Over vrijheid van meningsuiting is al heel wat gedebatteerd. Columnisten en politici maken er gretig gebruik van en zoeken soms de randen op. Mag je je politieke medestanders de vraag voorleggen of ze meer of juist minder Marokkanen willen? Mag je de koning uitmaken voor een profiteur? Mag je een carnavalswagen versieren met poppen met een haakneus, pijpenkrullen en een kist met geld? Mag je een video in elkaar knutselen waarin je een SGP-politicus een blasfemisch lied in de mond legt?
Over dit soort vragen gaat het meestal, wanneer de vrijheid van meningsuiting in conflict komt met het verbod op discriminatie. Nare kwesties, die iedereen direct een niet-pluis-gevoel geven en die veel onrust veroorzaken in de samenleving.
Zo bezien is het verbazend dat PvdA-Kamerlid Ploumen zich deze week openlijk zorgen maakte over een folder van het Platform Zorg voor Leven. De flyer wordt in heel Nederland huis-aan-huis verspreid in de Week van het Leven, maar is nu al gebrandmerkt als omstreden anti-abortusfolder. „Die past in een patroon waarin vrouwen die voor een abortus naar een kliniek gaan, geïntimideerd worden, waar vrouwen onder valse voorwendselen in een bus worden gelokt om daar te spreken over abortus terwijl ze dat niet wensen”, zo hield Ploumen de Tweede Kamer voor. Nee, ze wil de folder niet verbieden, maar wel met minister De Jonge van Volksgezondheid in debat gaan over de betekenis en de consequenties ervan.
Ploumen ving bot, maar kreeg vrijdag toch een steuntje in de rug van het Humanistisch Verbond dat razendsnel ja-neestickers ontwikkelde. Die zijn vooral bedoeld als publiciteitsstunt: ze hebben geen juridische status en de verspreider van de folder hoeft zich er niets van aan te trekken. Minister Kaag voor Ontwikkelingssamenwerking nam de sticker in ontvangst en erkende dat vrijheid van meningsuiting een recht is, zodat zo’n folder verspreid mag worden. Maar en passant vroeg ze zich wel af „of het nodig is om het te doen?”
De organisatie Rutgers hakte een stuk feller in op de „fanatieke” actie: „Dit gaat niet om bescherming van leven, maar om inperking van de positie van de vrouw en haar keuzevrijheid.”
Verbazend, dat een keurige prolifefolder al zoveel reacties oproept vóór die op de mat valt. Het onderstreept dat hier sprake is van een geestelijke strijd. Aan de ene kant staan voorvechters van keuzevrijheid. Dat klinkt positief, maar het is niet eens een halve waarheid. Hoe humaan is keuzevrijheid als die bereikt wordt door een ongeboren kind de mond te snoeren? Wat is een samenleving waard waarin onmondigen rechteloos zijn?
Tegenover onwaarheden en insinuaties past een waardig antwoord. Wapens van een andere orde: het gebed of God deze folder nú al wil zegenen en levens wil redden, nog vóór hij bezorgd wordt.