Jacques Chirac (1932-2019): Man van het volk die met het geloof weinig raad wist
De donderdag overleden Franse oud-president Jacques Chirac (1932-2019) stond te boek als een pragmatische overlever. Hij was een man van het volk, die de tweedeling in het land echter niet wist op te lossen.
Het is 1979 als Jacques Chirac als burgemeester van Parijs op een dag een onderhoud heeft met zijn kabinetschef en adviseur voor religieuze zaken, Bernard Billaud. Die neemt met hem een aantal vragen door die afkomstig zijn van de nieuwe hulpbisschop van de stad, monseigneur Paul Joseph Jean Poupard. De eerste vraag luidt: „Wat betekent Christus voor u?” Waarop Chirac tegen Billaud zegt: „Dit ga jij voor mij doen.”
De anekdote, donderdag opgetekend door het Franse katholieke tijdschrift La Vie, lijkt typerend voor de houding van de overleden Franse president tot het christelijke geloof. In het boek ”Les présidents face à Dieu” (”De presidenten tegenover God”) typeert de Franse journalist Marc Tronchot Chirac als een humanist, die „meer met de mens had dan met diens goddelijke schepper.”
Het is niet zo dat God geen enkele betekenis voor hem had, zegt een vriend van Chirac, Denis Tillinac, in het boek. „Maar hij was niet iemand die zich aangetrokken voelde tot een strikte vorm van monotheïsme.” La Vie schreef hoe Chirac zich in zijn jonge jaren bijna tot het boeddhisme had bekeerd en dat hij die belangstelling voor oosterse religies altijd heeft behouden.
Chirac hechtte sterk aan het principe van de laïcité, de strikte scheiding van kerk en staat. Toch weerhield hem dat er niet van in 1996 de paus te bezoeken, Johannes Paulus II. Het was voor het eerst sinds 1959 dat een Franse premier het Vaticaan bezocht.
Vermoeid
Chirac was al langere tijd ziek. Hij woonde de laatste jaren van zijn leven in een appartement in het centrum van Parijs en ontving daar nog maar weinig bezoek. De oud-president was „een vermoeide man” geworden, aldus zijn vriend Hugues Renons in 2017 tegenover RTL. In 2016 was er een longinfectie bij hem vastgesteld, waarvan hij nooit meer echt opknapte.
Zijn leven was juist vol energie en ambitie geweest. Als burgemeester van Parijs (1977-1995) werkte Chirac al hard aan zijn grote droom: de verovering van het Elysée. De Fransen maakten het hem echter niet erg gemakkelijk: tot twee keer toe leed de gaullist in verkiezingen een gevoelige nederlaag tegenover zijn linkse tegenstrever François Mitterand. „De Fransen houden niet van mijn man”, moet zijn echtgenote Bernadette hebben verzucht, toen hij in 1988 opnieuw het onderspit delfde.
In 1995 wist Chirac zijn grote doel echter eindelijk te bereiken en in 2002 bovendien nog eens herkozen te worden. De balans van zijn twee termijnen presidentsschap is niet onverdeeld positief.
Chirac ontpopte zich als een bijzonder wendbaar leider, wat hem bijnamen opleverde als ”Kameleon Bonaparte” en ”La Girouette” (de windvaan). Economisch ontwikkelde Frankrijk zich onder zijn presidentsschap moeizaam. Chirac wist zijn belofte om de sociale tweedeling tussen onder meer stad en platteland in Frankrijk te verkleinen, niet in te lossen.
Een grote nederlaag was het referendum over de Europese grondwet in 2005. De Fransen stemden tégen, net als de Nederlanders. Het gaf het aanzien van Chirac binnen Europa een flinke knauw.
Bovendien werd hij tijdens zijn presidentsschap achtervolgd door beschuldigingen van corruptie, vriendjespolitiek en fraude in zijn tijd als burgemeester van Parijs. Na zijn aftreden in 2007 leidden die tot een proces waarin hij wegens machtsmisbruik en verduistering van politieke gelden tot twee jaar voorwaardelijke celstraf werd veroordeeld.
Irakoorlog
Hoogtepunten waren er echter ook. Chirac is in Frankrijk geprezen om zijn weigering in 2003 in de VN-Veiligheidsraad steun te geven aan de wens van de Amerikaanse president George W. Bush een oorlog in Irak te beginnen.
Binnensland toonde hij moed door als eerste naoorlogse president de medeverantwoordelijkheid van het Franse Vichyregime te erkennen voor de deportatie van de Franse Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij ontpopte zich bovendien als een onvermoeid tegenstander van het rechts-extremistische gedachtengoed van het toenmalige Front National van Jean Marie Le Pen.
Een grote troef van Chirac waren zijn charme en toegankelijkheid: hij schudde graag veel handen. De latere president François Hollande noemde Chirac donderdag dan ook een „vechter” die wist hoe hij een persoonlijke band moest onderhouden met de Franse bevolking.