Minister Jeanine Hennis van Defensie heeft in juni 2015 „vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling op de hoogte gesteld van de Nederlandse luchtaanval op Hawija in Irak en daarbij gezegd dat nader onderzoek nodig was om vast te stellen of er burgerslachtoffers waren gevallen.
„De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden”, schrijft minister Ank Bijleveld (Defensie) aan de Tweede Kamer.
Hennis is wel zeker toenmalig minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) op de hoogte te hebben gesteld. Volgens Hennis was „de toon van de boodschap niet alarmerend” en zijn er geen aantallen burgerdoden genoemd. Koenders heeft ook geen herinnering aan een dergelijk gesprek.
Bij de luchtaanval vielen veel doden maar het exacte aantal is niet vast te stellen, aldus Bijleveld. Het zou om vele tientallen doden gaan waaronder burgers. Een dag de aanval repten internationale media over zeventig doden.
Hennis informeerde enkele weken later de Kamer onjuist over de kwestie door te melden dat er geen doden waren door Nederlandse acties in Irak. Daarmee was de Kamer onjuist geïnformeerd. Bijleveld hoorde dat pas begin deze maand.
Ze liet de Kamer weten dat het „aannemelijk” was dat meer bewindslieden in 2015 op de hoogte waren gesteld onder wie de premier. Daar wilde de Kamer toen het naadje van de kous van weten. Tijdens een debat over de kwestie zegde bijna de hele oppositie het vertrouwen in Bijleveld op.
De Kamer gaat zoals het zich nu laat aanzien woensdag in debat met Rutte en Bijleveld over de zaak.