John Piper: Hart prediker moet één zijn met boodschap
Predikers moeten tijdens het preken laten merken dat ze helemaal achter de boodschap staan die ze brengen”, stelt John Piper. „Preken is aanbidding.”
De Amerikaanse theoloog sprak maandag tijdens een predikantenconferentie in Amerongen, in gebouw Hebron, het vroegere Zendingsdiaconessenhuis. De conferentie, die was georganiseerd door de christelijke organisaties Het Zoeklicht, HeartCry en Geloofstoerusting, trok ongeveer 260 reformatorische en evangelische predikanten, kerkelijk werkers, theologen en theologiestudenten. Er werden psalmen gezongen uit de berijming van 1773 en liederen uit Opwekking.
Het hoofdthema van de toespraak van de theoloog was ”prediking als verklarende aanbidding”. „Goede preken verklaren wat er in de Bijbel staat”, aldus Piper. „De luisteraars snappen de tekst. Niet omdat de voorganger het zegt, maar omdat ze door de verklaring begrijpen wat er werkelijk staat.”
Maar er is volgens de Amerikaanse predikant meer nodig voor een goede preek. „Het hart van de prediker moet één zijn met wat hij verkondigt. Hij moet God verheerlijken, zelfs als hij over de hel, de zonde of de dood preekt.”
Er is pas sprake van een goede preek als de prediker de betekenis van de Schrift duidelijk maakt en zelf zichtbaar door de boodschap bewogen wordt, vatte Piper samen. „God wordt verheerlijkt als een prediker in zijn preek God aanbidt. Als een voorganger iets perfect verklaart, maar zijn hart is er niet bij, dan is het een leugen. Het is niet meer dan toneelspel als de prediker een enthousiaste preek houdt maar de waarheid niet vertelt.”
Bevel
De gereformeerde baptist noemde 2 Timotheüs 4:2 als een tekst die uitdrukkelijk het bevel geeft om in de gemeente te preken. „Het gaat niet om Bijbelstudie, discussie of gesprek, maar om een boodschap die verkondigd wordt. Hoe zou je die goede boodschap duidelijk kunnen maken als je niet laat zien dat je er helemaal achterstaat?”
Als voorbeeld noemde hij de vriendschap van de Amerikaanse staatsman Benjamin Franklin met opwekkingsprediker George Whitefield. Toen iemand aan Franklin, die een deïst was, vroeg waarom hij zo’n vriend had, antwoordde hij: „Omdat hij gelooft wat hij zegt.”
Tijdens een ”Ask Pastor John-sessie” ging Piper in op vragen van conferentiegangers. Op een vraag over de verhouding tussen rechtvaardiging en heiligmaking in preken zei Piper: „Het kruis is het fundament van de preek. Alle beloften in de Bijbel vloeien daaruit voort. Vandaaruit worden lijnen naar de levens van mensen getrokken.”
Hij noemde als voorbeeld een preek over geld. „Het is een gebod van God om niet onder de invloed van geld te komen.”
Een andere vraag ging over muziek tijdens kerkdiensten. Piper vindt zingen belangrijk en waardeert het zingen van psalmen. Maar alleen psalmen zingen is volgens hem niet genoeg. Hij pleitte voor het zingen van verantwoorde nieuwtestamentische liederen, waarin de naam van Jezus genoemd wordt.
Over de Nashvilleverklaring over huwelijk en seksualiteit, die hij ook ondertekend heeft, zei Piper dat kritiek moeilijk te voorkomen is. „Het is nodig om je mening genuanceerd te brengen. Als je een Bijbels geluid laat horen dat mensen niet aanstaat, kan men alleen de toon bekritiseren. Dat zal blijven gebeuren.”
Piper woonde zondag een dienst bij in de hersteld hervormde gemeente in Apeldoorn. Verder spreekt hij vrijdag en zaterdag in Hamburg op de jaarlijkse conferentie van de Duitse organisatie Evangelium21.
Zie ook:
Waarom John Piper de Bijbel geweldig vindt, RD.nl (17-02-2018)