In de trein of bus met zelfgemaakt mondkapje van katoen en elastiek
Vanaf 1 juni is het dragen van een niet-medisch mondkapje in het openbaar vervoer verplicht. Vijf vragen.
Wat is er veranderd aan het beleid?
Eerder werd het gebruik van mondkapjes buiten de zorg afgeraden omdat ze schijnveiligheid zouden bieden en ze schaars zijn.
Nu worden niet-medische mondkapjes verplicht in het ov omdat daar het houden van 1,5 meter afstand moeilijk haalbaar kan zijn, en omdat een check vooraf niet te doen is.
Kappers en andere contactberoepen hoeven geen mondkapjes te dragen, omdat zij de cliënt bij het maken van een afspraak kunnen vragen naar zijn of haar gezondheid.
Welk type mondkapjes is in het openbaar vervoer verplicht?
Vooralsnog lijkt dat niet uit te maken. Zolang het maar geen medische mondkapjes zijn, omdat die zijn gereserveerd voor de zorg. Premier Mark Rutte gaf aan dat je de mondkapjes kunt kopen in de winkel of zelf kunt maken.
Waar kun je ze kopen?
Binnenkort komen mondkapjes te liggen in de filialen van drogisterijketens Kruidvat, Etos en Trekpleister en de HEMA. De HEMA verkoopt ze inmiddels al op stations. Supermarkten denken erover na ze te gaan verkopen.
Kruidvat biedt ze vanaf vrijdag online aan. In de loop van volgende week komen ze ook in zo’n 1000 filialen te liggen.
Etos hoopt mondkapjes vanaf zaterdag in de winkels te kunnen aanbieden.
Bij Trekpleister zijn ze vanaf de derde week van mei te koop.
De Staphorster winkel The Read Shop verkoopt al sinds eind maart mondkapjes, ingevlogen uit China, aan particulieren.
Daarnaast bieden diverse webshops ze aan voor uiteenlopende prijzen, waaronder maskerminds.com, wegwerp-mondkapje.nl en sinds kort ook bol.com.
Hoe maak je een mondkapje?
Op Rijksoverheid.nl staan daarover instructies. Advies is om katoen te gebruiken uit bijvoorbeeld een katoenen zakdoek, T-shirt of kussensloop. Gebruik niet te dik materiaal, want het moet het ademhalen niet belemmeren. Belangrijk is dat een mondkapje goed aansluit; een zakdoek voor de neus knopen is daarom onvoldoende.
Op YouTube zijn inmiddels tientallen uitlegvideo’s te vinden. Veelgebruikte materialen zijn lapjes stof, maar ook keukenpapier, T-shirts, sokken of bh’s worden genoemd. Als filter dienen vaak stofzuigerzakken, stofdoekjes of papieren zakdoeken.
Het Centers for Disease Control and Prevention, het Amerikaanse RIVM, heeft ook een beschrijving op de website van drie manieren waarop een mondkapje kan worden gefabriceerd.
Voor een van die methodes zijn twee stukken katoen, elastiekjes, naald en draad nodig, plus een schaar en een naaimachine.
Bij twee andere methodes kan een masker zonder naaimachine gemaakt worden, uit een T-shirt of uit een bandana (hoofdband).
Amerikaans onderzoek toonde eind april aan welk materiaal het beste virussen tegenhoudt. Dat bleek dichtgeweven katoen te zijn, met daaromheen twee lagen polyester chiffon – een ragfijne stof die normaal in japonnen wordt verwerkt. Deze combinatie houdt het virus bijna even goed tegen als een medisch masker, mits ze goed aangesloten op het gezicht wordt gedragen.
Hoe effectief houdt een niet-medisch masker virussen tegen?
Dat hangt af van de kwaliteit van het materiaal, hoe vaak het masker gewassen of vervangen wordt en of de gebruiker er op een goede manier mee omgaat. Belangrijk is om bij het aan- of afdoen alleen de elastiekjes aan te raken.
Het RIVM geeft aan dat niet-medische mondkapjes de drager zeer beperkt beschermen, omdat ze vaak niet goed aansluiten en de kwaliteit van het materiaal verschilt.
Deze mondkapjes zijn daarom volgens het rijksinstituut geen vervanging voor het houden van afstand, de hygiënemaatregelen en de (thuis)isolatie van personen met gezondheidsklachten.
De maatregel om een niet-medisch mondkapje te verplichten in het ov heeft het kabinet genomen ondanks dat er volgens het Outbreak Management Team een gebrek is aan eenduidig bewijs voor de effectiviteit ervan.
In veel andere landen wordt de meerwaarde van mond-neusbedekking wel erkend en is ze niet alleen in het ov, maar ook op straat verplicht.
Een niet-medisch mondkapje zorgt er vooral voor dat de drager, als die besmet is, het virus minder makkelijk verspreidt naar anderen.
Over de vraag hoe goed deze tegen virussen van buitenaf beschermt, verschillen experts van mening.