Gescheiden ouders met een nieuwe relatie wonen vaak verder uit elkaar dan ouders zonder nieuwe relatie, zo volgt uit een recent rapport van het CBS. Op het eerste gezicht een logische conclusie. Voor de rechter vaak niet zo vanzelfsprekend.
Een frisse start op een nieuwe plek. Na een echtscheiding is dit vaak een aantrekkelijke gedachte. Als er een nieuwe partner in beeld komt die elders woont en werkt, kunnen de verhuisplannen al snel gemaakt zijn. Gescheiden ouders zijn niet zo honkvast: het CBS-onderzoek maakt duidelijk dat ruim 40 procent van gescheiden ouders die beiden een nieuwe partner hebben na drie jaar meer dan tien kilometer uit elkaar wonen. Dit percentage lijkt erop te duiden dat een verhuizing ook voor gescheiden ouders iets vanzelfsprekends is.
Wat gescheiden ouders zich echter vaak niet realiseren, is dat ze de toekomst in gaan met een forse rugzak: hun kinderen. Die binden hen aan elkaar, ook na scheiding. En niet alleen aan elkaar, vaak ook aan een bepaalde locatie.
Simpelweg opnieuw beginnen is er dus niet bij. Althans, niet als de ouders de belangen van hun kinderen vooropstellen. Bij een scheiding krijgen kinderen een hoop veranderingen te verwerken. Hun zorgeloze, vertrouwde leventje verandert ingrijpend. Denk alleen al aan het dagelijkse contact met beide ouders. Als daar ook nog een andere woonplaats (en school) bij komt, kan de wereld van een kind op zijn kop gaan staan. Het is dus zeer de vraag of een frisse start, op een nieuwe plek, ook voor het kind aantrekkelijk is.
Toestemming van rechter
Rechters staan bij die laatste vraag duidelijk en nauwkeurig stil. In de juridische praktijk worden verhuisplannen van een ouder namelijk nogal eens tegengehouden door de andere ouder. Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat voor verhuisplannen met kinderen altijd toestemming van de andere ouder nodig is. Ouders hebben immers na scheiding gezamenlijk gezag over de kinderen. Daardoor kan een belangrijke beslissing in het leven van kinderen, zoals een verhuizing of de inschrijving op een andere school, alleen genomen worden met toestemming van beide ouders. De ouder bij wie het kind staat ingeschreven, heeft dus altijd de medewerking van de andere ouder nodig om samen met het kind te kunnen verhuizen.
Als de andere ouder weigert om toestemming te verlenen, kan de toestemming van de rechter voor de verhuizing daarvoor in de plaats komen. Voor de rechter staat het belang van het kind in zo’n situatie echter altijd voorop. Het contact met de andere ouder en de vertrouwde omgeving van het kind spelen daarbij een belangrijke rol. Inmiddels is wel duidelijk dat ouders over een procedure tot vervangende toestemming voor verhuizing niet te makkelijk moeten denken. Als ouders dat wél doen, kan dat ingrijpende gevolgen hebben: de rechter kan bepalen dat de kinderen hoofdverblijf krijgen bij de andere ouder of dat de ouder moet terugverhuizen. Dat kan ook zo zijn als de nieuwe plek maar een paar kilometer verderop ligt.
Eerste plaats
Het is goed om na een echtscheiding nieuwe dromen na te jagen. Verlies de kinderen daarbij echter niet uit het oog. Zij hebben niet om de situatie gevraagd en verdienen de eerste plaats, vóór het belang van de ouder, al dan niet met bijbehorende nieuwe liefde. Als ouders gaan scheiden, is dat een gebeurtenis die bij kinderen lang kan nadreunen. Stel de belangen van het kind dus ook bij verhuisplannen centraal en ga zoveel mogelijk op zoek naar een nieuwe start binnen zijn of haar vertrouwde (geografische) omgeving. Dit kan niet alleen een juridische strijd voorkomen, maar (niet op de laatste plaats) ook verdere onduidelijkheid en onrust bij de kinderen.
Mr. L. E. de Wolf is advocaat bij BVD advocaten.