Overheid kan kerkdienst verbieden om gezondheidsredenen
Het recht op de vrijheid van godsdienst is verankerd in Nederlands en Europees recht. Toch wijzen diezelfde regels een uitzondering aan: in sommige gevallen kan de overheid kerkdiensten verbieden. Deze uitzondering lijkt van toepassing bij het coronavirus.
Premier Mark Rutte was terughoudend donderdagmiddag; hij waagde zich niet aan een bindende uitspraak over de vraag of kerkdiensten met meer dan honderd bezoekers moeten worden afgelast. Dat heeft een reden, zegt jurist mr. dr. Pieter Pel. „De regering kan zelf namelijk niet ingrijpen in het recht om samen te komen in de erediensten. Die bevoegdheid ligt in onze wetgeving bij de burgemeesters. De uitspraak van het kabinet had daarom het karakter van een dringend advies.”
Het recht op een vrije uitoefening van godsdienst –waar ook de kerkdiensten onder vallen– hoort bij de basisregels van de Nederlandse samenleving. Zo spreekt artikel 6 van de grondwet over ieders „recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden.” Ook artikel 9 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) onderstreept deze vrijheid en spreekt bovendien expliciet over het recht om de godsdienstige overtuigingen „tot uitdrukking te brengen in erediensten.”
Uitzondering
Toch is daarmee niet alles gezegd. Zowel de grondwet als het EVRM kent een uitzondering op het vrij samenkomen. Zo spreekt de grondwet over vrijheid „behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Het EVRM spreekt over „uitzonderingen die bij de wet zijn voorzien” en noemt enkele redenen voor zo’n uitzondering, waaronder de openbare veiligheid en gezondheid.
„Dit betekent dus dat onze overheid alleen inbreuk kan maken op de godsdienstvrijheid als er een wet is die in zulke gevallen voorziet”, aldus Pel. Die wet is er in Nederland in de zogenoemde Wet openbare manifestaties, legt de jurist uit. „In die wet wordt geschreven over openbare plaatsen, maar ook over publiek toegankelijke vergaderingen. Onder dat laatste vallen ook kerkdiensten.” Zulke bijeenkomsten kan de burgemeester volgens de wet onder meer verbieden „indien de bescherming van de gezondheid dat vordert.”
Crisissituatie
De bevoegdheid om een kerkdienst te verbieden, ligt in de wetgeving dus bij een burgemeester. Deze kan vanwege besmettingsgevaar met het coronavirus een beroep doen op de bescherming van de gezondheid.
Inmiddels is er sprake van een crisissituatie die gemeentegrenzen overstijgt. In zo’n geval ‘verschuift’ de bevoegdheid van de burgemeester naar de voorzitter van een zogenoemde veiligheidsregio, die besluiten neemt voor het hele gebied. Nederland kent 25 van zulke regio’s. Als zo’n veiligheidsregio de maatregelen van het kabinet overneemt, bestaat er dus een wettelijke basis voor een verbod op kerkdiensten.
Burgemeesters hebben daarbij de keuze de grens van honderd bezoekers die het kabinet stelde te volgen, of bijvoorbeeld erediensten helemaal te verbieden, aldus Pel. Diezelfde bevoegdheid geldt overigens ook ten aanzien van bijvoorbeeld winkels, horeca, musea, stadions of publieke ruimten van ziekenhuizen.
Boete
Op het moment dat zo’n besluit er ligt, is een kerkenraad die hier tegen ingaat in overtreding, volgens de Wet openbare manifestaties. „Er wordt gesproken over de sanctie van een gevangenisstraf van hoogstens twee maanden of een geldboete”, aldus Pel.
Ook als er geen uitdrukkelijk verbod vanuit de burgemeester ligt, is het „alleszins verstandig om het dringende advies van de overheid op te volgen”, zegt Pel. „Je wilt als kerk toch niet de oorzaak zijn van een verdere verspreiding van het virus via een samenkomst of dienst.”