Sociale media? Ga toch fietsen
Facebook raakt bij steeds meer mensen uit de gratie. Tegelijk zijn WhatsApp en Instagram, dochterbedrijven van Facebook, nog altijd razend populair. Wat als we helemaal met sociale media zouden stoppen?
Het boek werd in 2018 met lovende recensies ontvangen. Toch lijkt de massa zich nog niet te hebben laten overtuigen door Jaron Laniers ”Tien argumenten om je sociale media-accounts nu meteen te verwijderen”. Lanier, die eind vorige eeuw naam en faam verwierf in de wereld van virtual reality, is geen vreemde in Silicon Valley. De internetpionier maakt zich nu echter grote zorgen over de techbedrijven die zo’n grote rol in onze levens zijn gaan spelen.
Internet, smartphone en sociale media zijn niet het probleem. Waar Lanier tegen ageert, is het mechanisme achter sociale media: het continu monitoren en sturen van ons gedrag door algoritmen en het te gelde maken daarvan. Technologie waar op zichzelf niets mis mee is, wordt op een manipulatieve manier gebruikt voor economisch gewin. Dit mechanisme heeft een reeks negatieve kenmerken, zoals aandacht trekken, bemoeienis met ieders leven en „content door de strot duwen.”
Lanier pleit ervoor om radicaal afscheid te nemen van sociale media – al was het maar voor een tijdje, totdat Google en Facebook het signaal hebben begrepen. Hoe zou een leven zonder sociale media eruitzien? Tien argumenten teruggebracht tot vijf punten.
1. Geestelijk gezonder zonder
Anno 2019 worden we omringd door apparaten die ons leven schijnen te vergemakkelijken, maar die intussen elke seconde data over ons verzamelen. Algoritmen hebben in het snotje in welke stemming we zijn, wat ons bezighoudt en wanneer we het meest ontvankelijk zijn voor een (reclame)boodschap. We krijgen via onze smartphone op de persoon toegesneden, steeds aanpaste prikkels toegediend. Lanier noemt dit „non-stop gedragsmodificatie.”
De stroom van gepersonaliseerde prikkels werkt verslavend. Wie verslaafd is, raakt langzaam maar zeker vervreemd van de echte wereld en de echte mensen. Ook is er op sociale media sprake van grote groepsdruk. We doen er voortdurend ons best iets te zijn in de ogen van anderen. Vooral jongeren lijken aan hun online sociale leven een dagtaak te hebben. Stel je voor dat je iets mist. Lanier wil niet paranoïde zijn, maar vindt wel dat we gekmakende tijden beleven. Wil je een gezonde, authentieke persoon zijn, levend in een gezonde wereld, dan adviseert hij: verwijder je sociale-media-accounts.
2. Socialer zonder
Sociale media zijn naar hun aard interactief. We kunnen op de platformen allemaal ons zegje doen. Is het niet fantastisch? Een Kamerlid poneert iets op Twitter en jij kunt daar gewoon op reageren. Met een beetje geluk krijg je een antwoord, like of retweet. Je zal ze de kost moeten geven die graag op sociale media hun opvattingen te berde brengen. Lanier signaleert hier een „suprematie van de asocialen” en steekt daarbij de hand in eigen boezem. „Na een tijdje betrapte ik me erop dat ik dingen schreef waar ik niet eens achter stond, om maar iets bij mijn lezers los te maken.”
Anders dan beoogd maken sociale media ons gemakkelijk asociaal. Onze „innerlijke trol” wordt wakker gemaakt. Uit diverse passages in zijn boek blijkt dat Lanier geen christen is, maar op dit punt raakt hij aan de leer van de erfzonde. Hij schrijft over „een soort oerprobleem”, een „overerfde tragedie”, een „fout in de basis van ons menszijn.” Die is er inderdaad, en dat blijkt op sociale media maar al te vaak. Mensen wentelen zich in hun gelijk, halen anderen door het slijk, tieren en schelden. Of ze hullen zich, zoals Lanier scherp opmerkt, in geveinsde lievigheid. De vrucht van de Geest uit Galaten 5 is doorgaans ver te zoeken.
Als je actief bent op een online platform en je raakt daar gemakkelijk geïrriteerd, of je wordt er minachtend of onoprecht vriendelijk, dan luidt het advies van Lanier: verlaat dat platform.
3. Betekenisvoller zonder
Op sociale media komen we nogal wat tegen wat nep is. Meer en meer zijn ook de mensen er fake. Wie wat extra volgers wil, kan nepmensen kopen. Nepsociale activiteiten van door bots bestierde fakeaccounts beïnvloeden echte mensen. Intussen struikelt de waarheid op de straat. In de woorden van Lanier: „Als de mensen nep zijn, wordt alles nep.” We dreigen een nepleven te gaan leiden in onze bubbels, gevoed door clickbait, samenzweringstheorieën en griezelverhalen. Onderwijl kwijnen traditionele media weg – men neme de krant. Waarheidsvinding, wie maalt er nog om?
Algoritmen maken ons tot een nummer, we worden afgerekend op ons aantal volgers en likes. Niet de werkelijkheid telt, maar de statistieken. Alles draait om optimalisatie: zo hoog mogelijk eindigen in de zoekresultaten van Google. Lanier ziet hierin niets minder dan tekenen van verminderde vrijheid en menselijkheid. Waar en van betekenis is wat scoort op sociale media. Het nieuws zoals mensen boven de dertig dat van vroeger kennen, heet tegenwoordig ”fake news”.
In het offline leven spreken we altijd in een specifieke context. Die bepaalt mede de betekenis van onze uitspraken. Op sociale media echter is onduidelijk in welke context onze woorden belanden. Ze worden uit hun verband gerukt en door Jan en alleman becommentarieerd. Op Twitter, Facebook en YouTube komen onze uitingen terecht in een kolkende soep, een kakofonie waarin ons geluid versterft en waar de hardste schreeuwer aan het langste eind trekt.
Nihilisme ligt op de loer. Wie verlangt naar betekenis, zoeke die elders. Als je aandachtsspanne het nog toelaat: lees eens een boek, of bezoek een concert.
4. Gelukkiger zonder
De mensen die Instagram je op foto’s en in video’s voorschotelt, zien er op hun paasbest uit. Stijlvol gekleed, atletisch gebouwd, een egale huid en een gezonde teint. Soms oogt iemand weliswaar wat bleekjes, maar verder om door een ringetje te halen – als dat lukt met die in de sportschool gecultiveerde spierbundels. De klasgenoot van vroeger poseert op het strand met zijn lieftallige gezinnetje, een en al Hollands welvaren.
Zo is er altijd wel iets om jaloers op te zijn. En je gaandeweg ietsepietsie ongelukkig te gaan voelen. Dat is volgens Lanier exact wat sociale media beogen; het is een onderdeel van hun lucratieve verdienmodel. Negatieve emoties kunnen eenvoudig worden opgeroepen en houden onze aandacht langer gevangen, en dat is goud voor de adverteerder. Hij is de klant, wij zijn het product. Als product heb je weinig in de melk te brokkelen.
Onomwonden stelt Lanier dat we worden gemanipuleerd. Hij typeert gebruikers van sociale media als nietige mieren, die zich met huid en haar hebben uitgeleverd aan schier almachtige bedrijven. Ondoorzichtige algoritmen bepalen onze kijk op de wereld en elkaar. Al met al tamelijk deprimerend. Een ongelukkig gevoel is volgens Lanier niet alleen het gevolg, maar ook de oorzaak van onze obsessie met sociale media. Als we gelukkige mensen waren, zouden we ons niet bekommeren om volgers en likes, maar „een beetje met planten gaan rommelen of elkaar wat echte aandacht geven.”
Zit je weer te koekeloeren naar je telefoontje? Ga toch fietsen, daar word je gelukkiger van.
5. Empatischer zonder
Algoritmen bepalen wat wij op sociale media te zien krijgen en dat is van persoon tot persoon verschillend. We weten zodoende niet meer wat de ander bezighoudt. Ieder leeft in zijn eigen wereld; het wordt lastig je in de ander te verplaatsen. De publieke ruimte heeft minder dimensie gekregen, schrijft Lanier, en bovendien is ook de gemeenschappelijkheid in het algemeen minder geworden. „Als iedereen met zijn telefoon in de weer is, heb je minder kijk op waar mensen mee bezig zijn. Hun ervaringen worden gestuurd door verre algoritmen.” Het is de dagelijkse praktijk geworden: jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn – maar dan anders.
Een doorsnee avond in de trein van Utrecht naar Nijmegen. Twee oudere dames die elkaar zojuist hebben ontmoet, voeren een gesprek. „Kijk, we zijn de enigen zonder telefoon”, constateert een van hen met voor de grijsheid kenmerkende berusting. Het tweetal converseert er nog een tijdje eloquent over door. „Ze horen ons toch niet.” Zijn dit de laatsten der Mohikanen?
Voor een habbekrats
Platformbedrijven –maaltijdbezorgers, taxiapps, online marktplaatsen zoals Airbnb– hebben de kunst afgekeken van de sociale netwerken. Ze hanteren een soortgelijk businessmodel, waarin gerichte advertenties een grote rol spelen en diensten voordelig worden aangeboden. Vaak kunnen zowel afnemer als aanbieder beoordeeld worden met een recensie, punten of sterren. Waar sociale media hun gebruikers emotioneel onzeker maken, maakt de deel- of platformeconomie mensen financieel onzeker onder het mom van gemak en flexibiliteit.
Geregeld in het nieuws zijn de Uber-chauffeurs, die minder zekerheid genieten dan traditionele taxichauffeurs. In allerlei beroepsgroepen raken zzp’ers meer en meer aangewezen op platform-apps. Uit onderzoek van de Universiteit van Leeds blijkt dat hoe meer men afhankelijk is van de platformeconomie, hoe geringer de kans is dat men aanspraak kan maken op sociale zekerheden. De studie van november 2017, uitgevoerd op verzoek van het Europees Parlement, signaleert een sterk verband tussen platformwerk en „precaire werkgelegenheid”. Platform-afhankelijke werkers zouden bovendien significant minder verdienen dan arbeidskrachten met een meer traditionele baan.
Het lijkt mooi: alles wat ons online in de schoot geworpen wordt, gratis of voor een habbekrats. Vroeger zou er iemand fatsoenlijk voor betaald zijn.