Kerk & religie

„Pastor Bram, wil je voor me bidden?”

Autochtone Rotterdammers, initiatiefrijke yuppen en migranten uit vele landen. In het Oude Noorden in Rotterdam komt ds. Bram Robbertsen hen allemaal tegen. Als buurtpastor is hij een verbindende schakel in de wijk en wil hij er voor iedereen zijn.

30 April 2020 18:47Gewijzigd op 16 November 2020 19:06
Ds. A. Robbertsen is wijkpastor in de Rotterdamse wijk het Oude Noorden, die zo’n 17.000 inwoners met uiteenlopende nationaliteiten telt. beeld Goud van Noord
Ds. A. Robbertsen is wijkpastor in de Rotterdamse wijk het Oude Noorden, die zo’n 17.000 inwoners met uiteenlopende nationaliteiten telt. beeld Goud van Noord

In de portiek van een seksshop zit een vrouw met een alcoholprobleem. Als ze ds. Robbertsen voorbij ziet fietsen, roept ze luid over straat: „Hé, pastor Bram, wil je voor me bidden, want ik heb geen geld meer.” Het recente voorval illustreert dat ds. Robbertsen, sinds januari 2019 werkzaam in Rotterdam, inmiddels een bekende verschijning is in de buurt. Hiervoor diende hij de hervormde gemeente van Hendrik-Ido-Ambacht.

Van de Dorpskerk in Hendrik-Ido-Ambacht naar Rotterdam-Noord: een grote overgang?

„De invulling van mijn werk is nu totaal anders dan die van een klassieke gemeentepredikant. Het grootste verschil is dat ik niet meer direct verbonden ben aan een geloofsgemeenschap, maar aan een wijk: het Oude Noorden. Ik ben een netwerker in de wijk, bied een luisterend oor en houd me bezig met diaconaat en levensvragen. Vanuit mijn vorige gemeente had ik enige ervaring met diaconaat, maar dat is nu mijn belangrijkste aandachtsgebied.”

Wat kenmerkt het Oude Noorden?

„Het is een dichtbevolkte wijk, vlakbij het centrum. Op een vierkante kilometer wonen 17.000 mensen met tal van etniciteiten, variërend van bewoners met een Marokkaanse of Turkse achtergrond tot vluchtelingen uit Syrië, Pakistan of Eritrea, maar ook autochtone Rotterdammers. In de wijk staan dure, vooroorlogse huizen, die tonnen kosten. Iets verderop wonen mensen die nauwelijks geld hebben en soms letterlijk op de grond slapen in portiekwoningen.”

Hebt u met al die verschillende bevolkingsgroepen contact?

„Ja, en dat is heel leuk. Ik heb meer dan eens gesprekken met mensen die eigenaar zijn van een groot bedrijf en vragen: „Wat kan ik betekenen voor mensen die in deze wijk in armoede leven?” Ook heb ik contact met een groep kunstenaars met wie we projecten voor de buurt hebben opgezet. Een poosje geleden liep er een Italiaanse studente bij ons binnen. Een slimme meid die aan de Erasmus Universiteit studeert maar zich wat eenzaam voelt in Nederland. Ze wil graag iets doen voor de samenleving. Daar komt een internationale literatuurkring uit voort.”

Met wat voor schrijnende situaties komt u in aanraking?

„Dat is heel divers. Een schoolmaatschappelijk werker vertelde me bijvoorbeeld over een kind dat om onverklaarbare redenen ineens slechter ging presteren in de klas. Uiteindelijk bleek dat hij op de grond moest slapen omdat een jonger broertje uit z’n ledikant was gegroeid en zijn bed kreeg. Doordat die jongen slecht sliep, gingen zijn schoolprestaties achteruit. Via onze tweedehandswinkel hebben we een bed geregeld. Die jongen slaapt nu op een matras en onder een deken, en op school gaat het weer goed. Zo simpel kan het soms zijn.”

Hoe ziet een zondagse viering eruit?

„Twee keer per maand is er op zondagochtend een traditionele viering. Daar komen vooral oudere Rotterdammers. Het was een enigszins besloten groep geworden, waar nieuwe bezoekers niet zo gemakkelijk aansluiting vonden. In februari zijn we daarom begonnen met een maandelijkse interculturele dienst op zondagmiddag. Mensen uit diverse landen leveren daaraan bijdragen, bijvoorbeeld met muziek. Bezoekers van de ochtendvieringen komen daar nu ook. Ik verwacht dat we in de toekomst alleen deze interculturele diensten zullen houden. Vanwege de coronacrisis verzorg ik op dit moment echter alleen online een ochtendgebed op zondag.”

Hoe beïnvloedt de coronacrisis het werk in de wijk nog meer?

„We merken dat sommige gezinnen –vaak met alleenstaande moeders– nauwelijks buiten komen. De vrouwen zijn bang voor het coronavirus en doen alleen even snel een boodschap. Als kinderen vijf weken binnen zitten, lopen de spanningen op. We hebben een groep vrijwilligers die af en toe even met een paar kinderen naar een speeltuin gaat, op veilige afstand. Ook zijn er studenten, mensen vanuit de kerken en de Rotary Club die online huiswerkbegeleiding bieden omdat er ouders zijn die dit vanwege een taalachterstand of laaggeletterdheid niet kunnen. En we bieden extra steun aan mensen in armoede. Daar is in deze tijd echt behoefte aan.”

Er zijn bijvoorbeeld mensen met schulden die iets extra’s verdienden door af te wassen in de horeca. Doordat die inkomsten sinds kort zijn weggevallen, zitten ze in acute nood. Dankzij steun van het Laurensfonds en een grote gift van de protestantse gemeente Noorderlicht in Rotterdam, waarmee we verbonden zijn, hebben we een aantal gezinnen kunnen helpen aan supermarktbonnen.”

Wat adviseert u vanuit uw Rotterdamse ervaring kerken op de Biblebelt die van betekenis willen zijn voor hun stad of dorp?

„Wat ik hier vooral heb geleerd is dat allerlei instanties zoals scholen en wijkteams het erg waarderen als je als kerk contact met hen zoekt, kennismaakt en vraagt wat je voor hen zou kunnen betekenen. In Rotterdam is over en weer vertrouwen ontstaan, waardoor de samenwerking is gegroeid en we meer kunnen betekenen voor de buurt. Mijn advies is dus: schroom niet om contact te zoeken met organisaties in je omgeving.

Wees bovendien niet bang voor mensen die anders zijn dan jijzelf. Dat zie je ook in het Evangelie. Jezus Christus ging over grenzen heen. Hij sprak mensen waar anderen met een boog omheen liepen of op wie werd neergekeken. Denk aan Samaritanen, melaatsen, bezetenen en tollenaars. Al die mensen zijn ook schepselen van God. Zij hebben net als anderen behoefte aan liefde, aandacht en misschien praktische hulp. Ga het contact met hen aan, luister naar hun levensverhalen. Daardoor ga je hen misschien beter begrijpen. Dan denk je niet meer in wij en zij, maar besef je des te meer dat we het allemaal van God en van Jezus Christus moeten hebben. Als je op een open manier het contact met mensen aangaat, kunnen er mooie dingen gebeuren.”

Goud van Noord in Rotterdam

In de Rotterdamse wijk het Oude Noorden is al tientallen jaren een diaconale stichting actief. De organisatie heette voorheen Wijkpastoraat Oude Noorden en later Present Talent. De laatste naam gaf geregeld verwarring en dekte de lading niet goed, zegt ds. A. Robbertsen. Daarom werd die in november 2019 opnieuw gewijzigd, in Goud van Noord. „Vanuit het Evangelie weten we dat ieder mens waardevol is in Gods ogen. Zo willen we naar de buurtbewoners kijken. In elk mens ligt een schat verborgen. Naar dat Rotterdamse goud zijn we op zoek.”

Ds. Robbertsen is sinds januari 2019 wijkpastor van de stichting, die financiële steun krijgt van kerken en fondsen. Het team van Goud van Noord bestaat uit zes medewerkers, onder wie Gerlinda Robbertsen, echtgenote van de wijkpastor. Het echtpaar heeft twee kinderen in de leeftijd van 10 en 12 jaar. Behalve de teamleden zetten zo’n 55 vaste vrijwilligers zich in voor diverse projecten van Goud van Noord.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer