marcel op de weersomstandigheden: hoe hard waait het, in welke richting gaat de wind en is er geen storm op komst? Voordat de molen ’s morgens kan gaan draaien verzet hij al het nodige werk. „De wieken moeten zo staan dat ze het beste de wind kunnen vangen, daarvoor draai ik de kap van de molen de goede kant op.” Vervolgens spant hij het zeil op de wieken: bij een sterke wind is maar weinig zeil nodig, bij een zwakke wind kunnen alle zeilen erop. „Als de molen op z’n hardst draait voel je het binnen trillen.”
De hele dag houdt Marcel het weer nauwlettend in de gaten om de molen goed en veilig te laten draaien. „Als de wind draait, draai ik met de molen mee. In principe laat ik de molen de hele dag draaien, alleen ’s nachts zet ik hem uit veiligheidsoverwegingen stil.”
Met nieuwsgierige voorbijgangers deelt hij maar al te graag zijn passie voor het molenaarsvak. Normaal gesproken stappen dagelijks zo’n dertig fietsers even af om de molen goed van dichtbij te bekijken, maar vanwege het coronavirus komen dit jaar minder mensen langs.
Het virus houdt het echtpaar bezig. Marjan is dankbaar dat zij tijdens haar werk in de zorg voor ouderen klaar kon staan die geen bezoek mochten ontvangen. „Het verpleeghuis waar ik werk zat twee maanden lang op slot. Natuurlijk deed het de bewoners en hun familie pijn dat ze elkaar niet konden zien. Het is fijn om als zorgpersoneel dan extra voor de bewoners klaar te kunnen staan.”
Dat de geplande vakantie mede door haar werk niet door kon gaan vindt ze niet erg. „Er zijn ergere dingen. Bovendien zijn deze twee weken heerlijk, we komen helemaal tot rust doordat we zo dicht bij de natuur leven. Voor ons is dit ideaal: we ervaren alvast helemaal hoe het is om later daadwerkelijk in een molen te wonen.”
serie
Omgeboekt
Deel 2 in een serie over mensen die hun vakantie hebben omgeboekt vanwege de coronacrisis. Dinsdag deel 3.