Bijbelse overdenking tussen hoofdgerecht en toetje in inloophuis Leeuwarden
Een smaakvol driegangendiner met tussen hoofdgerecht en toetje een Bijbelse overdenking. In inloophuis Achter de Hoven in Leeuwarden schuift iedere donderdag een gemêleerd publiek aan voor een maaltijd. „Een prachtig middel om ontspannen met mensen in contact te komen.”
Hartelijk welkom, gratis koffie. Aan de gevel van Achter de Hoven, de evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten in Leeuwarden, hangt een vlag met een uitnodigende tekst. Het sfeervol ingerichte inloophuis, met daarachter een kerkzaal voor de diensten op zondag, is voor veel inwoners van de Friese hoofdstad een vertrouwde plek. Vrijdagavond viert de post haar 40-jarig bestaan met een bijeenkomst in de Grote Kerk.
Deze donderdagmiddag rond vijf uur schuift Frans (55) aan in de inloopruimte. Zeven schilderijen beelden de scheppingsweek uit. In een rek staan folders over thema’s als ”Roeping en bekering”, ”Het dopen van kinderen” en ”Het einde van ons leven”. Frans betaalt 3 euro aan evangelist Sam de Visser voor de maaltijd. Maar eerst is er koffie.
Zo’n vijf jaar geleden kwam Frans tijdens een kooravond in de Grote Kerk met De Visser in contact. „Hij nodigde me uit om hier te komen.” Van huis uit is Frans gereformeerd, maar hij had jaren geen contact met een kerk gehad. „Hier beviel het me meteen. Ik kom ook naar het Bijbeluurtje op zondag. De Visser praat niet als een dominee. Ik begrijp hem.”
Dit jaar zwaaide Frans af als beroepsbrandweerman. „Nu geniet ik van het leven.” Een deel van zijn tijd vult hij met vrijwilligerswerk. „Voor Humanitas deed ik de thuisadministratie van een man. Maar daar ben ik mee gestopt. Hij vloekte nogal”, zegt Frans.
Folderwerk
Sam de Visser (56) voelt zich tussen de bezoekers van het inloophuis als een vis in het water. In september 2005 verruilde de voormalige timmerman met zijn vrouw Rina en hun zes kinderen het Zeeuwse Aagtekerke, waar hij ouderling was, voor de Friese hoofdstad. Hij volgde evangelist G. van de Breevaart op, die in oktober 2004 met pensioen was gegaan.
Rond de overkomst van De Visser maakte de noordelijkste evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten een belangrijke ontwikkeling door. „We huurden eerder een gebouw van de zevendedagsadventisten. Dat konden we alleen op zondag gebruiken voor onze samenkomsten. Er waren weinig mogelijkheden voor andere activiteiten. Het idee leefde om te stoppen met de post, maar de Heere gaf kennelijk het teken: jullie moeten doorgaan.”
De Visser memoreert dat het deputaatschap evangelisatie op een avond vergaderde, zonder dat er een oplossing voor het huisvestingsprobleem in beeld was. „De volgende ochtend belde de voorganger van de Gemeente Gods in Leeuwarden. Deze kon het pand aan Achter de Hoven niet meer betalen en vroeg of het iets voor ons was. Zo kwamen we hier terecht.”
Het pand –twee bij elkaar getrokken woningen– werd flink gerenoveerd. Als beginnend evangelist oriënteerde De Visser zich op nieuwe mogelijkheden voor missionair werk. „Ik verkende, naast het voorbereiden van toespraken op zondag, de stad om te zien welke projecten we konden starten. Daarbij keek ik ook naar wat collega’s bij andere posten in het land deden. In 2006 begonnen we hier met de inloop. Mensen kunnen er terecht voor een kop koffie of thee en een praatje.”
Zalm en broccoli
Zo’n tien jaar geleden ging het maaltijdproject van start. „De eerste jaren woonde ons kostersechtpaar, asielzoekers uit Azerbeidzjan, op de eerste verdieping. Toen zij andere woonruimte kregen, konden we die etage voor de maaltijden gebruiken. Een prachtig middel om op een ontspannen manier met mensen in contact te komen en de Bijbelse boodschap over te brengen.”
Door advertenties en ontmoetingen in de inloop trokken de maaltijden vanaf het begin bezoekers. De toestroom werd zelfs zo groot dat er nu twee groepen van dertig personen zijn die eens per veertien dagen aanschuiven voor een driegangendiner. Een aanzienlijk deel van de 220 vrijwilligers rond de evangelisatiepost, vooral afkomstig uit de gereformeerde gemeenten in Kampen en Nunspeet, zet zich voor het maaltijdproject in.
Deze middag snijden Willy van Dieren, Anneke Jacobs en Ada Kint in de keuken broccoli en zalm voor een ovenschotel. Intussen dekken Matty van der Maten en Grietje van de Wetering de tafels. Hoewel beiden uit de gereformeerde gemeente van Kampen komen, kenden de weduwen elkaar voorheen niet. „Door dit werk hebben we elkaar ontmoet en zijn we vriendinnen geworden”, zegt Van der Maten.
De vrijwilligers vinden het mooi dat de gasten met het Evangelie in aanraking komen. Van de Wetering: „Sommigen leven in een heel andere wereld dan wij en weten weinig van de Bijbel. Hier horen ze ervan en mogen ze er zelf uit voorlezen. Al blijven sommigen wat om zich heen kijken, ze horen de boodschap wel.”
Hoewel ze tijdens de maaltijd druk zijn met het bedienen, maken de vrijwilligers graag tijd voor een praatje met gasten. Dat levert soms verrassende reacties op. Van der Maten: „Een vrouw vertelde hoe dankbaar ze was, onder andere voor het eten. Ik zei: „Dat wordt knieënwerk vanavond. Dan mag je danken.” Toen zei ze: „Dat doe ik elke avond op de grond voor m’n ledikant.” Daar keek ik van op.”
Tribune
Om zes uur stroomt de eetruimte vol gasten, die aan vier- en vijfpersoonstafels plaatsnemen. Frans zit naast Corien (52), een vriendin die hij geregeld bij Achter de Hoven treft. Op andere dagen zitten ze soms samen op de tribune bij voetbalclub SC Cambuur. Corien bezocht vroeger een christelijke school, maar zag zelden een kerk van binnen. „M’n ouders hadden een horecabedrijf. Dat was op zondag geopend.”
De Visser opent de maaltijd door het Onze Vader te bidden. Een goed gevulde tomatensoep vormt de eerste gang. Door een probleem met de oven loopt het hoofdgerecht vertraging op. „De vis moet nog worden gevangen in de gracht”, grapt De Visser. Hij houdt daarom eerst de overdenking, die anders vlak voor het dessert op het programma staat.
Het thema is met krijt op een bord aan de wand geschreven: ”Hoe komen we aan de Bijbel?” De Visser stelt vragen en gaat op die manier met de mensen in gesprek. Op een A4’tje, dat de gasten mee naar huis kunnen nemen, staan bijpassende Bijbelteksten. De bezoekers lezen ze zelf voor. Zoals 2 Timotheüs 3:16: „Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is.”
De reacties op de overdenkingen variëren. „Van alles wat in de Bijbel staat geloof ik heel veel niet”, zegt een bezoeker terwijl hij zijn glas vult met water. De Visser: „Sommigen vinden het interessant. Anderen zeggen: „Ik kom voor de maaltijd, maar dit slik ik ook wel.” En een deel doet serieus mee. Pas las iemand die hier al jaren komt voor het eerst zelf iets voor uit de Bijbel. Mooi is dat.”
Koepelkerk
Soms ziet De Visser bezoekers van de evangelisatiepost veranderen. „Een joodse man is hier tot geloof in de Messias gekomen. Hij is teruggekeerd naar Israël. „Jezus komt spoedig terug en daar wil ik bij zijn”, zei hij.”
Het zijn bemoedigingen die de evangelist in het werk ervaart, al zijn er ook tijden dat hij weinig vrucht waarneemt. De Visser herinnert zich een visitatiebezoek. „Een van de deputaten vroeg: „Heb je vrucht op je werk?” Ik stelde een tegenvraag: Wat is vrucht? „Heb je het hier naar je zin?” vroeg hij toen. Dat was zo. „Kun je het Woord kwijt?” Ja. „Dat is vrucht”, zei de predikant. „Luisteren de mensen?” Ja. En is er dan nog meer? Soms zie je er iets van, maar wie weet wat er gebeurt wat wij níét zien?”
Over het geestelijk klimaat in Leeuwarden is De Visser niet optimistisch. „Vroeger was dat hier rijk. Na de oorlog waren er elke zondag vier diensten in de Koepelkerk. Daar kwamen vier keer 1100 mensen. Die kerk is nu een theater. Ook andere kerken zijn gesloten. Als er weer één dicht gaat, hoor ik mensen zeggen: „Dat is jammer.” Maar zelf gaan ze er ook niet meer naartoe. „Toch gaat Gods werk gaat door”, zei een predikant toen er weer een kerk sloot. Daar ben ik ten volle van overtuigd. De Heere heeft me er sterk bij bepaald dat er vanuit het noorden nog mensen toegebracht zullen worden. Dat vergeet ik nooit meer.”
Vreugde in het werk ervaart de evangelist als hij belangstelling voor het Woord opmerkt. „Drie jaar geleden begonnen we met het Bijbeluurtje op zondag, tussen de diensten door, omdat die voor veel mensen te moeilijk zijn. De eerste keer waren er zes bezoekers. Minder zijn het er nooit geweest en het aantal loopt wel eens op tot tegen de twintig. Soms merk ik dat iemand met vragen zit en kan ik daarover vanuit de Bijbel iets met hem delen.”
Pinksteren
De Visser merkt dat Bijbelse begrippen steeds weer om uitleg vragen. „Veel mensen weten er niets meer van. Nu hoor je nog wel eens: „O ja, mijn opa had een grote Bijbel en daar las hij na het eten uit.” De jonge generatie groeit er niet meer mee op. Dat gaat hard.”
Met Pinksteren sprak de evangelist dit jaar op straat bewust twintigers aan. Vrijwel niemand wist de betekenis ervan. „Aangrijpend.” Contacten tijdens straatevangelisatie zijn „kort en flitsend.” „Het is soms secondenwerk. Ik ben al blij als iemand een folder aanneemt.” Hij staat op en pakt een boekje met een rode kaft uit de kast: ”Een boodschap voor u. Kennismaking met de Bijbel”. „Een enkele keer kan ik dit aan iemand kwijt.”
Soms gaan er onverwachts deuren open. De Visser vertelt over een folderactie in een andere wijk. Die leidde tot nieuwe contacten, waardoor zijn vrouw in die buurt samen met een vrijwilliger een handwerkuurtje kon starten. Zelf kreeg hij een telefoontje van een vrouw uit een buurthuis: „Willen jullie ons komen vertellen wat Pasen is?”
De evangelist kreeg drie kwartier om aan een groep vrouwen iets over de opstandig van de Heere Jezus te vertellen. „Ik ben begonnen bij de paashaas en paaseieren en ben geëindigd bij het paasevangelie en met de vraag: Wie wil er een Bijbel? Er gingen heel wat vingers de lucht in. De week daarop mocht ik er dertien Bijbels en kinderbijbels brengen.”
Licht in Leeuwarden
”Ljocht”, licht. Dat is sinds 29 september de nieuwe naam van de christelijke boekhandel aan een gracht in het centrum van Leeuwarden. Bijbels, Bijbelstudieboeken en kaarten met een Bijbeltekst vullen de schappen en rekken. Voorin de winkel staat een grote houten tafel, waaraan de klant koffie kan drinken. „Hier maken we geregeld een praatje met mensen. Leuke en verdrietige kanten van het leven passeren de revue”, zegt Minke de Jong (61), een van de twee coördinatoren van de winkel, die met vijftien vrijwilligers uit allerlei kerken werkt.
De Jong, die 28 jaar ervaring in het boekenvak heeft, kan zich goed vinden in het motto van de winkel: „Ljocht is er om het licht van Christus’ liefde uit te stralen in het kloppend hart van Leeuwarden.” De Jong: „Aan ons leven moet te zien zijn dat we bij Christus horen. Ljocht is allereerst een winkel, waar we verantwoorde boeken verkopen. Maar soms is er ook ruimte om te getuigen en mensen het verhaal van Jezus te vertellen. Dat doe ik graag.”
Enthousiast: „Ik heb het leukste baantje van Leeuwarden. Overal vinden mensen dat je je mond moet houden over het geloof, maar hier verwachten ze juist dat je erover praat.” Het is De Jongs droom „dat deze vanouds ‘rode’ stad God zal ontmoeten en dat de winkel daarbij een middel mag zijn, dat mensen Jezus leren kennen en voor eeuwig behouden worden.”
In het land van Bonifatius
Dit is het tweede deel in een serie over kerken in Friesland.