De Gereformeerde Gemeenten (GG) zagen in de periode van 2008 tot en met 2017 ruim 20.000 (doop)leden vertrekken naar een ander kerkverband of onkerkelijk worden. Het aantal toetreders bedroeg minder dan de helft.
Dat is een van de uitkomsten van een inventarisatie door het Reformatorisch Dagblad van het grensverkeer tussen de Nederlandse kerkverbanden in de afgelopen tien jaar. Bij de Christelijke Gereformeerde Kerken, om een andere uitkomst te noemen, is het grensverkeer ongeveer in evenwicht.
„Ik heb het nooit bij elkaar opgeteld, maar deze cijfers zijn wel sprekend en onthutsend”, reageert ds. J. J. van Eckeveld op de uitkomsten waar het gaat om de GG (die per 1 januari 107.786 leden en doopleden telden). „Veelal neemt men afscheid van onze gemeenten omdat men afscheid genomen heeft van de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking”, aldus de Zeister predikant, preses van de laatstgehouden synode. „Ook bij huwelijk gaat men gemakkelijk over naar een ander kerkverband. Soms zijn het ook de plaatselijke omstandigheden die leiden tot overgangen. Dat alles baart ons zorgen en stemt tot droefheid. Die nood moet ons uitdrijven tot gebed. Een kerkelijke overgang is vaak de laatste fase in een proces van innerlijke vervreemding. We mogen ons echter niet aanpassen aan hetgeen een aantal van onze mensen misschien wel graag zou willen. Uiteindelijk houd je ze dan toch niet. We moeten blijven bij de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking.”