Van de hoofdredactie: Nashvilleverklaring
Nu de stofwolken van ‘Nashville’ langzaam optrekken, kijken we elkaar in de gereformeerde gezindte ontredderd aan. Wat is er gebeurd? Hoe kon dit zó ontsporen? Was er niemand die dit tegen kon houden?
In de verschillende media verschijnen reconstructies. Dat is goed journalistiek gebruik: rond aanslagen, calamiteiten en andere dieptepunten zet je de feiten op een rij en vertel je de lezer hoe de vork in de steel zit.
Deze week was niet alleen de Brexit aan de beurt, maar ook de Nashvilleverklaring. Vrijwel alle dagbladen deden daaraan mee, woensdag kwam de Groene Amsterdammer nog – maar het Reformatorisch Dagblad ontbrak in dat rijtje. Waarom? Onze redactie ontving diverse hele en halve reconstructies, maar plaatste die niet. Waarom niet, valt er iets te verbergen? En heeft de lezer er geen recht op te weten wat er achter de schermen bij het RD gebeurde? Veel lezers hebben ons er vragen over gesteld.
Waarom is het opinieartikel van de hoogleraren dr. Kater en dr. Huijgen geplaatst?
Had het RD de verklaring niet tegen kunnen houden?
Waarom was er zo’n scherp commentaar?
Is de hoofdredactie het dan niet eens met ‘Nashville’?
En waar zijn de verhalen van homo’s die vóór de verklaring zijn?
Begrijpelijke vragen. En volstrekt terecht dat ze gesteld worden. Ook de leden van de Nashvillewerkgroep stellen deze vragen aan mij. Eerder deze week heb ik de werkgroep gevraagd om hierover met mij in gesprek te gaan. Voor zo’n gesprek heb ik vrijdag een hartelijke uitnodiging gekregen. En als je in gesprek gaat, dan betekent dat ook dat je geen reconstructie gaat maken van alles wat er gebeurd is via de media. Daarom zullen we de komende weken in onze columns en op de opiniepagina zulke terugblikken niet plaatsen.
Wie de ophef na ‘Nashville’ overziet, kan niet anders dan concluderen dat de naam des Heeren hierdoor gesmaad wordt. Dan lacht de duivel erom als christenen rollebollend over straat gaan en elkaar verwijten maken.
Bij deze zaak ligt het front niet in de eerste plaats tussen Bijbelgetrouwe christenen onderling, maar gaat het veel meer om een strijd met het denken waarin het zelfbeschikkingsrecht centraal staat en waarin het christelijke huwelijk tussen één man en één vrouw, als het exclusieve verbond waarbinnen seksualiteit een plaats heeft, onder vuur ligt. Laat er geen enkele twijfel over bestaan dat de (hoofd)redactie de intentie van de werkgroep om daar stelling tegen te nemen volledig deelt.
Reageren? Hoofdredactie@rd.nl