De weg terug naar Syrië is afgesloten
Onder Syrische vluchtelingen in de Libanese Bekavallei gebeuren opmerkelijke dingen. Honderden Syrische moslims hebben er, de oorlog moe, hun godsdienst vaarwel gezegd en zijn christen geworden.
Een kijkje in het leven van drie Syrische gezinnen in het Libanese Zahle. Hun verhalen zijn verschillend, maar voor allen geldt: als ex-moslims kunnen ze niet meer terug naar Syrië. Tegelijk is een bestaan opbouwen in Libanon haast onmogelijk. Toch hebben ze geen spijt.
Mahmoud maakte een wonder mee
Wie? Mahmoud (40) uit Afrin met zijn vrouw en drie kinderen
Waar? in een lekkend, illegaal gebouwd appartement
„Ik werkte al in Libanon voordat de oorlog uitbrak. Mijn vrouw en kinderen zijn hier met mij sinds zes jaar. Daarvoor zaten ze twee jaar lang vast in Afrin. Ze konden door de oorlog geen kant op. Zodra het kon, zijn ze hierheen gevlucht.
Eerst woonden we op een kippenboerderij hier in Zahle, toen konden we dit appartement krijgen. Het is goedkoop, want het is lek en het is ook niet legaal omdat het boven op het dak is gebouwd. Iets anders kunnen we ons niet veroorloven, want Syriërs mogen officieel niet werken in Libanon. Ik ben al eens eerder gepakt, toen moest ik 1500 dollar boete betalen.
Ik heb geen idee hoe onze toekomst eruit zal zien. Anderen kunnen misschien teruggaan naar Syrië, maar dat is voor ons uitgesloten omdat we christen zijn geworden. Ik zou waarschijnlijk gedood worden door mijn familie als ik terug zou gaan naar Afrin.
Dat we christen zijn geworden, komt door mijn vrouw. Zij begon vijf jaar geleden al een kerk te bezoeken hier in Zahle, omdat die kerk ons hielp. Ik weigerde lange tijd te gaan. Twee jaar lang verbood ik mijn vrouw om te gaan. In die tijd heeft ze thuis gebeden, ook voor mij. Toen liet ik haar weer naar de kerk gaan. Ze leerde er geen slechte dingen. De predikant zei dat ze moest luisteren naar haar man en ik merkte dat we ook veel minder ruzie maakten.
Begin dit jaar raakte de man van een vriendin van mijn vrouw zwaargewond. Hij had gerookt in de buurt van benzine. Dat ging mis en hij raakte over zijn hele lichaam verbrand. We zochten hem op in het ziekenhuis en de dokter zei dat hij binnen een uur zou overlijden. Mijn vrouw wilde voor hem bidden, maar ik wilde als moslim niet dat zij zijn hand zou vastpakken. Daarom pakte ik zelf de hand van die man terwijl mijn vrouw mijn andere hand pakte.
Op dat moment zei ik in mijn hart: Ik wil nu weten wat de juiste weg is, die van mijn vrouw of die van mij. Als de weg van mijn vrouw waar is, zei ik, laat dan deze man genezen.
God hoorde dat gebed. Toen mijn vrouw begon te bidden, voelde ik iets buitengewoons. Ik kan er moeilijk woorden aan geven. Ik ben 40 jaar oud, maar dit had ik nooit eerder gevoeld. Het was een gevoel dat me naar Christus duwde; het was geen menselijk gevoel.
Terwijl mijn vrouw aan het bidden was, kwam er meer activiteit op het scherm met de hartslag van de man. De dokter kwam en zei dat we weg moesten gaan, dat er iets bijzonders gebeurde. De man bleef toch in leven. Toen wist ik zeker: mijn vrouw is op de juiste weg. Sindsdien volg ook ik Jezus.
Hoewel we weten dat we op de goede weg zitten, heeft onze beslissing ons leven niet makkelijker gemaakt. Over tien jaar ben ik 50. Wie zit er dan nog op mij te wachten? Zelfs mijn kinderen zullen hier geen werk vinden. Terug kunnen we niet, maar zolang we hier blijven, hebben we helaas geen zicht op verbetering.”
Mainah werd beschermd
Wie? Mainah (29) uit Idlib met haar man en vier kinderen
Waar? in een kaal tweekamerappartement
„Door de oorlog in Syrië hadden wij geen keus: we moesten vertrekken. Zeker nu ligt de regio Idlib onder vuur, maar eerder was het ook al gevaarlijk. We zijn eerst naar Zuid-Libanon gevlucht en wonen nu in dit huis in Zahle.
Toen we eenmaal hier waren, vertelde een vriendin dat ze in een kerk eten uitdeelden. Daar ben ik heen gegaan. Ik werd uitgenodigd voor een dienst. Die heb ik uit nieuwsgierigheid bezocht. Weet je wat ik daar voelde? Vrede. Vrede op een manier die ik niet kende. Vrede en vreugde.
Tegen de mensen van de kerk zei ik: Ik hoef geen hulp meer, ik wil alleen hier komen om te luisteren. Ik wil de waarheid weten. En aan God vroeg ik: Als U het echt bent, hier in deze kerk, wilt U dan een wonder doen? Ik vond het moeilijk om dat aan Hem te vragen, maar aan de andere kant: de islam verlaten is een enorme stap voor mij. In die tijd was mijn man nog in Zuid-Libanon en ik zat hier alleen met twee kinderen. Als iemand me kwaad zou willen doen, was dat niet moeilijk.
God heeft toen meer dan één wonder gedaan. Direct de volgende dag al vond ik een tas met tomaat, komkommer en andere etenswaren voor de deur. We hadden niets, dus dat was heel bijzonder. Diezelfde dag kwam er een man langs met een gastank. Hij zei: God heeft me verteld dat ik hier een gastank moest brengen.
Vanaf die dag bezocht ik de kerk regelmatig. Sommige familieleden kwamen daar achter en een neef belde mijn vader in Idlib. Dat vond ik verschrikkelijk, want mijn vader was een tamelijk hoge officier bij Jabhat al-Nusra, een van de belangrijkste jihadistengroepen in Idlib. Mijn vader liet me weten dat er een auto zou komen om me mee te nemen naar Syrië. Daar zou hij me doden. Ik kon geen kant op; waar moest ik heen? Maar dezelfde dag nog kreeg mijn vader een hartaanval waaraan hij overleed, 48 jaar oud. De auto is nooit gekomen.
Iets soortgelijks gebeurde afgelopen maand. Een oom belde me op. Ook hij is bij de Nusrabrigade. Hij zei: Als je ooit terugkomt, dood ik je. Maar ik hoorde een paar dagen geleden dat hij zelf is gedood in de strijd.
Mijn familie wil niets meer van me weten. Mijn broers en zussen zeggen dat het mijn schuld is dat pa stierf. Ze zijn begonnen met spullen te verkopen en verdelen de opbrengst onder elkaar. Ik krijg niets; ik ben als dood voor hen. Maar gek genoeg doet me dat niet zo veel. Het is alsof God tegen me zegt: Jij hebt het geld niet nodig. Jouw erfdeel is niet hier op aarde. Jouw deel is bij Mij.
In dat vertrouwen gaan we verder, mijn man en ik. Gelukkig steunt hij me in mijn weg en wil hij zelf ook meer weten over wie God echt is. Met God kunnen we verder. Maar hoe dat praktisch moet, dat weet ik echt niet. Terug naar Idlib is onmogelijk, maar hier is uiteindelijk ook geen toekomst. We moeten het aan Hem overlaten.”
Wasilah vond vrijheid
Wie? Wasilah (28) uit Idlib met haar twee kinderen
Waar? in een niet afgebouwd huis zonder ramen
„In Idlib studeerde ik Arabische literatuur totdat we moesten vluchten. Met mijn familie kwam ik hier in Libanon terecht. Mijn broers dwongen me om te trouwen met een neef, maar dat wilde ik beslist niet – vooral niet omdat hij per se wilde dat ik de hijab, de hoofddoek, zou dragen.
Ik ontmoette een Libanees en ging er met hem vandoor. We trouwden en kregen twee kinderen. Hij was niet strikt en vond het best als ik geen hoofddoek droeg.
In die tijd kwam ik in contact met de kerk. Mensen van de kerk begonnen me te bezoeken. Ze namen eten mee en vertelden me over Jezus. Ik voelde aan dat Hij degene was naar wie ik op zoek was, vooral omdat ik destijds bang was voor zo ongeveer alles. Vooral gedachten over de dood en het graf maakten me angstig. Het lukte me niet om rust te vinden en ik nam al lange tijd kalmeringsmiddelen.
Toen ik God leerde kennen, ben ik daar radicaal mee gestopt. Ik ontdekte dat Bijbelstudie en bidden veel betere medicijnen zijn voor mij. Ik ben nu niet langer bang. De duistere gedachten zijn weg en ik weet: wat er ook gebeurt, de Heere is met me.
Vanaf dat moment wilde ik zéker geen hoofddoek meer op. Ik kan het niet goed uitleggen, maar voor mij is dit iets heel belangrijks. Ik hoef dat ding niet te dragen van God. Ik heb als vrouw genoeg onvrijheid gezien in Syrië en daar wil ik niet naar terug.
Maar mijn schoonouders begonnen er ruzie over te maken en mijn man zei: Kun je het dan niet voor hen doen? Wat mij betreft ben je christen in je hart en neem je zelfs de kinderen mee naar de kerk, maar draag alsjeblieft die hijab.
Tussen mijn man en mij is het niet meer goed gekomen. Hij ging vreemd en woont nu weer bij zijn familie. Mijn eigen familie wil weinig van me weten. Met een broer heb ik nog contact, maar hij heeft twee andere broers laten weten dat ik christen geworden ben. Zij wonen in Saudi-Arabië en zijn erg radicaal. Ik heb gehoord dat ze me willen doden.
Intussen woon ik hier met de kinderen in een gebouw dat nog niet af is. Daardoor kost het niet zo veel. Het nadeel is: er zijn geen ramen en we wonen gewoon op de betonnen vloer. Als het regent, regent het ook binnen.
Afgelopen winter was het erg koud en ik had geen geld voor brandstof. Het enige wat ik kon bedenken was een vuur op de grond van de keuken maken met wat afvalhout. Zodra ik wel een beetje brandstof heb, zet ik de oven aan en laat ik de klep openstaan.
Eerder kreeg ik geld van mijn ouders voor onze eerste levensbehoeften, maar sinds ik christen ben geworden geven ze me niets meer. Ik zie dan ook op tegen de komende winter, vooral vanwege de kinderen. Ze hebben vaak griep. En toch zie ik de toekomst niet somber in. Waarom zou ik? Ik ben juist bevrijd van die sombere gedachten. Voor de toekomst geldt: ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen.”
serie De kerk als toevlucht
Syrische vluchtelingen drukken zwaar op de Libanese samenleving. De kerk schiet te hulp waar de overheid het laat afweten. Deel 2 van een tweeluik: de geholpenen. Deel 1 verscheen gisteren.