Opinie

Kerken moeten tijdens corona vooral klagen over zichzelf

De maatregelen vanwege de coronacrisis hebben de achterliggende maanden veel reden gegeven tot discussie. Wel of niet naar het buitenland? Wel of niet thuisblijven? Wel of geen mondkapje? En ook: Wel of geen kerkdiensten? Wel of niet zingen?

Hoofdredactie
1 August 2020 08:50Gewijzigd op 16 November 2020 20:00
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Hoewel vrijwel alle kerken in maart de regels van de overheid gehoorzaamden, liepen de standpunten ver uiteen. De een verklaarde vierkant achter de overheid te staan en toonde begrip, de ander hield onder protest de kerkdeuren dicht.

Die verschillen zijn begrijpelijk, want het gaat om wezenlijke zaken. Moet bij zo’n wereldwijde ziekte de kerk niet juist bijeenkomen, om God om hulp te bidden? Heeft de overheid het recht om de vrijheid van godsdienst in te perken door samenkomsten te verbieden? Nog belangrijker: Heeft het Bijbels gebod om de onderlinge bijeenkomsten niet na te laten (Hebreeën 10:25) niet voorrang boven een overheidsmaatregel?

In die discussie is meer dan eens gesuggereerd dat de overheid kerken harder aanpakt dan andere instellingen. De regering zou -bedekt- een anti-kerkelijke politiek voeren. Premier Rutte noemde de kerken niet eens. Een enkele voorganger waarschuwde dat dit weleens het begin van verdrukking kon zijn.

Wie de feiten onder ogen ziet, zal moeten toegeven dat deze klachten niet terecht zijn. Van verdrukking is geen sprake. Nergens heeft de overheid predikanten het zwijgen opgelegd; alleen de manier waarop de boodschap bij de hoorders komt, is anders. Christenen in China en andere gesloten landen zijn jaloers op zo’n overheidsbeleid. Laat ook niemand uit het oog verliezen dat de overheid voortdurend de kerken als serieuze gesprekspartner heeft gezien.

Maar er is meer. Kerkdiensten kunnen doorgaan, maar allerlei wereldse manifestaties niet. Enkele voorbeelden: de Gay Pride die deze week zou plaatsvinden, is afgelast en ook de geplande manifestatie van zaterdag kon niet doorgaan. De Tour de France, de Olympische Spelen, het carnaval in Rio, de Grand Prix: allemaal afgelast of fors afgeslankt. Ook nachtclubs, discotheken en dancings blijven vooralsnog gesloten.

Intussen kan de verbreiding van het Woord zijn voortgang hebben. Terwijl juichen in een stadion verboden is, is er geen verbod om te zingen in de kerken. Dat moet kerken en hun voorgangers te denken geven.

Klagen mag. Maar zouden voorgangers en gemeenteleden daarbij niet de blik naar binnen moeten slaan? De christelijke geschiedopvatting is dat het in de nieuwtestamentische periode primair gaat om Israël en de kerk. De coronacrisis is dus allereerst een wake-up call voor hen. Zouden kerken daarom niet drukker moeten zijn met de vraag wat deze pandemie hen heeft te zeggen dan met de vinger te wijzen naar de overheid? De wereldwijde ziekte geeft de kerken reden tot verootmoediging. Er zijn inderdaad beperkingen, maar ondanks kerkelijke zonden mag het Woord van genade nog steeds vrijuit klinken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer