Ds. Van Lingen: Christelijke gemeente heeft gave van profetie nodig
De christelijke gemeente kan de gave van de profetie niet missen, vindt ds. A. van Lingen. „Het is nodig om inzicht te hebben in wat er nu in de maatschappij speelt.” De predikant van de hervormde gemeente Kinderdijk-Middelweg sprak donderdag in Nijkerk tijdens de jaarlijkse ontmoeting van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond met hervormde theologiestudenten.
De studenten hadden tijdens een voorgesprek met het hoofdbestuur zelf het thema van de ontmoeting aangedragen: het werk en de gaven van de Heilige Geest, toegespitst op de visie op profetie. Ds. A. J. Mensink, voorzitter van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, noemde het een aangelegen thema, „mede in verband met de evangelische beweging.” De bijeenkomst in Nijkerk trok zo’n zeventig studenten.
Ontmaskeren
Ds. C. van Duijn hield een lezing over het werk en de gaven van de Heilige Geest. De Delftse predikant wees erop dat de Geest gericht is op Christus – of om het in theologische termen te zeggen: de pneumatologie is toegepaste christologie.
De Heilige Geest heeft een interne en een externe taak, zei ds. Van Duijn: intern richt Hij de gemeente op Christus, terwijl Hij extern de wereld aanklaagt. „De prediking van het Evangelie stelt de mensen in staat van beschuldiging. De Geest komt te hulp om de afwerende houding van de wereld te ontmaskeren.”
Op die ontmaskering ging ds. Van Lingen in. Hij stelde dat geen enkele gemeente de gaven van de profetie kan missen. De predikant ziet profetie als een door de Geest geleerd inzicht in de tijd waarin we leven.
Ds. Van Lingen karakteriseerde de tijdgeest als „een van het welbevinden van de individuele mens die niets in de weg gelegd wordt” en van „een leven van alledag zonder God.” Die tijdgeest is ook in de christelijke gemeente doorgedrongen, constateert hij. „Christenen hebben zich zo aangepast aan de wereld dat de eredienst voor hen weinig tot niets oplevert. De stap naar ongeloof is dan klein, oude antwoorden helpen hen niet.”
In die situatie is profetisch spreken nodig, zei de predikant. „God moet in de geseculariseerde wereld present gesteld worden, zodat christenen en niet-christenen ervaren dat Hij er werkelijk toe doet.” Deze oproep komt niet alleen tot de dienaren van het Woord, aldus ds. Van Lingen, maar ook tot de gemeente.
Tijdens de forumdiscussie stemde ds. Van Duijn daarmee in. „Het is nodig om in deze tijd van duisternis te wandelen in het licht.”
Zonder Hem
Een student gaf aan dat ze in de gereformeerde traditie zaken mist die ze wel bij evangelische kerken aantreft, zoals luisterend bidden, profetie en gebedsgenezing. Een andere student merkte op dat de ruimte voor de Heilige Geest wel erg wordt ingeperkt door de focus op de christologie. Een derde vroeg zich af wat de rol van gemeenteleden is bij de gave van profetie.
Ds. Van Duijn erkende dat de Geest ook gericht is op de Vader. „Maar,” zo hield hij voet bij stuk, „het gaat in de theologie niet goed als het alleen om de Heilige Geest gaat. De Geest is niet voor Zichzelf begonnen.”
Ds. Van Lingen legde nog eens precies uit wat hij bedoelde. „Als je profetisch in de wereld wilt staan, moet je de wereld kennen. Het blijkt dat christenen en niet-christenen in deze tijd met hetzelfde sop overgoten zijn. Veel leden van de christelijke gemeente denken dat ze iets met God hebben. Maar als ze een poosje niet bidden, merken ze dat ze zonder problemen zonder Hem kunnen.”
Dat moet je als predikant vóór zijn, aldus ds. Van Lingen, omdat het „vaak te laat is als je schrikt als iemand die best betrokken leek ineens afhaakt.”