Vertrek van Bashir is goed nieuws
Het gist in Arabisch Afrika. In Libië is een felle strijd gaande tussen de gewezen generaal Khalifa Haftar en de door de internationale gemeenschap erkende regering in Tripoli. In Algerije dwongen wekenlange protesten Abdelaziz Bouteflika naar de uitgang van het paleis, na een bewind van twintig jaar. En als klap op de vuurpijl kwam donderdagmorgen naar buiten dat het Sudanese leger president Omar al-Bashir had afgezet. Hij was dertig jaar aan de macht in het Afrikaanse land.
Het vertrek van Bashir is zonder meer goed nieuws. De 75-jarige leider is aangeklaagd door het Internationaal Strafhof om onder meer oorlogsmisdaden in de regio Darfur. Lange tijd wist hij met een uitgekiende strategie van verdeel-en-heers de macht echter aan zich te houden. Onder zijn bewind konden gewapende milities burgers aanvallen, zonder bang te hoeven zijn voor rechtsvervolging. De inlichtingendiensten waren oppermachtig. Opstanden sloeg hij consequent met harde hand neer.
Ook nu waren er al weer maandenlang protesten, die het afgelopen weekend culmineerden in grootschalige demonstraties bij het legerhoofdkwartier in de hoofdstad Khartoem: de verblijfplaats van Bashir. De betogingen waren dit keer van meet af aan grootschaliger dan eerder en, belangrijker, gedragen door alle lagen van de bevolking. Uiteindelijk is ook zijn eigen legertop de president afgevallen. Bashir is daarmee op dezelfde manier aan zijn einde gekomen als hij in 1989 aan de macht kwam: met een militaire coup, een Arabische klassieker voor machtswisselingen.
De precedenten stellen echter niet helemaal gerust voor het vervolg. Donderdagmorgen bestond daarover nog onduidelijkheid. In het beste geval komt er een democratische, politieke transitie. Maar de opvolging kan ook in legerkringen gezocht worden. Daarbij is een nieuwe machtsstrijd tussen de kopstukken in de veiligheidsdiensten niet ondenkbaar. Dat zou weer kunnen leiden tot gevechten tussen aanhangers van bepaalde commandanten en politici. Van dit scenario is Libië een afschrikwekkend voorbeeld. Met het vertrek van oud-leider Muamar Gadaffi in 2011 stortte het land in een diepe chaos.
Anders dan in Libië was er in Sudan geen buitenlandse interventie nodig om de leider van de troon te stoten. De bevolking heeft in Sudan luid en duidelijk van zich laten horen. Opvallend was de rol van vrouwen daarbij. Een belangrijk boegbeeld van de opstanden was Alaa Salah, studente bouwkunde en architectuur.
„We zullen niet buigen voor Bashir, de tiran”, twitterde ze donderdagmorgen. Als de militaire top er echter met de winst van doorgaat, buigen de burgers in feite nog steeds. De kans is reëel dat Bashir dan de hand boven het hoofd wordt gehouden en uitlevering aan het Strafhof uitblijft, en daarmee gerechtigheid. De bevolking van Sudan kan daarom nog niet kan gerust achterover leunen.