„Vlees uit Azië, dat levert pas stikstofuitstoot op”
De stikstofuitstoot moet drastisch omlaag. „We doen al zo veel”, zeggen vader en dochter Van Beek, varkenshouders uit Putten. „Voor elk varken minder in Nederland komt er eentje bij in het buitenland, de mensen moeten wel eten. En in Azië is de productie lang niet zo milieuvriendelijk als hier.”
Een spannend moment voor de familie Van Beek: de presentatie van het stikstofrapport, woensdagavond. Geconcentreerd volgen ze voorzitter Johan Remkes. Wat heeft hij in petto voor hun sector?
Niet dat het hier naar varkens ruikt. De Van Beeks wonen weliswaar in boerenland, het buitengebied van Putten, tussen de maïs. Er is slechts één varken te zien, het is van beton en zit glimlachend bij de voordeur.
„Ons bedrijf is in Lelystad”, zegt Gert van Beek (52). Met echtgenote Wilma (53) en dochter Rianne (23), die bijna is afgestudeerd in de richting Dier- en Veehouderij in Dronten, en drie medewerkers runt hij een varkensfokkerij in de Flevopolder. Er worden elk jaar 15.000 biggen geboren. ”Er leven vijf gezinnen van.” De gezondheidseisen zijn hoog: bezoekers mogen twee dagen niet op een ander fokbedrijf zijn geweest en moeten eerst douchen.
Gert van Beek is lid van de Producenten Organisatie Varkenshouderij. „De milieueisen zijn in Nederland al veel strenger dan elders”, zegt hij. ”Op het gebied van huisvesting, dierenwelzijn, verlaging van de uitstoot loopt Nederland voorop.”
Hoe kijken zij naar Remkes’ rapport? In elk geval niet somber. „Wij zijn van plan nog twintig, dertig jaar een goed inkomen te verwerven uit de varkenshouderij”, zegt Van Beek strijdbaar, met een blik op zijn bedrijfsopvolger Rianne. „Ik werk al vanaf mijn elfde een paar dagen per week met mijn vader mee op het bedrijf”, zegt zij.
Warme sanering
Opluchting is de reactie als Remkes spreekt van „warme sanering” en „generieke volumebeperkingen” afwijst. Er gaat dus niet bij alle boeren 10 of 20 procent van de veestapel verplicht verdwijnen. ”Mooi dat dat van de baan is! Dat was voor de rechter ook niet houdbaar geweest.”
Remkes ziet een grote rol voor de provincies. „Krijg je weer gedoe met Brabant”, zucht Rianne. Brabant telt meer varkens dan mensen, er zijn nu nog zo’n 700 tot 800 fokkerijen. „De milieueisen zijn daar al strenger dan in andere provincies.”
Beiden vrezen regionale verschillen in beleid als elke provincie eigen keuzes maakt. „En meer bedrijven saneren is niet gratis, dat kost burgers belastinggeld.”
Terwijl hij luistert, kijkt Van Beek op Twitter: „Kijk, de sociale media ontploffen.” Dat komt omdat Remkes zojuist sprak van „juridische trucs en listen” die nu voorbij zijn. Niet netjes, vinden ze. Remkes verzekert weliswaar dat er niet één sector uitgepikt wordt. Toch leeft dat gevoel onder boeren, al was het maar omdat Schiphol en formule 1-races blijkbaar overal mee wegkomen.
„De varkenshouderij is zo veel efficiënter en schoner nu dan vijftien jaar terug, qua afvangen van stank en stikstof en qua voedselsamenstelling. Weinig sectoren zijn zo vernieuwend. De gedachte dat ”minder staarten” in de stal veel minder stikstof betekent, is sowieso te simpel.”
Rianne vult aan: „We gooien zo veel goed voedsel weg. Onze sector doet daar allang iets tegen: oud brood, patat en zuivel over de datum worden verwerkt in varkensvoer.”
Hogere prijzen
Twee pakken mager varkensgehakt van 400 gram kosten bij de Lidl vijf euro. Hogere prijzen, is dat de oplossing? Dochter Rianne: „Wat hier duurder wordt, haalt men van elders. De Zwitsers halen hun vlees daarom nu al graag van over de landsgrenzen. Gaat dat bij ons straks ook zo? Duitsland is niet zo ver weg.” Als prijsafspraken al mogelijk zijn, dan moeten die minstens op Europese schaal worden gemaakt.
Gert: „Als ik elk varken een strik om moet doen en er een rondje mee moet lopen, vind ik het prima. Als de consument er maar voor betaalt.”
Maar het rapport heet niet voor niets: Niet alles kan. Er zal toch wel íets moeten gebeuren? „Dat is zo, het is een klein land, maar dat land moet zuinig zijn op zijn voedselproducenten. We kunnen geen dag zonder, maar beseffen dat onvoldoende. Zolang is het nog niet geleden, dat mensen uit het Westen hongerig aanklopten bij de boerderijen in Putten”, zegt hij, doelend op de Hongerwinter.
De Van Beeks kunnen aanstekelijk praten over varkens. Tijd om aan te schuiven in talkshows? Dat zien ze toch niet zo zitten. Talkshows zetten graag voor- en tegenstanders tegenover elkaar. „En de media en sociale media bespelen, dat doen tegenstanders van de veehouderij op dit moment nog beter dan de boeren. Daar moeten we aan werken.”