Militairen winnen de strijd tegen het water
Met man en macht vechten militairen in 1995 tegen het wassende water. Zandzakken vullen, dijken versterken. „Het halve leger werd ingezet.” Rob Essink blikt voldaan terug. „We hebben gewonnen.”
Februari 1995. De 13 Pantserluchtdoelartilleriebatterij uit Ede houdt schietoefeningen op het toenmalige artillerieschietkamp in Den Helder. Met de Pruttel, een dubbelloops pantserrupsvoertuig voor luchtverdediging.
Het water in de grote rivieren in Nederland stijgt snel. De situatie is kritiek. De civiele autoriteiten doen een noodoproep om het leger in te zetten.
De luchtverdedigers krijgen opdracht de strijd aan te binden met het water. De artilleristen staken hun schietoefening en haasten zich nog dezelfde dag naar Roermond. Het Provinciaal Militair Commando dirigeert hen naar Tegelen, onder de rook van Venlo.
Luchtdoelartillerie tegen hoogwater? „Onze eenheid stond op dat moment standby om assistentie te verlenen bij noodsituaties in de samenleving”, zegt kapitein Rob Essink (57), destijds wachtmeester der eerste klasse. „Uiteindelijk is de hele landmacht, ongeveer het halve leger, ingezet. Op veel plaatsen dreigden dijken te bezwijken.”
In Tegelen klotst het Maaswater al 10 centimeter onder de rand van dijk. „De situatie was kritiek. De dijk stond op springen, kwelwater kwam omhoog.” Tegelen kent slechts één waterkering; dus geen zomer- én winterdijk. Een doorbraak in het Noord-Limburgse dorp zou desastreuze gevolgen hebben.
De militairen krijgen onderdak in een sporthal. Een kantoortje doet dienst als commandopost. De manschappen krijgen opdracht met spoed de dijk te versterken. Met grote rollen plastic en zandzakken verstevigen de militairen de waterkering.
Op een lager gelegen deel van Tegelen, bij de Veerstoep, loopt het water over de dijk. „De huizen stonden tot op brievenbushoogte in het water”, vertelt Essink terugblikkend. „Ik zag de waterspiegel buiten naadloos binnen doorlopen. Heel triest.”
De militairen moeten op het marktplein zandzakken vullen. Bezoekers in een kroeg staan lachend toe te kijken. Tot grote ergenis van Essink. „Ik heb gezegd: Jullie staan daar lekker aan de tap, wij zijn hier voor jullie. Kom liever helpen.”
De wachtmeester stapt naar zijn commandant, die het crisiscentrum informeert. Een dag later doet de burgemeester een oproep via de lokale omroep aan de bevolking om te helpen in de strijd tegen het water. Het werkt. Burgers helpen met het vullen van zandzakken. „Dat scheelde ons veel werk.” Met legertrucks voeren de militairen de zandzakken af en laten deze via een glijbaan van plastic vanaf het talud naar de ramplocatie glijden.
Onverwacht dreigt gevaar van een andere kant. Het rivierwater kolkt via de rioolputten op straat het dorp binnen. „Hectisch. De situatie veranderde van minuut tot minuut.” De militairen houden krijgsraad. Het opblazen van de rioolbuizen, is een serieuze optie. „Uiteindelijk hebben we de straatkolken met dekzeil en zware klei dichtgestopt. Een prop in de afvoer. Het lukte.”
De kapitein, woordvoerder bij 13 Lichte Brigade, kijkt tevreden terug op de inzet van 1,5 week. „We hebben de strijd gewonnen. Tegelen is niet verdronken. Dat geeft een voldaan gevoel.”
serie
Vluchten voor het water
De dijken in het Rivierengebied stonden op springen. Zo’n 250.000 inwoners moesten met spoed hun huizen verlaten. Wat was er 25 jaar geleden aan de hand? En kan het opnieuw gebeuren? Donderdag deel 5.