Geschiedenis

Gezin blijft de basiscel van de samenleving

Sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw hebben er grote veranderingen in het traditionele gezin plaatsgevonden. De democratisering en de roep om inspraak in de samenleving weerspiegelde zich in de gezinsverhoudingen. Kinderen werden mondig. En het eenoudergezin rukte op.

Dr. John Exalto
25 October 2019 19:24Gewijzigd op 16 November 2020 17:20
Een gezin in de jaren 50 van de vorige eeuw.  beeld Getty Images/Fortgens Photography
Een gezin in de jaren 50 van de vorige eeuw.  beeld Getty Images/Fortgens Photography

De serie ”Het gezin van toen” heeft in de vier afgelopen afleveringen een beeld geschetst van het gezin in het verleden. We zien daarin zowel verandering als continuïteit. De stabiele factor vormen vader en moeder die voor de kinderen zorgen. De verandering zit in de onderlinge verhoudingen die meer of minder intiem zijn. Gezag en autoriteit wisselen ook nogal per periode. Maar het is niet zo dat de autoritaire vader uit de zestiende eeuw in de twintigste eeuw niet meer te vinden is.

Het omgekeerde is misschien wel het geval. Gerbrandus Jansz., die we ons herinneren als vader van de jonggestorven Abigael, had een affectieve en min of meer gelijkwaardige relatie met zijn dochter. Of dat voor Koenraad van Baren uit 1900 ook gold, weten we niet. Mogelijk was die veel meer gehecht aan zijn gezag en positie als heer des huizes.

Kortom, de geschiedenis verloopt niet rechtlijnig van streng naar mild, van primitief naar ontwikkeld. Elke tijd en elk gezin moet z’n eigen vorm en structuur zien te vinden en afstemming vinden in de onderlinge verhoudingen. Daarbij spelen de overwegingen van twee Jacobussen een bepalende rol – Jacobus Koelman en Jacob Cats. Laten we opgroeiende kinderen de vrijheid om te puberen en een paar narrenschoenen verslijten, of vragen we van hen verantwoord christelijk en burgerlijk gedrag zonder gekkigheid en opstand tegen ouderlijk gezag?

Bepalende invloed daarop hebben in onze tijd niet alleen ouders, maar ook andere sociale verbanden: vrienden, school, club, kerk. En niet te vergeten: de sociale media. Er ligt hier een mooie uitdaging voor ouders om ”het normale leven” te laten zien tegen de digitale schijn. Conservatieve gezinswaarden botsen algauw met gedragspatronen op de iPhone. De vraag die gesteld kan worden aan ouders is of angst hier de beste raadgever is, of dat we vertrouwen mogen hebben in de kracht van tijdloze waarden die onze kinderen bij het ouder worden vanzelf zullen internaliseren, als vrucht van een voorgeleefd voorbeeld in gezin, school en kerk.

In de twintigste eeuw is het gezin vergeleken met de verzuilde tijd ervoor grondig van aanzicht veranderd. De verzorgingsstaat en de welvaart maakten echtscheidingen ook financieel mogelijk. Eenouder- en samengestelde gezinnen werden meer dan eerder gebruikelijk. Ook in conservatief-christelijke kringen komen echtscheidingen meer dan voorheen voor. Individuele levenskeuzes zijn belangrijker geworden dan een collectief betekenis geven aan het bestaan rond de knusse haard in het ouderlijk huis.

De jaren zestig van de twintigste eeuw markeerden de overgang van de gezagshuishouding naar het onderhandelingshuishouden. Gezag werd vervangen door wederkerigheid, bevel werd ingeruild voor gesprek. Maar die overgang verliep bepaald niet zonder slag of stoot. Het leverde de nodige conflicten op tussen autoritaire vaders, gewend aan het natuurlijke gezag, en recalcitrante zoons, niet langer genegen blindelings te gehoorzamen alsof ze geen eigen leven en mening hadden. Die conflicten waren voor een deel al eeuwen bekend: pubers die met gezagsdragers botsen. Maar voor een deel was de sfeer van de jaren zestig nieuw: die pubers eisten nu zeggenschap. De democratisering die op allerlei fronten in de samenleving terrein won, drong ook in het gezin door.

2019-10-25-katVR6-GezagProvoGezin-8-FC-V_web.jpg
Politieagenten treden op tegen herrieschoppende provo’s in de binnenstad van Amsterdam. beeld ANP

Puberperspectief

Een document waarin op een indringende wijze van een dergelijke worsteling vanuit puberperspectief verslag wordt gedaan, is het boek ”De schaduw van drie sterren” (1994) van Gert H. Kuijt, de zoon van Piet Kuijt (1910-1987), oprichter en eerste directeur van kweekschool de Driestar. De vader wordt geportretteerd als een autoritaire, wat gesloten man, die leefde voor zijn grote missie: de kweekschool. Zijn gezin moest daarvoor wijken.

De zoon voelde zich in dienst van de vader en miste een gevoel van eigenwaarde. Hij vond gehoor bij de moeder, die zich echter geheel achter de missie van haar man schaarde. De zoon bewondert ten diepste de vader, maar hunkerde naar meer persoonlijke aandacht. De volgende passage maakt dat duidelijk:

„Die avond aan tafel was er eindelijk weer eens een gezellige sfeer. Zelfs vader Van Nieuwlande [pseudoniem voor Piet Kuijt] vergat even zijn haast om weer aan het werk te gaan, er werd gelachen en even leek de harmonie van vroeger, toen het allemaal minder druk en dus gezelliger was, hersteld toen Gerards vader met lachtranen in zijn ogen zei: „Jongens, hou op, dit kan zo niet, de stemming stijgt maar het peil daalt pijlsnel.” Die uitspraak hadden ze lang niet gehoord. Misschien had het gesprek in het ”kamertje” toch wat opgeleverd. Gerard was blij dat zijn moeder ineens veel jonger leek.

„Kom jongelui, we nemen nog een sterappeltje toe en dan gaan we eindigen.”

Als de sfeer ontspannen was, nam de grote man alle tijd om ook het laatste sterappeltje tussen zijn sterke voortanden te vermalen.

„Dat uit zo’n kleine pit zo’n grote boom kan groeien, is het geen wonder?”

Mogelijk door de pitten van het sterappeltje geïnspireerd wist hij, zoals vaak het geval was, ook die avond een toepasselijk Bijbelgedeelte op te slaan. Hij las als afsluiting van de maaltijd de gelijkenis van het mosterdzaad uit Mattheüs 13 van de Statenvertaling. […] „Zo zal God, naar ik hoop en bid, ook het werk aan onze kweekschool zegenen tot heil van ons volk. En nu allemaal lekker aan het werk. Wie hebben er corvee vanavond?”

Zo eindigde ook dat gezellig samenzijn met een heilwens voor het drie-sterren-instituut, het belangrijkste in het leven van vader Van Nieuwlande.

„Het zal nooit anders worden”, mompelde Gerard tijdens de vaat.

„Wat zeg je, Gerard?”

„Och, moeder, laat maar, vader kan waarschijnlijk niet anders.”

„Het was nu toch goed, Gerard?”

Hoe de situatie in de gereformeerde gezindte anno 2019 is wat de ouder-kindrelatie betreft, is nog geen voorwerp van onderzoek geweest. Het zou goed zijn als daar aandacht voor kwam, zodat er uitspraken gedaan konden worden over de mate van autoriteit, het gevoel van welbevinden van kinderen, en de rol van de moeder in dit geheel.

Als we het gezin in langetermijnperspectief plaatsen, zien we dat de Reformatie er een nieuwe betekenis aan gaf. We kunnen dan beter zeggen: het huwelijk. Want of er kinderen kwamen was niet het primaire doel. Het ging om het samenleven van man en vrouw. Reproductie was niet het primaire doel van de echtverbintenis.

2019-10-25-katVR6-FamKuijt-4-FC_web.jpg
Het jonge gezin van de latere Driestardirecteur Piet Kuijt in 1940. beeld privécollectie

Emanciperen

Maar vele huwelijken resulteerden natuurlijk in kinderen. Aanvankelijk nam de man de regie in het domestieke domein, maar in de achttiende eeuw emancipeerde de vrouw zich. Zij nam een belangrijk deel van de huismacht over. Misschien was de tijd van het ”grote gezin” wel haar gloriemoment. In de loop van de twintigste eeuw emancipeerde het kind zich binnen de gezinsverhoudingen. Mondigheid als opvoedingsdoel begon haar eindpunt te naderen.

Autoritaire vaders werden onder kritiek gesteld en moeders werden door oudste zoons in bescherming genomen. Voor het gezin lijkt echter een goede toekomst weggelegd als natuurlijke samenlevingsvorm. Tegelijkertijd dringt de individualisering op alle fronten door. De vraag is of gezinnen nog langer als norm aangemerkt moeten worden en alleenstaanden als ”gemankeerde” individuen. Alleenstaanden kunnen uiteenlopende levenskeuzes maken die wij niet kennen.

Het lijkt daarom tijd om hen meer te zien als volwaardige personen met eigen levenskeuzes. Intussen lijkt het erop dat Jacobus Koelman en Petrus Wittewrongel wel een sterk punt maakten door de opvoedingsverantwoordelijkheid primair bij de ouders –en niet bij kerk of school– neer te leggen. Het gezin is de basiscel van de samenleving waar waarden- en normenpatronen worden overgedragen.

Gezin van toen

Dit is de vijfde aflevering in een serie artikelen over de geschiedenis van het gezin.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Gezin van toen

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer