De vader van de Duitse historicus Joachim Fest (1926-2006) vertelt het in de kerstvakantie van 1942 alleen aan zijn oudste zoons: volgens de BBC brengen de nazi’s Joden niet alleen naar het oosten, maar ze worden er ook bij tienduizenden vermoord. Al denkt hij wel dat het gaat om oorlogspropaganda.
Het succes van de oorlog gaat boven alles en Joden zijn soldaten van de vijand; dát is de kortste samenvatting om Hitlers handelen te begrijpen. Deze visie leidt voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog tot het streven naar massale emigratie van Joden uit het Duitse Rijk.
Door de inval in Polen komt er nog minder begrip voor en geduld met deze ”binnenlandse vijand”. Daarnaast krijgt Duitsland er een enorme groep Joden bij: zo’n 10 procent van de Poolse bevolking is Joods, maar liefst 3 miljoen personen. Je zou verwachten dat er vooraf is nagedacht over hun behandeling, maar dat blijkt niet zo te zijn.
Wel is er een plan voor het liquideren van de Poolse intelligentsia, operatie Tannenberg genaamd. Voor die taak worden speciale eenheden opgericht, Einsatzgruppen. Zij trekken dicht achter het leger aan om hun doelwitten te vermoorden, op grote schaal en op klaarlichte dag. De Wehrmacht heeft wel bezwaren: niet vanwege het gebruikte geweld, maar vanwege het effect van het bijkomstige plunderen op het moraal van hun soldaten.
Operatie Tannenberg schendt alle mensen- en burgerrechten, evenals alle regels en gewoontes rond oorlogsvoering. Het kan daarom worden gezien als het eerste naziprogramma voor moorden op grote schaal. De SS leert hierbij belangrijke lessen. Einsatzgruppen richten zich al snel ook specifiek op de Joden als aparte groep.
De Poolse bevolking hindert hen daarbij zelden, doet vaak zelf juist mee. Zo brengen Poolse inwoners uit Sulejow Duitsers naar Joodse winkels en helpen bij het plunderen. Een Poolse Jood die zich vrijwillig voor het Poolse verdedigingsleger had gemeld schrijft verbitterd in zijn dagboek: „De veroveraars en de veroverden vinden elkaar in hun gedeelde haat voor Israël.”
Hoe groot de bloedbaden ook zijn, er zijn weinig Duitse soldaten met bedenkingen. Ook bij de Poolse regering is er weinig animo om het Joodse lijden in Polen voor het voetlicht te halen. Dat geldt ook voor de Britse regering, die maar beperkt visa beschikbaar wil stellen voor Palestina, waarover Engeland het mandaat had.
Madagaskar
Eind september 1939 wordt in enkele vergaderingen dan eindelijk het lot van de Joden besproken. Definitief verwijderen uit het Duitse Rijk is het einddoel van de nazitop, zoveel is dan wel duidelijk. Daarmee is nog niet duidelijk waar zij dan naartoe moeten. De optie Madagaskar duikt steeds vaker op. Op 15 augustus 1940 is er een plan klaar om 4 miljoen Joden per schip naar het eiland over te brengen, dat dan in een openluchtgevangenis van de SS zal worden veranderd.
De realiteit haalt de plannen echter in: de Britten beheersen de scheepvaartroutes, Madagaskar blijft Frans én onbereikbaar. Het lot van de Joden wordt dus wederom bepaald door het oorlogsverloop.
Aktion T4
Enkele weken na de inval in Polen start ook in Duitsland een nieuw moordprogramma. Het wordt Aktion T4 genoemd, een verwijzing naar het adres van het hoofdkantoor, Tiergartenstrasse nummer 4. De Joodse eigenaar heeft de villa moeten afstaan aan de Duitse staat. T4 richt zich op mensen die ”levensonwaardig” worden geacht: gehandicapten, psychisch zwakken.
Instelling na instelling wordt leeggemoord. Nabestaanden krijgen een kort overlijdensbericht. In een kleine twee jaar worden er 70.000 mensen omgebracht, zonder dat hiervoor enige wettelijke basis is. Veel Duitsers beseffen dat er sprake is van moord door het regime. De Duitse historicus Joachim Fest (1926-2006) schrijft bijvoorbeeld: „In de godsdienstles werd (...) onverbloemd over de euthanasiemoorden gesproken. Het waren dingen die in Berlijn wel door veel leraren werden gedacht, maar amper uitgesproken.” Toch duurt het tot na de inval in de Sovjet-Unie voordat de onrust zo groot wordt dat Hitler besluit het moorden te stoppen.
Vichy
Anders dan tijdens de inval in Polen sturen de Duitsers in het westen geen moordcommando’s achter het leger aan. Ook zijn er niet direct plannen voor de aanpak van de Joodse inwoners van Nederland, België en Frankrijk. Achter de schermen zijn Himmler en Eichmann in Berlijn er al wel intensief mee bezig. Omdat Frankrijk zich overgeeft, mag een deel van het land zichzelf besturen. Dat wordt Vichy-Franrijk genoemd, naar de stad waar de regering zich vestigt.
Het Franse zelfbestuur zorgt er niet voor dat de Joden meer ruimte krijgen, integendeel. Op 3 oktober 1940 neemt de Franse regering van Vichy een handvest aan waarin zij de status en de plaats van Joden vastlegt. Joden worden daarin uitgesloten van publieke functies en mogen allerlei beroepen niet meer uitoefenen. De definitie van wie Jood is, is zelfs strenger dan in de Neurenberger wetten.
Getto’s
Al in het najaar van 1939 begint de Duits-Oostenrijkse SS-functionaris Adolf Eichmann te experimenteren met de grote Joodse bevolkingsgroepen in Polen. Hij probeert op het Poolse platteland een getto te realiseren. Dat wordt echter één grote mislukking. De vestigingsplaats is moerassig, er is geen eten, geen huisvesting. Bovendien heeft het leger voorrang op het spoorwegennet en komt er van de aanvoer van Joden niets terecht.
Uiteindelijk worden getto’s wel het symbool voor de Poolse Jodenvervolging. Het getto van Lodz en later dat van Warschau groeien uit tot de twee grootste getto’s. De Joodse Raden krijgen er steeds meer taken: voedselvoorziening, werkverschaffing en ook ordebewaking. Uiteindelijk worden de getto’s helemaal afgesloten van de andere wijken, al duurt dat voor het getto van Warschau tot het eind van 1940.
De leefomstandigheden verslechteren als steeds meer mensen het getto worden ingebracht zonder dat er extra levensmiddelen en medicijnen beschikbaar komen. Uiteindelijk kan de vérgaande medewerking van de Joodse Raad niet voorkomen dat er toch Joden gedeporteerd worden uit de getto’s: eerst ouderen en gehandicapten, vervolgens kinderen. Door de barre leefomstandigheden, zeker als de oorlog voortduurt en de schaarste toeneemt, is de sterfte in het getto extreem hoog.
Onbeschrijfelijk
Dan valt Hitler de Sovjet-Unie binnen, de bondgenoot waarmee hij alleen uit strategische redenen een verbond had gesloten. Einzatsgruppen trekken opnieuw dicht achter het leger aan, zo dicht dat ze soms zelfs bij de gevechten betrokken raken. De acties die ze begaan zijn eigenlijk onbeschrijfelijk. Joden die door plaatsgenoten worden aangewezen, worden samengedreven, moeten hun eigen graf delven, hun huis in brand steken – en dat op oneindig grote schaal. Maar liefst 1,5 miljoen Joden vinden de dood op de verschillende moordplaatsen.
Duitsers die hierover echt meer willen weten krijgen druppelsgewijs informatie te horen, maar echt bekend wordt dit niet. Joachim Fest schrijft: „Wie goed oplette en enig wantrouwen jegens machthebbers kon opbrengen, stuitte op steeds nieuwe aanwijzingen voor massamoorden in Rusland, Polen en elders. Maar nergens was er ooit sprake van gaskamers.”
Wannseeconferentie
De methode om de Joden uit te roeien door hen te vergassen was onvoorstelbaar, omdat ze nieuw was. Het besluit daartoe werd in januari 1942 genomen tijdens de beruchte Wannseeconferentie in de buurt van Berlijn. De ”Endlösung” van het Jodenprobleem was dat de Joden niet slechts verwijderd, maar vernietigd dienden te worden. Daarmee kwam er een nieuwe wending in de nazihouding ten aanzien van de Joden – een wending die voor tijdgenoten als Joachim Fest onvoorstelbaar was.
Dit is het tweede deel in een vierdelige serie over de Jodenvervolging.