Opinie

Bonhoeffer trouw in tijd van grote dwalingen

Op 9 april 1945 kwam er een einde aan het leven van de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer. Ook nu nog staan zijn geschriften en liederen, met hun nadruk op de kostbaarheid van Gods genade, volop in de belangstelling.

Ds. L. J. Geluk
9 April 2020 09:20Gewijzigd op 27 February 2023 17:01
beeld RD
beeld RD

Dietrich Bonhoeffer was nog maar 39 jaar toen hij om het leven werd gebracht. Hij werd geboren in Breslau, het tegenwoordige Wroclaw, dat sinds de Tweede Wereldoorlog tot Polen behoort. Zijn vader was daar, en vanaf 1912 in Berlijn, hoogleraar in de psychiatrie en neurologie. Een voorvader was in 1513 van Nijmegen naar Schwäbisch Hall getrokken. Zijn naam Van den Boenhoff werd verduitst. De Van den Boenhoffstraat in Nijmegen herinnert nog aan deze familie. Generaties lang waren de Bonhoeffers in Schwäbisch Hall edelsmid, burgemeester, jurist en predikant.

Mevrouw Bonhoeffer was Paula von Hase, een adellijke dame, predikantsdochter. De kerkhistoricus Karl August von Hase was haar grootvader.

Dietrich en zijn tweelingzusje Sabine waren het zesde en zevende kind van de acht kinderen. Zij werden op 4 februari 1906 geboren. Voor hun doop werd, evenals bij de oudere kinderen, een predikant uit de familie gevraagd.

Diep verdriet

Acht jaar is Dietrich wanneer de grote oorlog uitbreekt, die Europa voorgoed verandert. Een diep verdriet komt het gezin binnen doordat Walter, de op één na oudste zoon, in april 1918 als vaandrig sneuvelt. De Bijbel die Dietrich later altijd bij zich droeg, was de Bijbel die moeder aan Walter had gegeven bij diens belijdenis.

Het keizerrijk stort in. De Weimarrepubliek brengt in toenemende mate verwarring en chaos. De nationaalsocialistische ideeën krijgen steeds meer aanhang. Hitler komt aan de macht.

Zo ziet het geestelijk landschap eruit waarin Dietrich na zijn gymnasiumopleiding studeren gaat. Hij kiest voor de theologische studie.

Hij begint zijn studie in Tübingen en voltooit haar in Berlijn, waar hij in 1927 ”met grote lof” promoveert. Hij wordt vicaris bij de protestantse gemeente in Barcelona. In 1930 verdedigt hij aan de universiteit van Berlijn een tweede dogmatische studie, waardoor hij de bevoegdheid verkrijgt aan een universiteit te doceren.

Driekwart jaar studeert hij in New York. Daar wordt hij, volgens eigen getuigenis, van theoloog christen. Terug in zijn vaderland neemt hij deel aan oecumenische conferenties, doordrongen als hij is van de roeping voor protestantse kerken van verschillende confessie om elkaar te zoeken en naar eenheid te streven. Hij wordt privaatdocent en studentenpredikant.

Als Hitler op 30 januari 1933 aan de macht komt, breekt voor de Lutherse Kerk, de ‘grote’ kerk waartoe Bonhoeffer behoort, een nieuwe tijd aan: ras, bloed en bodem zijn nu naast de Bijbel bepalend en de Bijbel moet worden ”ontjoodst”. Tegenstanders zien deze ontwikkelingen met ontsteltenis aan. Ook de familie Bonhoeffer moet helemaal niets van het Hitlerdom hebben.

Naast de officiële kerk ontstaat een Bekennende Kirche, een Belijdende Kerk. Zij verzet zich tegen de macht van de staat over de kerk, hoewel ook daar velen het demonische van het Hitlerbewind niet inzien.

Bonhoeffer is enige tijd in twee Duitse gemeenten in Londen werkzaam. In april 1935 gaat hij in Finkenwalde bij Stettin leiding geven aan een seminarie van de Belijdende Kerk. Daar krijgen aanstaande predikanten praktische vorming. De Gestapo sluit dit in september 1937.

Opnieuw bezoekt hij de Verenigde Staten, maar hij blijft daar niet. Hij zou daar wel veilig zijn, maar keert zo snel mogelijk terug, omdat hij zijn roeping in Duitsland weet, waar zijn volk lijdt onder leugen en tirannie.

Strak programma

Het seminarie wordt ver naar het oosten van Pommeren verplaatst. Evenals in Finkenwalde wordt er geleefd volgens Bonhoeffers strakke programma, met veel aandacht voor het lezen van de Bijbel, het mediteren over het gelezene en het gebed. In totaal 185 jonge theologen ontvangen onder zijn leiding hun afsluitende opleiding. Zij weten dat hun daarna een zware tijd te wachten staat.

In maart 1940 wordt ook dit seminarie door de Gestapo gesloten. Een halfjaar later krijgt Bonhoeffer een verbod opgelegd om te publiceren en in het publiek te spreken. Hij concentreert zich nu op zijn vele contacten en is dikwijls op reis in het kader van uiterst geheim verzet tegen Hitler. Een blijde ontwikkeling is dat hij zich in januari 1943 verlooft met Maria von Wedemeyer, maar op 5 april 1943 wordt hij gearresteerd en gaat hij de gevangenis in. Begin 1945 wordt hij naar het concentratiekamp Regensburg overgebracht en vandaar in april naar het concentratiekamp Flossenbürg. Op de tussenstop in Schönberg houdt hij op 8 april, de zondag na Pasen, op verzoek een meditatie over de woorden: „Door zijn striemen is ons genezing geworden” (Jesaja 53:5, verbonden met 1 Petrus 1:3). Direct na de dienst wordt hij naar Flossenbürg (in Beieren, aan de grens met Tsjechoslowakije) afgevoerd. Hij kan haastig afscheid nemen van enkele gevangenen die nog in Schönberg moeten blijven. Eén van hen is de Engelsman Payne Best, die de oorlog heeft overleefd. Bij zijn afscheidsgroet zegt Bonhoeffer tot hem: „Dit is het einde – voor mij het begin van het leven.”

In Flossenbürg wacht een kort schijnproces. Dan wordt in de nog schemerige ochtend van maandag 9 april 1945 het bevel van Hitler tot liquidatie van de verzetsgroep uitgevoerd.

Zes galgen staan voor de zes verzetsstrijders klaar. Een van die zes is Dietrich Bonhoeffer.

Stroom studies

Al in de jaren vijftig van de vorige eeuw kwam een (nog steeds niet opgedroogde) stroom studies over Bonhoeffer en zijn gedachtegoed op gang. In brede kring, ook in de gereformeerde gezindte, is hij bekend geworden. Waarschijnlijk heeft het Bonhoeffer Brevier, samengesteld uit zijn oeuvre en in 1963 verschenen, daartoe bijgedragen. Overigens zoekt men in de Christelijke Encyclopedie (1955) zijn naam nog tevergeefs.

De eerste aandacht die Bonhoeffer in Nederland kreeg, kwam uit de kring van de vrijzinnigen. Stond hij niet aan hun kant? Zij beriepen zich op zijn gedachten (in enkele gevangenisbrieven) over een religieloze interpretatie van het Evangelie en het lijden van God.

Karl Barth schreef deze ontwikkeling toe aan het isolement waarin Bonhoeffer zo lang verkeerde. G. Huntemann analyseerde de omstreden uitspraken en gaf daaraan een totaal andere uitleg.

Hoe daarover ook gedacht wordt – wat is zo treffend in de preken, studies en brieven van deze zeer begaafde en moedige theoloog? Dat zijn voor mij zijn diepe eerbied voor de gehele heilige Schrift, zijn nadruk op de grootheid en soevereiniteit van God, het centraal stellen van de Heere Jezus Christus in zijn verzoenende en reddende liefde en het onderscheid maken tussen de laatste en de voorlaatste dingen. Ook zijn radicaal afwijzen van goedkope genade (”billige Gnade”) en daartegenover de nadruk op de kostbaarheid van Gods genade. Daarbij de twee-eenheid van geloof en gehoorzaamheid, de navolging van Christus in een Hem vijandige cultuur. Zijn klemtoon op de onmisbaarheid van Schriftlezing en gebed in het dagelijks leven en op de blijde hoop, gedragen door Gods beloften.

Grenzen van het menselijke

In 1930 sprak hij in New York over de oorlog die Duitsland had verloren. Hij stelde toen onder meer: Voor de oorlog leefden wij te ver bij God vandaan, wij geloofden te zeer aan onze eigen macht, onze almacht, ik zie zelfvoldaanheid, een gebrek aan ootmoed en het vrezen van God. „Wij moesten de grenzen van het menselijke erkennen en dat betekent dat wij opnieuw God in Zijn glans en almacht ontdekten, in Zijn toorn en genade.”

Zijn deze woorden ook nú niet actueel?

De auteur is emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer