Consument

Het dubbele gevoel bij wandelen in coronatijd

Na jaren waarin we veel fietsten, ontdekten we het wandelen. Niet dat we het fietsen in de ban deden, maar het voortbewegen te voet kreeg wel de voorkeur. Nog sterker dan op de tweewieler weet je je opgenomen in de natuur. Je ziet een eekhoorn naar de top van een boom klimmen, je hoort het gescharrel van vogels in oud blad, je ruikt de geur van bloeiende heesters die je passeert.

12 May 2020 15:57Gewijzigd op 16 November 2020 19:13
In onze waarneming stijgt dit voorjaar ver uit boven de lentes in andere jaren. beeld Huib de Vries
In onze waarneming stijgt dit voorjaar ver uit boven de lentes in andere jaren. beeld Huib de Vries

Dankzij internet, toeristische gidsjes en tips van andere wandelaars ontdekten we in dichtbevolkt Nederland gebieden waar de tijd stilgestaan lijkt te hebben. Beschut en onbedorven. Nu zijn we daar dubbel dankbaar voor.

Terwijl het voor Randstedelingen een gepuzzel is om in het weinige lokale groen de gewenste afstand tot elkaar te houden, wandelen wij door het mooiste landschap waar we slechts af en toe iemand tegenkomen. Vaak een zogeheten klompenpad, ergens in het oosten van het land.

Dit jaar is de natuur uitzonderlijk mooi. Door de combinatie van zon en een frisse wind, helderblauwe luchten –te danken aan de afname van vliegverkeer en andere vormen van luchtverontreiniging– en de bloemen in bomen en heesters. Mogelijk hebben we door het coronavirus ook meer oog voor de schoonheid van de schepping. Hoe het ook zij, in onze waarneming stijgt dit voorjaar ver uit boven de lentes in andere jaren.

Het geeft aan onze wandelingen iets dubbels. De dankbaarheid voor wat we ontvangen, gaat gepaard met een latent schuldgevoel ten opzichte van gezinnetjes in plaatsen zoals Zoetermeer. Om maar te zwijgen over de miljoenen in metropolen en pauperwijken aan de andere kant van de wereld, mensen die vaak die geen stap buiten de deur kunnen zetten. Een neef in Bolivia mag eens in de twaalf dagen boodschappen doen, daar blijft het bij.

Dat is niet het enige. Terwijl we ons soms in een paradijs wanen, weten we dat elders virusdeeltjes door de lucht zweven, die angst, ziekte en sterfte veroorzaken. Ook wij zijn op onze hoede, zelfs op het dun- bevolkte platteland van de Achterhoek en Twente, onze favoriete streken. Met een ruime boog lopen we om de schaarse passanten heen. En het bankje waarop we tussen de middag een boterham nuttigen –ergens in een uitspanning een kop soep eten is er niet meer bij– raken we niet met de hand aan. Die houding schud je ook tijdens een wandeling niet van je af. Mocht een medicijn of een vaccin een einde maken aan de gevreesde pandemie, dan zal het niet meevallen om de smetvrees weer af te leggen.

Het ambivalente gevoel is het sterkst als we een ogenblik vertoeven bij bomen die door hun uitbundige bloesem de glorie van de Schepper etaleren, en tegelijk de waarheid van Mattheüs 24 en Lukas 21 illustreren. Die paradoxale hoofdstukken waarin de Heiland de weeën die vooraf zullen gaan aan Zijn wederkomst verbindt met het hoopgevende beeld van ontluikend groen. In de verheven taal van de Statenvertaling: „En leert van den vijgenboom deze gelijkenis. Wanneer zijn tak nu teder wordt en de bladeren uitspruiten, zo weet gij dat de zomer nabij is. Alzo ook gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien, zo weet dat het nabij is, voor de deur.”

Het geeft aan onze wandelingen in het coronatijdperk een apocalyptische dimensie. Hoezeer het bruidsgewaad van de natuur het soms kan verhullen, we trekken door een schepping die zucht als in barensnood. Door ons. De aarde waar het virus van de zonde dood en verderf zaait, gaat naar het einde.

„Blijf bij ons, want het is nabij de avond en de dag is gedaald”, bad het tweetal uit Emmaüs toen de Vreemdeling die hun levenspad kruiste bij de splitsing naar hun dorp verder leek te gaan. Ook in deze tijd is dat een gepast gebed. Voor allen die door Zijn sterven en opstanding leven ontvingen, wacht niet alleen een nieuwe morgen maar ook een nieuwe aarde. Zonder zonde, zonder dorens, zonder dood. Kom, Heere Jezus. Kom haastig!

Over de wandelaars

Huib (58) en Anneke (59) de Vries, werkzaam bij de Erdee Media Groep, wisselden jaren geleden de klassieke visites bij familie en vrienden in voor gezamenlijke wandelingen. Met een thermoskan koffie, wat broodjes en een versnapering voor onderweg. Gezonder en veel leuker!

Meer over
Corona

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer