„Bied meer dan een morfinespuit”
Terminale patiënten bij wie de pijn afneemt, maar die niet altijd genieten van betere levenskwaliteit. Hoogleraar palliatieve geneeskunde Ben Zylicz komt hen regelmatig tegen. Zijn advies: gebruik minder morfine, beweeg meer en drink Yakult. Of: een poeptransplantatie.
Zylicz is vrijdag hoofdspreker op een symposium georganiseerd door het Leger des Heils naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van hospice Rozenheuvel (zie onderaan). Op het symposium staan de veranderingen in de palliatieve zorg over de laatste dertig jaar centraal. Zylicz is een van de oprichters van de hospice en was daar medisch directeur van 1994 tot 2004.
Volgens Zylicz wordt morfine tegenwoordig „een factor tien” meer gebruikt dan veertig jaar geleden. Vroeger waren artsen bang dat patiënten verslaafd zouden raken en zouden wennen aan het pijnstillende middel, met verminderde werkzaamheid als gevolg. Nu zijn die angsten verdwenen, waardoor artsen morfine langer en in hogere doseringen voorschrijven. Bovendien is de behoefte aan morfine sterk toegenomen nu ernstig zieken langer in leven blijven door ontwikkelingen in de kankergeneeskunde.
Morfine is nog steeds de gouden standaard onder de pijnstillers. Maar er zit wel een keerzijde aan. Zylicz publiceerde begin dit jaar een wetenschappelijk artikel, waarin hij aantoonde dat morfine gevoeliger maakt voor pijn, de vruchtbaarheid vermindert en de groei van tumoren kan bevorderen. Dat vindt hij nog niet het ergste: het middel tast ook je energieniveau aan en vermindert je levenslust. Zylicz ontmoet patiënten die twee maanden na een operatie weinig pijn meer voelen, maar hun kwaliteit van leven als laag beoordelen. „Deze mensen voelen zich zwak en tonen weinig interesse voor relaties. Hun gevoel van welzijn is slecht.” Volgens hem komt dat omdat morfine de hypofyse remt, een klier in de hersenen die onder meer de aanmaak van geslachtshormonen regelt.
Lokaal bestrijden
Het gebruik van morfine zou met de helft teruggebracht kunnen worden, stelt Zylicz. „Pijn bij kankerpatiënten hoeft geen kankerpijn te zijn. Vaak wordt pijn veroorzaakt door druk op de kleine zenuwen, als gevolg van bijvoorbeeld langdurig bedlegerig zijn.” Zulke pijn kun je lokaal bestrijden met een eenvoudige injectie van een pijnstiller. Zylicz schreef daar in 2013 over in het boek ”Cancer Pain”.
Ook radiotherapie, het uitwendig bestralen van een pijnlijke plek zoals een botuitzaaiing, kan heel effectief pijn verminderen, met nauwelijks bijwerkingen.
Daarnaast adviseert Zylicz om morfinetoediening af te bouwen zodra de ergste pijn achter de rug is. Normaliter is dat enkele weken na een operatie of bestraling. „Laat de patiënt dan in beweging komen. Slechts twintig minuten bewegen per dag vermindert de pijn al aanzienlijk.” Mensen die blijven zitten, komen „in een vicieuze cirkel” terecht: de pijn komt na een tijd weer terug, zodat morfine weer nodig is. En langdurig morfinegebruik leidt weer tot bijwerkingen, zoals ergere pijn.
Naast beweging raadt Zylicz patiënten die morfine hebben gekregen aan om probiotica in te nemen. Dit zijn goede bacteriën die de bacteriesamenstelling in met name de dikke darm gunstig beïnvloeden. In de supermarkt zijn probiotica in de vorm van bijvoorbeeld het zuiveldrankje Yakult eenvoudig te verkrijgen. „Je staat ervan versteld hoezeer morfine de darmbacteriën aantast. Probiotica helpen dan de bacteriesamenstelling weer in balans te brengen.”
Poeptransplantatie
Een methode die de samenstelling van de darmbacteriën rigoureus beïnvloedt, is een poeptransplantatie. Hierbij wordt poep van een gezonde persoon overgebracht in de darmen van een patiënt. Zylicz: „Momenteel is een Poolse promovendus bezig met onderzoek naar het effect van poeptransplantaties op pijn. Mogelijk wordt dit een toekomstige methode van pijnbestrijding.”
De laatste jaren wordt steeds duidelijker hoe belangrijk darmbacteriën zijn voor mentaal welzijn, stelt de hoogleraar.
Zylicz pleit verder voor een „dynamische” inrichting van hospices, waarin cliënten komen en gaan. „Stuur mensen naar huis als de ergste pijn voorbij is. Laat hen indien mogelijk thuis, in een vertrouwde omgeving, sterven. En laten hospices niet alleen terminaal zieken opvangen. Ook anderen kunnen baat hebben bij de kennis en expertise die er is over pijn- en symptoombestrijding.”
Hospice biedt palliatieve sedatie, geen euthanasie
Hospice Rozenheuvel, gelegen in het Gelderse Rozendaal, opende zijn deuren op 1 januari 1994. Hij maakt onderdeel uit van het Leger des Heils. De hospice biedt zorg aan terminaal zieken die een levensverwachting van drie maanden hebben. Rozenheuvel telt tien bedden die continu in gebruik zijn. Gasten krijgen 24 uur per dag verpleegkundige zorg, die erop gericht is het leven in de laatste fase draaglijk houden. „Wij voegen geen dagen toe aan het leven, maar leven bij de dagen”, zegt Gerrie Kat, woordvoerder van de hospice. Volgens haar kunnen patiënten bij Rozenheuvel geen euthanasie ondergaan. „God heeft het leven in Zijn handen, dat mogen wij Hem niet ontnemen.” Wel wordt palliatieve sedatie met kalmerende middelen toegepast bij patiënten die erg benauwd of onrustig zijn.
De hospice heeft 23 verpleegkundigen en ziekenverzorgers in dienst. Daarnaast werkt er een psychosociaal medewerker, een geestelijke begeleider en een coördinator die ruim honderd vrijwilligers aanstuurt. Alle medewerkers hebben een christelijke identiteit. Ook gasten met een onkerkelijke achtergrond zijn welkom.