Eucharistie en avondmaal staan volop in de wetenschappelijke belangstelling, maar deelname wordt minder vanzelfsprekend. „Avondmaalsdiensten worden minder vaak goed bezocht. Het sacrament is in de marge terechtgekomen, ook bij jongeren.”
Dat concludeert het onderzoek ”Rond de tafel. Maaltijd vieren in liturgische contexten” (uitgeverij Berne Media, Heeswijk), dat woensdag in Amsterdam wordt gepresenteerd. De bundel, onder redactie van Mirella Klomp, Peter-Ben Smit en Iris Speckmann, is een uitgave van het Instituut voor Rituele en Liturgische Studies (IRILIS), gevestigd aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam. Doel van de studie is onder meer na te denken over het aspect van lichamelijkheid en het gemeenschapskarakter van de maaltijd.
Jasper Bosman deed onderzoek naar de avondmaalsbeleving in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Hij concludeert dat in de meeste kerken binnen beide denominaties alle aanwezige belijdende leden het avondmaal vieren. „Alleen in de bevindelijke CGK-kerken is het praktijk dat een deel van de belijdende leden het avondmaal niet meeviert.”
Terwijl er in de meeste kerken van de CGK een voorbereidingsbijeenkomst is op een doordeweekse avond, is dat bij de GKV niet meer het geval. Ook de censura morum heeft in de GKV geen prominente plek meer, evenals het lezen van het eerste deel van het avondmaalsformulier (waarin de zelfbeproeving aan de orde komt), één week van tevoren. Bij de CGK functioneert in onderscheid met de GKV een nabetrachtingspreek. Ook is er bij de GKV vaak een „lopende viering.”
RKK
In de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) is de aandacht verschoven van het offer- naar het gemeenschapskarakter van de eucharistie. Waren vroeger de meeste rooms-katholieken erg terughoudend ten opzichte van de communie –er was veel eerbied voor het lichaam van Christus en men voelde zich onwaardig– nu dreigt het gevaar van nonchalance en automatisme, stelt Sam Goyvaerts over de eucharistische praktijk in Vlaanderen. „Het hoort er gewoon bij als onderdeel van het misritueel en heeft schijnbaar weinig effect.”
Mattijs Ploeger laat zien dat in de meeste rooms-katholieke kerkgebouwen de eucharistie wordt gevierd aan een vrijstaande altaartafel. De priester staat daarbij achter de tafel, gericht naar de mensen. Bij het hoogaltaar staat hij voor het altaar, met de rug naar de gemeente.
Fokke Wouda bespreekt het heikele probleem van de „eucharistische vrijheid” in de RKK. De RKK is zelfs strikter geworden, maar toch zijn er rond de Reformatieherdenking weer nieuwe verwachtingen gerezen, met name door het optreden van paus Franciscus. Hij heeft gesteld dat de eenheid niet iets is wat wij maken, maar wat God geeft, en wel onderwég naar theologische overeenstemming.