Bied kwetsbaar buitenlands kind veilige vakantie aan
Jaarlijks zoeken organisaties vrijwillige gastouders voor buitenlandse kinderen van wie de ouders een vakantie niet kunnen betalen. Een sympathiek idee, maar er kleven bezwaren aan.
Het recht op rust en recreatie is vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag. Naast ontspanning bieden vakanties kinderen de kans om belangrijke ervaringen op te doen. Op vakantie leert een plattelandskind fietsen tussen tramrails en ontdekt het stadskind dat het spek op zijn pannenkoek van een aaibaar dier komt. Kinderen leren zich op vakantie te verhouden tot wat voor hen vreemd is, liefst samen met hun eigen gezin. Er is tijd voor aandacht, samen activiteiten ondernemen of juist luieren.
Naast de gezinsvakanties gaan sommige kinderen op zomerkamp. Ze leven zich uit op een kabouter-, zeil- of ponykamp of bivakkeren op de hei met de kerk of de voetbalclub. Tijdens zulke kampen ontwikkelen kinderen nieuwe vaardigheden en gaan ze vriendschappen aan. Ouders en kinderen kunnen tijdens zo’n kampweek wennen aan elkaars afwezigheid en leren te vertrouwen op hun hereniging.
Het idee om kinderen uit kwetsbare of arme gezinnen een vakantie aan te bieden, is dus goed. De uitvoering, waarbij buitenlandse kinderen in Nederlandse gastgezinnen worden geplaatst, zou echter beter kunnen aansluiten bij de genoemde ontwikkelingsbehoeften en rechten van kinderen. Hoewel voor veel van deze kinderen zo’n vakantie een mooie ervaring zal opleveren, plaatsen wij toch kanttekeningen bij dit soort programma’s.
Vervreemding
Allereerst zal het meestal fijner zijn voor de kinderen om samen met hun eigen ouders op vakantie te gaan. Het gezin kan de onderlinge banden versterken, kinderen ontdekken in de nabijheid van ouders een nieuwe wereld en ouders vervullen hun normale opvoedersrol. Waarom geen financiële steun geven aan gezinnen om zelf een vakantie te kunnen uitzoeken die past bij hun behoeften? Of geef kinderen de kans om deel te nemen aan zomerkampen in eigen land of regio, dat waarborgt de continuïteit van vakanties en vriendschappen.
In de tweede plaats is de kans groot dat het kind in een gezin terechtkomt dat zo ver afstaat van de situatie in het herkomstland, dat zo’n vakantie angst en vervreemding oproept. Van gelijkwaardigheid zal per definitie geen sprake zijn, gezien de afhankelijke positie van het kind ten opzichte van de gastouders die zijn recreatierecht invullen. Uit het verleden zijn verhalen bekend van kinderen die zich tijdens of na de vakantie onhandelbaar gedroegen, of die zelfs helemaal niet meer naar huis wilden.
In de derde plaats zijn er duidelijke veiligheidsrisico’s verbonden aan deze opzet. Hoewel referenties en een verplichte Verklaring Omtrent Gedrag worden gevraagd, ligt misbruik toch op de loer. Alleen al omdat een kindje, dat de taal niet spreekt en het land niet kent, niet zou weten waar het naartoe moet als er iets naars gebeurt. Het bevreemdt ook dat men een voorkeur voor geslacht en leeftijd mag aangeven. U wilt een 12-jarig jongetje uit Oekraïne? Of liever een 5-jarig meisje uit Bosnië? De geschiedenis leert dat misbruikers kwetsbare kinderen feilloos als prooi weten te vinden en dat goedwillende organisaties door hen worden misleid.
Kortom: waarom zo’n kwetsbare vakantieregeling voor buitenlandse kinderen handhaven, terwijl er lokaal veiligere en duurzamere oplossingen mogelijk zijn?
Mathijs Euwema is directeur, Carla van Os bestuurslid en Nico van Oudenhoven oprichter van International Child Development Initiatives (ICDI), die zich sinds 1994 inzet voor de psychosociale ontwikkeling van kinderen die opgroeien in moeilijke omstandigheden.