Consument

Kapjes zijn ook brood

De koelkast is een geweldig middel tegen voedselverspilling. Hoe zouden we anders in onze cv-verwarmde en kelderloze huizen melk, vlees en wat niet al goed houden? Maar tegelijkertijd fungeert een koelkast ook vaak –onbedoeld– als het voorportaal van de gft-bak. Wat daaraan te doen?

Geertje Bikker-Otten
28 September 2018 16:39Gewijzigd op 16 November 2020 14:13
beeld Geertje Bikker-Otten
beeld Geertje Bikker-Otten

Voedselverspilling is een thema dat de laatste jaren veelvuldig in de belangstelling staat. Het gaat volgens de officiële cijfers dan ook om een omvangrijke kwestie. We zouden als Nederlanders jaarlijks per persoon 40 kilo voedsel weggooien. Dat komt volgens voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal neer op ongeveer 13 procent van wat we aan eetbare waar ons huis binnenhalen. Daarnaast spoelen we per persoon ook nog eens 57 liter koffie, thee, frisdrank en zuivel door de gootsteen of het toilet. Sneu van het geld. Jammer van alle moeite en energie die het gekost heeft om dat voedsel te maken. Misschien is in dit geval zelfs het woord zonde wel op zijn plaats.

Bietenloof

Per persoon 40 kilo: dat komt voor een tweepersoonshuishouden neer op 80 kilo per jaar. Dus ongeveer 1,5 kilo per week. Dat klinkt als heel veel. En dat is het eigenlijk ook wel. Ik heb het een paar weken bijgehouden, maar kom daar bij lange na niet aan. Eerlijk gezegd is er hier in die periode helemaal niets in principe eetbaars in de gft-bak of op de compostbult beland.

Oké, afgezien van wat bietenloof – dat je door de soep of de sla zou kunnen doen. En het bodempje braadvet dat na het bakken van een paar entrecotes in de pan achterbleef – daar zou je de volgende natuurlijk dag jus van kunnen maken. Maar als je geen sausliefhebber bent, komt dat er niet van.

Er was een keer een restje aardappels over. Dat verdween een dag later in een stamppot. En er dreigde een pak melk over de datum te raken. Gewoonlijk is een handige oplossing daarvoor: pannenkoeken bakken. Maar voor het zover was, was die melk opeens toch op. Ook wel weer fijn.

Beschimmelde citroen

Dat huishoudens zo veel voedsel weggooien, daar kun je toch eigenlijk met je verstand niet bij. Ik vind het al vervelend als ik in de koelkast een halve beschimmelde citroen aantref, of een slijmerig restant kropsla. Jammer, verspilling, niet goed opgelet. Met wat schamele restjes uit de koelkast een lekker maaltje maken: dat stemt dan juist weer tot tevredenheid. Je zou zo min mogelijk voedsel weggooien als een sport kunnen zien. Maar veel mensen staan daar blijkbaar anders in.

Dat voedsel soms zo gemakkelijk wordt weggegooid, houdt vast ook verband met de afstand die mensen tot hun dagelijks brood ervaren. Wie in zijn eigen tuin tomaten teelt, gooit exemplaren met een vlekje of een barstje echt niet zomaar in de gft-bak. Je hebt die plant niet voor niets maandenlang water gegeven en gediefd.

Kraak noch smaak

Alert zijn op voedselverspilling zit soms in kleine dingen. Op een dag constateer je dat er aan het eind van elk brood altijd twee kapjes overblijven. Geen idee waarom. Een kapje –mits vers– is eigenlijk een en al knapperige korst. Niets mis mee. Maar zo’n dun sneetje telt voor het gevoel misschien toch niet als een echte boterham. Je maakt er in ieder geval minder gemakkelijk mooie, symmetrische lunchbammetjes mee. En als de rest van het brood op is, is er vaak ook weinig kraak of smaak meer aan. De oplossing: hardop zeggen dat kapjes ook brood zijn. En ze voortaan onmiddellijk opeten. Met boter en hagelslag.

Groezelig

Dat er in die twee weken niets eetbaars is weggegooid, wil overigens niet zeggen dat alle eetbare waar in huis ook echt wordt opgegeten. Sommige zaken blijven zo lang in de koelkast liggen dat ze uiteindelijk vermoedelijk toch niet meer op tafel verschijnen. Onder in de groentela vond ik bijvoorbeeld een verschrompelde sinaasappel en een meer bruin dan groene limoen. Te lang uit het oog verloren en inmiddels zo onaantrekkelijk dat je een drempel over moet om eraan te beginnen. In een papieren zakje trof ik ook nog twee onooglijke stronkjes witlof aan waarvan ik het bestaan volledig was vergeten. Daar kan niemand meer wat mee, dus die gaan alsnog op de compostbult.

Als je kritisch gaat kijken, staat er in de koelkast nog wel meer voedsel met een onduidelijke status. Een potje zongedroogde tomaten op olie is best lang houdbaar. Maar na verloop van tijd ziet de inhoud er toch wat groezelig uit. En hoelang staat dat potje daar eigenlijk al?

Ik kwam ook nog een dubieuze tube ketchup en een potje inmiddels lichtelijk ontbonden mayonaise tegen. Zelfde verhaal: wanneer was die verpakking ook alweer aangebroken?

Als je er weinig vertrouwen meer in hebt, kun je het feitelijk net zo goed weggooien. En als je het tegen beter weten in toch bewaart, is een koelkast soms weinig meer dan een voorportaal voor de gft-bak.

De uitdaging

Woord en Daad organiseert van 10 tot 17 oktober de Aan tafel!-challenge om de aandacht te vestigen op voedselverspilling. De uitdaging: een week lang zo min mogelijk eten weggooien.

Voedselverspilling is een internationaal probleem. Wereldwijd wordt ongeveer een derde van al het geproduceerde voedsel uiteindelijk niet opgegeten. Woord en Daad zet zich ervoor in om de armoede in ontwikkelingslanden te bestrijden. Een duurzamere leefstijl in de westerse wereld draagt volgens de organisatie bij aan eerlijkere verhoudingen.

Wie deelneemt aan de challenge houdt met zijn team (bijvoorbeeld het gezin, de kring of een groepje vriend(inn)en) een week lang bij wat er aan voedsel wordt weggegooid. Het doel is: zo min mogelijk. Wat er wordt weggegooid, moet je wegen en bijhouden. Wat je grootmoeder op zou eten, reken je mee.

Deelnemers aan de challenge krijgen tijdens de actieweek allerlei tips toegestuurd om slimmer boodschappen te doen en te koken met kliekjes.

Tips tegen verspilling

  • Het is onbegonnen werk om te onthouden wanneer je een tube ketchup of een fles vruchtensap hebt geopend, zeker als er enige tijd overheen gaat. Maak het jezelf gemakkelijk. Plak er een sticker op met de datum waarop je de verpakking hebt aangebroken. Of gebruik daarvoor een markeerstift. Bewaar die stickers en een pen of zo’n stift in een la in de buurt van de koelkast.

  • Koop kritisch in. Op z’n tijd rosbief of filet americain is misschien best lekker, maar deze producten zijn zo bederfelijk dat de kans groot is dat je het laatste restje niet meer durft op te eten. Waarom zou je slager niet om een half ons vragen, om dat te voorkomen?

  • Koelverse producten die bijna over de datum zijn, worden vaak met korting verkocht. Dat is een prima manier om te voorkomen dat ze worden weggegooid. Maar dan moet je zo’n product alleen kopen als je zeker weet dat je die liter melk of dat schaaltje zalm zelf op korte termijn gaat verorberen. Anders is het alsnog voedselverspilling.

  • Groot is vaak voordeliger, maar durf ook eens klein te denken. Als je voor je bezoek een 1,5 literfles frisdrank of een gezinspot jam opent waar verder niemand meer naar omkijkt, gooi je uiteindelijk veel weg en ben je duurder uit.

  • De datum die op een verpakking staat, zegt ook niet alles. Gebruik je zintuigen (ziet het er nog goed uit, ruikt het niet raar?) en je gezonde verstand om te bepalen of iets nog eetbaar is of dat je het beter weg kunt gooien.

  • Voorkom dat voedsel uit beeld raakt. Schuif aangebroken potjes en bakjes in de koelkast niet naar achteren – dat is vaak het begin van het einde.

  • Verzamel een aantal recepten waarin je allerlei restjes kunt verwerken. In pastasaus en soep kun je van alles kwijt: een verdwaalde paprika, een paar verlepte stengels bleekselderij, een kontje kaas, een bodempje olijven. Soep is ook handig voor overschotjes gekookte pasta, rijst en aardappels. Verschrompeld citrusfruit: maak er sap van.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer