Binnenland
Puttens vergeving en verzoening

Putten herdenkt dinsdag weer de oktoberrazzia in 1944. Deze week leggen Puttenaren in het Duitse dorp Ladelund samen met Duitsers een ”ontmoetingstuin” aan bij de negen massagraven waar 110 weggevoerde mannen begraven liggen. Vergeving en verzoening in de praktijk.

Jan Kas
27 September 2018 19:43Gewijzigd op 3 April 2024 09:38
Impressie van de ontmoetingstuin. Op de achtergrond de Sankt Petrikirche van Ladelund.  beeld Thorsten Hansen
Impressie van de ontmoetingstuin. Op de achtergrond de Sankt Petrikirche van Ladelund. beeld Thorsten Hansen

Dat moment, in april, zal Ard Kleijer niet snel vergeten. „Stilzwijgend liepen we het voormalige kampterrein op, anderhalve kilometer buiten Ladelund, waar in de oorlog de barakken van de Puttenaren stonden. Midden op het veld vormden we een kring, hand in hand. Iemand stelde twee minuten stilte voor. Zoiets organiseer je niet. Het voelde zo puur.

Een van de weinige mannen uit Putten die na de oorlog terugkeerden, noteerde zijn ervaringen in het werkkamp in een schriftje. De gemeente Putten gaf dat later uit. Hij beschreef hoe hij, vanuit zijn barak kijkend, dacht aan Psalm 121: Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal”, herinnerde Kleijer zich in Ladelund. „Toen we daar in het veld stonden, zagen we een glooiing in het terrein. Geen berg, maar een heuveltje. Dat was wat die Puttenaar toen in het werkkamp ook zag.”

Kleijer was in Ladelund, in Noord-Duitsland, dicht bij de grens met Denemarken, met 23 andere Puttenaren via de stichting Samen Verder Putten, waarvan hij bestuurslid is. Tussen Putten en Ladelund ontstonden kort na de Tweede Wereldoorlog blijvende contacten.

Verdedigingslinie

Bij de razzia in het Veluwse dorp in oktober 1944 voerden de Duitse bezetters als vergelding voor een aanslag op een auto met officieren 659 mannen tussen de 18 en de 50 jaar weg. Van hen hebben er 552 dat niet overleefd. De meesten stierven in Duitse concentratiekampen, waaronder Neuengamme. Honderdtien Puttenaren vonden de dood in Ladelund, waar tijdelijk een werkkamp van Neuengamme was gevestigd met 2000 gevangenen uit twaalf landen. „Ze moesten er een verdedigingslinie helpen aanleggen. De Duitsers vreesden een tweede invasie vanuit Denemarken”, aldus Kleijer.

De predikant van Ladelund, ds. Johannes Meyer, zocht in 1946 contact met familie van de Puttense slachtoffers. Dat leidde ertoe dat in 1950 zo’n 130 Puttenaren de graven in Ladelund bezochten. Kleijer: „Meyer maakte zich ook sterk voor een herdenkingsruimte. Ladelund was een van de eerste Duitse plaatsen met zo’n Gedenkstätte. Meyers opvolger, ds. Harold Richter, begin dit jaar overleden, maakte er sinds 1956 echt zijn levenswerk van. Hij bleef ervan getuigen dat echte verzoening alleen door Jezus Christus mogelijk is en dat daaruit ook voortvloeit dat Puttenaren en Ladelunders zich met elkaar kunnen verzoenen, over de graven heen.

Elders worden nu nog discussies gevoerd over de vraag of Duitsers bij een oorlogsherdenking aanwezig kunnen zijn. In Putten was dat een paar jaar na de razzia al het geval, en dat terwijl ons dorp zo zwaar was getroffen”, zegt Kleijer. „Het geloof vormde de pijlers onder de brug die tussen Putten en Ladelund is geslagen. In zeventig jaar is er een bijzondere band gegroeid, met soms diepe vriendschappen tussen families. Uit iets verschrikkelijks ontstond iets moois. Uiteindelijk overwint het goede het kwade.”

Nieuwe generaties

Samen Verder Putten werd anderhalf jaar geleden opgericht. Kleijer en medebestuurslid Erik van de Poll: „Onder het motto ”Dankbaar voor zeventig jaar vergeving en verzoening” was er in 2015 een estafetteloop van Putten naar Ladelund, een jaar later gevolgd door een sportweekend in Putten waaraan dertig Ladelunders deelnamen. Die twee evenementen zetten ons aan het denken: Hoe vinden we, naast de officiële herdenkingen, andere vormen om aan nieuwe generaties, waarvoor de Tweede Wereldoorlog alleen maar geschiedenis is, de lessen door te geven die we uit die oorlog hebben geleerd? Hoe werken we samen verder aan ontmoeting en verbroedering?”

„Het verleden leert ons dat vrede en vrijheid geen vanzelfsprekende zaken zijn. De stichting wil bijdragen aan een samenleving waarin mensen, hoe verschillend ook, samen werken aan vrede en vrijheid”, zo is in het beleidsplan vastgelegd. Op initiatief van Samen Verder Putten leggen Puttenaren en Duitsers nu in Ladelund gezamenlijk een ”internationale ontmoetingstuin” aan.

„Tussen de massagraven, waar mannen van twaalf nationaliteiten begraven zijn, en de Gedenkstätte is in de jaren zestig een Puttens heidelandschap gecreëerd. Na een halve eeuw is daar weinig meer van te herkennen”, aldus Van de Poll. „Die plek wordt nu opnieuw ingericht. Een bloemenweide omlijst een ontmoetingsplaats met banken. Nabestaanden van de slachtoffers, mensen uit verschillende landen, jong en oud, kunnen daar verhalen delen en samen filosoferen over de toekomst.”

De 900 vierkante meter grote tuin wordt opgenomen in de activiteiten van de Gedenkstätte. Ook in de winter kan daar met elkaar worden gesproken. Op voorstel van ds. Richter komt er op de ontmoetingsplaats een vuurkorf van cortenstaal te staan, een geschenk van Putten aan Ladelund, ontworpen door de Puttense kunstenaar Gerrit van Emous. Daarop staan twee personen afgebeeld die elkaar omarmen.

In april hebben Puttenaren en Ladelunders de bestrating in de bestaande tuin verwijderd, boomstronken weggehaald en boomwortels toegedekt. Deze week wordt de nieuwe, onderhoudsarme tuin aangelegd. Ruim dertig Puttenaren reisden woensdag naar Ladelund; in Neuengamme maakten ze een tussenstop. Donderdag, vrijdag en zaterdag wordt er in de tuin gewerkt. Na de kerkdienst zondagmorgen wordt de ”Garten der Begegnung” officieel geopend.

Van de 24 vrijwilligers in april waren er 14 nog nooit in Ladelund geweest, zegt Kleijer. „Vier stonden er voor het eerst bij het graf van hun opa. Ze hadden nu de mogelijkheid om naar Ladelund te gaan. De afstand van 560 kilometer is best lastig. Je rijdt niet even heen en weer.” Van de Poll: „Puttenaren gaan er ook heel verschillend mee om. In sommige families werd nooit over de Tweede Wereldoorlog en de razzia gesproken, of slechts met een bepaalde lading. Als vader niets meer met Duitsland te maken wilde hebben, kwam je ook niet in Ladelund.”

Ontmoeting was een wezenlijk onderdeel van het verblijf in Ladelund. Net als deze week waren de Puttenaren in gastgezinnen ondergebracht. „Wat je dan in de gesprekken allemaal hoort”, zegt Van de Poll. „Ook in Ladelund zijn mensen beschadigd. Mijn gastvrouw draagt dat nog dagelijks met zich mee, zei ze. Vaders keerden na de verloren oorlog zwaargewond uit Rusland terug. Sommigen raakten aan de drank. Een goed gezinsleven was er dan niet meer.” Kleijer: „De voorzitter van de kerkenraad merkte bij ons vertrek terecht op: We hebben samen gewerkt en samen herdacht, samen gelachen en samen gehuild.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Razzia Putten

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer