In Giessenburg en Uddel streken de afgelopen zondagen honderden mensen neer in een weiland voor een kerkdienst in de buitenlucht. Buiten is er ruimte genoeg en je kunt er naar hartenlust zingen. Maar mag dit eigenlijk wel?
Evangelisten Arjan Baan en Florens van der Spek organiseerden de samenkomsten. Ook in de lokale politiek gaan er steeds meer stemmen op voor het toestaan van hagenpreken in coronatijd. De ChristenUnie in Ede bijvoorbeeld zou graag zien dat het college welwillend meedenkt met kerken die hun diensten buiten willen houden. Eerder voerde het Amsterdamse raadslid Don Ceder al een soortgelijk pleidooi. In Dronten is zelfs de burgemeester enthousiast.
Kerkrechtdeskundige mr. Dick Alblas, werkzaam bij Vos & De Lange Advocaten in Barendrecht, is echter geneigd om op de rem te gaan staan. „Je kunt niet zomaar zeggen: we gaan met een paar honderd man buiten zitten. Omdat je dan in een andere rechtssfeer komt. Juist de besloten plaats, het kerkgebouw tot aan de omheining, is een grondwettelijk beschermde ruimte. De openbare ruimte is dat niet zonder meer.”
Buiten het gebouw gelden andere wetten. Wie iets buiten organiseert, heeft te maken met de wet openbare manifestaties en de algemene plaatselijke verordening. Daar heeft de burgemeester het voor het zeggen. Sowieso, zegt Alblas, moet je een manifestatie gewoonlijk van tevoren aankondigen. „Op dit moment zijn ze nog tot 1 september verboden.”
Of dat verbod blijft bestaan, hangt in de lucht. Woensdag kondigt het kabinet verruimingen af.
Volgens de advocaat wordt er in de noodwet nog gesleuteld aan het begrip besloten plaats. Ook de ruimtes rondom het kerkgebouw zullen hieronder gaan vallen. Dat betekent dat de honderdmensenmaatregel ook op het kerkplein van toepassing zal zijn. Houd je daar een dienst, dan krijg je te maken met het samenscholingsverbod. Kortom, buiten samenkomen is zo simpel nog niet. Maar wat als de burgemeester toestemming geeft? Dat gaat nu niet zo eenvoudig, stelt Alblas. „Gelet op de crisissituatie zal de voorzitter van de veiligheidsrisico, die op dit moment het gezag draagt, of de burgemeester er voorlopig geen ontheffing voor geven.”
Zo’n raar idee is het toch niet om hagenpreken te houden?
„In het licht van de coronaproblematiek vind ik het wel een raar idee. Waarom ben je buiten beter beschermd dan binnen?”
Vanwege de aerosolen, wordt gezegd.
„Dat begrijp ik, al is nog niet voldoende duidelijk waarom zingen onveilig is. Maar om vanwege het zingen de groep kerkmensen groter te maken dan honderd, vind ik risicovol. Vanwege het besmettingsgevaar.”
Intussen zijn er buiten massa’s mensen op de been.
„Klopt, maar moeten wij daar blij mee zijn? Grote samenkomsten dragen bij aan de ernst van de crisis. Die moet je als kerkenraad niet willen, vind ik.”
De politie vroeg zich af of de samenkomst in Giessenburg geoorloofd was, maar deed niets.
„Dat verbaast mij. Zodra je iets organiseert met meer dan dertig man, ben je aan het samenscholen. Zelfs als je de kerkdienst aankondigt, kan er op grond van de huidige noodverordening en de wet openbare manifestaties nog steeds worden ingegrepen. Deze wet geeft de burgemeester de bevoegdheid een godsdienstige samenkomst in de buitenruimte te verbieden. Ik gun iedereen zijn kerkdienst, maar bedenk wel dat je als organisatie verantwoordelijkheid draagt. Waarom zouden wij het beter weten dan een overheidsorgaan als het RIVM? Overigens, als de regering de honderdmensenmaatregel loslaat, zal er ongetwijfeld een nieuwe grens worden getrokken. Daarnaast zal de afstandsregel wel intact blijven en zal de organisator controlevragen moeten stellen en aanwezigen moeten registreren. Het regime voor binnen zal ook voor buiten gelden, zij het met andere aantallen.”
Krijgen Nederlanders last van anarchistische trekjes?
„De geest van revolutie zet door. Ik denk dat we daar afstand van moeten nemen, hoe groot de wens ook is. Ik ben kerkorganist en vind het vreselijk om te spelen zonder dat ik de gemeente hoor zingen. Maar als we het virus kunnen indammen door even gas terug te nemen, moeten we dat doen.”