In Kameleondorp Terherne is de kerk er voor olijke partijen
Dominees in functie zijn er niet meer in Terherne. Wel kerken, voor bruiloften en feestjes en de verkoop van restpartijen. De situatie schreeuwt om een tweede Fries Reveil.
Het was een slimme zet van Terherne. Het Friese dorp aan het Sneekermeer ging zich presenteren als Kameleondorp. Wie van de ouderen kent ze niet, de schippers van de onverwoestbare Kameleon: Hielke en Sietse, de zoons van dorpssmid Klinkhamer. Met molenaarszoon Kees Zwart, boerenknecht Gerben Zonderland en veldwachter Zwart als bijfiguren. En niet te vergeten de dominee, altijd beschikbaar voor het opleuken van bruiloften en partijen. Ze maakten timmerman Hotze de Roos, auteur van de Kameleon-serie, tot een vermogend man.
Buorren vormt het hart van Terherne. Voor de kerk op nummer 35, ooit een doopsgezinde vermaning, staat nu teakhouten tuinmeubilair, huisraad uit grootmoeders tijd en een levensgroot konijn van kunststof. In de voormalige pastorie, op nummer 33, zetelt Zeilstra Tuinadvies, laat het naambordje weten. Nee, naar de kerk kun je hier niet meer, bevestigt een inwoner van het dorp. Wie daarnaartoe wil, moet naar Akkrum of Grouw. „Veel zijn het er volgens mij niet”, laat de bejaarde baas weten, voor hij weer op de fiets stapt.
In het achterste deel van de kerk, gebouwd in 1864, woont Rein Vellinga. Na zijn pensionering verhuisde de oud-brandweerman van Leeuwarden naar Terherne. In 2000 betrok hij de aan de kerk vastgeplakte kosterswoning van de vermaning. Omdat zijn vrouw was benoemd tot kosteres. „Mijn dochter woont ook hier en haar schoonmoeder zat in het bestuur van de doopsgezinden. Zo is het gekomen.”
Vermaning
Hoewel hij op zondag nooit de drempel van de kosterij naar de kerk passeerde, omdat hij sinds zijn jonge jaren niet meer aan godsdienst doet, betreurt hij het dat de vermaning is opgeheven. „Een jaar of dertien geleden zal dat intussen zijn. Er kwamen veel te weinig mensen, en ze waren allemaal hoogbejaard. Dan houdt het een keer op.”
Ja, triest, bevestigt hij. „Het had wel een sfeertje, vond ik. De dominee was een heel gezellige man. Hij kwam op zondag altijd bij ons koffiedrinken. Tijdens de dienst hoorden we de mensen zingen. Dat is voorbij, niet alleen hier. Ik weet niet hoe veel kerken er wel niet leeg staan in Friesland.”
In de hal van de kosterswoning hing hij een afbeelding van het laatste avondmaal en een serie antieke borden met trouwteksten, zoals ”Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u”. „Ja, dat zijn van die teksten van vroeger, hè. Ik vind ze wel mooi.”
De kerk is tegenwoordig in gebruik als pop-upstore, voor de verkoop van restpartijen. „Alle banken zijn verwijderd”, weet Vellinga. „Dat begrijp ik, maar de oude sfeer is weg.”
Vormden de kerken ooit het hart van het dorp, nu is dat de Kameleonboerderij naast de vermaning. Binnen vindt de bezoeker de wereld van Hielke en Sietse. Zelfs molen De Woudaap is nagemaakt. Het kerkje biedt een mengsel van protestantse en rooms-katholieke elementen. „Voor ieder wat wils”, lacht Stefan de Lange, mede-eigenaar en directeur van de boerderij. In een vitrine ligt de kanselbijbel van de doopsgezinden. „Die van de hervormde kerk hebben we ook gekregen. Dat zijn voor ons mooie museumstukken.”
De hervormde kerk, ook aan Buorren, sloot al eerder de deuren. De laatste praktiserende hervormden van Terherne moesten maar naar het buurdorp Terkaple komen. Een tweede kerk was niet langer te bekostigen.
Trouwlocatie
Om het karakteristieke gebouw voor het dorp te bewaren, werd in 1999 Stichting Buorren 46 opgericht. Die verhuurt het pand aan een ondernemer die het aanbiedt als locatie voor bruiloften en partijen. In de grasperken langs het pad naar de ingang van de kerk staan tuinstoeltjes en parasols. Een groot bord toont foto’s van bruidsstellen, aanwezige gasten en volk dat naar een Kameleondominee luistert. Wie toch een huwelijksdienst wil, heeft hier behalve een originele ruimte meteen een kerk ter beschikking. ”Tsjerke: de spannendste trouw- jubileum- & vergaderlocatie van Fryslân!” werft het fotobord met grote letters.
In een houten bak liggen folders van Stichting Buorren 46 met historische informatie over het gebouw en de roep om steun voor een ingrijpende restauratie van de toren. Volgens de bestuursleden „een initiatief, dat het verdient om gesteund te worden door iedereen, die zich verbonden voelt met Terherne.”
Een jonge vrouw die haar hond uitlaat, kijkt verbaasd als haar wordt gevraagd of ze naar de kerk gaat. „Nee, dat deden ze hier vroeger.” De situatie in Terherne –en zo veel andere dorpen in deze provincie– schreeuwt om een opwekking. Een tweede Fries Reveil.
Uitzien naar een tweede Fries Reveil
De opwekking in de 19e eeuw ging Friesland niet voorbij. De provincie werd als weinig andere streken aangeraakt door Gods Geest. Dr. G. A. Wumkes (1869-1954) beschreef de spilfiguren in ”Het Friese Reveil in portretten”. Terwijl het Reveil in Holland vooral iets van de aristocratie was, had de opwekking in Friesland het karakter van een volksbeweging. Vooral ds. J. J. Knap (1806-1865) genoot in deze kring grote achting. Van 1845 tot 1853 diende hij de hervormde gemeente van Heeg, van 1862 tot zijn dood in 1865 die van Woudsend. Hij bestreed onvervaard de volkszonden en preekte met kracht het Evangelie van vrije genade. De gemeente zag hem als een heilige; zelf wist hij beter. Zijn dochter hoorde uit zijn studeerkamer de klacht: „O, die zonde.” Hetzelfde vertrek was voor Knap soms een voorportaal van het Jeruzalem dat boven is. Zijn boek ”Het eenzaam bidden” getuigt daarvan. „In het gebed had ik meermalen een uitnemend gezicht van Christus als dien Beminnaar der ziel, die vaster aankleeft dan een broeder. (…) Ik behoef geen ander geluk, geen ander soort hemel.”