De musicus op Huis te Linschoten: luit spelen op een kasteel
Arjen Verhage uit Amersfoort bespeelt de luit, een snaarinstrument dat in de zestiende en zeventiende eeuw heel populair was. „Je zou het kunnen vergelijken met de gitaar van nu”, zegt hij. „De luit was bij uitstek een begeleidings- en soloinstrument in die tijd. Wie een beetje opvoeding had genoten, speelde op de luit.”
Verhage studeerde aan het Amsterdams Conservatorium. Hij maakt deel uit van Camerata Trajectina, een muziekgezelschap dat zich heeft gespecialiseerd in Nederlandse muziek uit de zestiende en zeventiende eeuw. „We bestaan uit vijf kernleden waar we mee optreden”, legt Verhage uit. „De andere leden spelen blokfluit of viola da gamba of ze zingen. Afhankelijk van het repertoire breiden we uit met violisten of clavecinisten. Zo zullen we tijdens het aankomende Festival Oude Muziek in Utrecht met elf leden optreden.”
Camerata Trajectina speelt regelmatig in kastelen zoals het Muiderslot, kasteel Duivenvoorde of Hofwijck. Zo verzorgt het gezelschap theatrale voorstellingen over de Tachtigjarige Oorlog, zingt liederen uit de omgeving van Rembrandt of organiseert een „kluchtig eetfestijn” gelardeerd met muzikale lekkernijen. „We zijn als het ware het muzikale geheugen van Nederland”, aldus Verhage. „Poëzie werd in de zestiende en zeventiende eeuw vaak gemaakt op bekende melodieën. Het ging om wijzen en deuntjes die in het collectieve bewustzijn zaten. Gegoede burgers uitten hun meningen in liederen. Je zou kunnen zeggen: het debat voltrok zich zingend. Beroemde dichters als Hooft, Bredero en Cats gebruikten melodieën die iedereen kende.”
In Huis te Linschoten heeft Verhage ooit meegedaan aan een muzikaal project over de zogeheten ”tulpenmanie”. Tussen 1634 en 1637 bereikten de prijzen voor nieuw geïntroduceerde tulpenbollen extreme hoogten, tot de gekte in 1637 abrupt was afgelopen. Economen en historici beschouwen de tulpenmanie als de eerste grote speculatiegolf in de geschiedenis. In het project in Huis te Linschoten werden liederen uit deze roerige tijd geprogrammeerd, zoals het lied dat Constantijn Huygens schreef bij het overlijden van zijn vrouw Susanna. „De maatschappelijke dynamiek van toen voel je sterk in die liederen”, zegt Verhage.
Hoe voelt het om als musicus in kastelen op te treden? Verhage noemt het „een bijzondere ervaring.” „De muziek die wij uitvoeren is voor landhuizen en kastelen geschreven. In deze relatief kleine ruimten komt de muziek beter tot z’n recht en gaat ze meer leven voor het publiek.”