Piper: Hef een fakkel op tegen gletsjer van secularisme
Als een ijzige gletsjer ziet hij liefdeloosheid zich uitstrekken over de wereld. Maar zonder hoop is John Piper niet. „Er is geen duisternis te duister voor God om verandering te geven.”
Wie hem ziet preken, valt de vurigheid op die Piper eigen is. Brede armgebaren, geregeld verheft hij zijn stem. Met name als hij de boodschap brengt die hij al decennia laat horen: dat God het meest verheerlijkt wordt wanneer mensen hun vreugde vinden in Hem.
Een-op-een is de 73-jarige predikant een andere verschijning. Terughoudend, breekbaar bijna. Het is ruim zes jaar geleden dat hij afscheid nam als voorganger van de Bethlehemgemeente in het Amerikaanse Minneapolis. Sinds die tijd is zijn leven veranderd, vertelt Piper. „Mijn vrouw zou zeggen: ten goede. De avonden ben ik nu met haar. In het pastoraat was ik altijd beschikbaar, mensen moesten een beroep op mij kunnen doen wanneer nodig. Dat is niet langer zo.”
Ook is er meer tijd om boeken te schrijven en internationaal te spreken, zegt de predikant. „Dat zie ik als voordelen. Maar schaduwkanten zijn er ook. Ik mis de Woordbediening in één gemeente. Om week in, week uit met dezelfde mensen het Woord te openen, heb ik als zeer waardevol ervaren. Nu spreek ik twee keer op een conferentie en dan vertrek ik weer. En je vraagt je af: Zou er nog iets gebeurd zijn? Heeft God erdoor gewerkt? Ik vind het teleurstellend om dat nu te missen; anderzijds wist ik dat het eens moest gebeuren. We kunnen niet altijd leven – tenminste, niet hier.”
Calvinisme
De Amerikaanse theoloog spreekt in Nederland in het jaar waarin 400 jaar Dordtse synode werd herdacht. De Dordtse Leerregels die hieruit voortkwamen hadden grote invloed in zijn leven, zegt Piper. „Indirect dan, niet direct. Ik groeide als baptist op zonder dat ik een van de gereformeerde belijdenissen kende.”
Dat veranderde in zijn 22e levensjaar. „God brak in mijn leven in, om me op een overweldigende manier bekend te maken met de schoonheid van het gereformeerde belijden – met Zijn soevereiniteit in mijn zaligheid. De waarheden hiervan, zoals verwoord in de vijf punten van het calvinisme, zijn de belangrijkste in mijn leven. Hoewel ik baptist ben, wil ik gereformeerd zijn in mijn verlossingsleer.”
Nu wil de predikant „een instrument zijn in Gods hand” om deze boodschap uit te dragen. „De realiteit van een geweldig heerlijke, soevereine God, Die mij verlost van de meest dodelijke vorm van verdorvenheid door mij onweerstaanbaar tot Zich te trekken en Die mij eeuwig bewaart als Zijn kind. Ik verlang ernaar dat mensen die waarheid kennen en ervaren.”
Secularisme
Het Nederland van vandaag is niet meer hetzelfde land als waar ooit deze gereformeerde belijdenis op schrift werd gesteld, ziet Piper. „Maar Nederland is niet het enige land en Europa niet het enige continent waar secularisme prominent aanwezig is. Amerika beweegt zich net zo snel in de verkeerde richting.”
De „wortel van het probleem” ziet de predikant liggen in „het ons afkeren van God en Zijn glorie als onze hoogste schat. We zeggen nee tegen de heerlijkheid van God, maar omarmen –zoals Romeinen 1 het zegt– de beelden van onszelf of van andere dingen.”
De theoloog was een van de ondertekenaars van het Nashville Statement, een verklaring die in 2017 verscheen met de bedoeling een „Bijbelse visie op gender en seksualiteit” te geven. Evenals de Nederlandse vertaling die begin 2019 verscheen, riep het oorspronkelijke statement veel kritiek op vanuit de samenleving én vanuit kerkelijke kringen.
Piper signaleert dat „onderwerpen als homoseksualiteit en transgenderisme sterke aandacht hebben. Er zijn mensen die vurig pleiten voor een seksuele praktijk die zondig is. Het eerste hoofdstuk van de Romeinenbrief wijst erop dat het zoeken van beelden buiten God er ook toe kan leiden dat Hij ons overgeeft aan onze begeerten. Daarnaast is seksualiteit een schitterende gave van God, die Hij gegeven heeft tot Zijn eer. Het is niet verwonderlijk dat de satan zich juist op deze gave richt.”
Duisternis
Er is echter hoop voor de kerk in een seculiere omgeving, benadrukt de predikant. „Die ligt in de soevereiniteit van God. Juist wanneer je denkt dat de dingen er slechter voorstaan dan ooit, breekt God in. Je ziet dat in de Bijbel en in de kerkgeschiedenis. Er is geen duisternis te duister en geen slechtheid te slecht voor God om verandering te geven.”
Hij vergelijkt de eindtijd vaak met een schuivende ijsgletsjer. „Die strekt zich verder en verder uit over Amerika en Europa. Ik geloof dat de situatie steeds slechter zal worden voor de Heere terugkomt. De liefde zal verkouden, zei Jezus. Maar Hij zei niet dat Apeldoorn, Amsterdam of Rotterdam de plaats moet zijn waar deze liefde bevriest. Daarom zeg ik: Laten we allemaal de fakkel van Gods Woord nemen en die hoog opheffen om het vuur tegen de gletsjer te houden. Wie weet, kunnen we er in Gods soevereiniteit een gat in smelten, zodat de heldere zon van het Evangelie er doorheen breekt en op onze stad of op ons land schijnt.”