Prof. Hofman: Gebed is bijzondere gave van de Geest
„Je moet de tijd nemen om te bidden.” Dat is de les die prof. dr. T. M. Hofman trekt uit het Lukasevangelie. „Lukas laat zien dat de Heiland bewust tijd neemt voor het gebed en daarin de stilte zoekt. Met name op belangrijke momenten in Zijn leven.”
De emeritus hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn sprak dinsdagmorgen in Elspeet tijdens een studieweek van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland voor theologiestudenten. Met de studenten las hij verschillende passages uit het Lukasevangelie om het gebedsleven van Jezus te karakteriseren.
„Het gebed is essentieel voor Jezus’ leven en werk”, zei prof. Hofman. „Vooral in cruciale fases in Zijn leven was Hij in gebed. Bijvoorbeeld tijdens de verheerlijking op de berg in Lukas 9. Bovendien beschrijft Lukas meermalen de inhoud van Jezus’ gebed. Zo lezen we in Lukas 10:21-23 dat Jezus een dankgebed aanheft. Dat geeft ons een blik in de intieme omgang met Zijn hemelse Vader.”
Die intieme omgang komt in het bijzonder tot uiting bij aanvechting en verzoeking, aldus prof. Hofman. „In Lukas 22 roept Jezus Zijn volgelingen ertoe op te waken en te bidden als ze in de hof van Gethsémané zijn. Dat doet Hij zowel voor als na Zijn gebed tot de Vader. Hij bidt in de verzoeking tot God de Vader. Wat Hij anderen heeft geleerd, brengt Hij Zelf in praktijk. Hij stelt de wil van de Vader voorop. Zo moeten ook wij leren tegen onszelf in te bidden en te willen wat God wil.”
Waar Jezus in een unieke relatie staat tot de Vader en de Heilige Geest, bidden Zijn volgelingen tot de Vader in een relatie die bemiddeld wordt door de Zoon, zo legde prof. Hofman uit. „Daarin is het werk van de Heilige Geest onontbeerlijk. Die Geest laat zien wat het betekent om God Vader te mogen noemen. Het gebed is ook een bijzondere Geestesgave. Daar staat of valt de kerk mee.”
Prof. Hofman verwees naar de zestiende-eeuwse kerkhervormer Johannes Calvijn, die bidden vergeleek met schatgraven. „Wie niet bidt, laat de schat liggen. Maar Calvijn noemt ook dat je God in het gebed kunt aanspreken op Zijn belofte in Zijn Woord. En daarom zegt hij ook: God heeft het gebed niet nodig, maar wij mensen hebben het gebed nodig. Anders worden we slaperig en koud. Door te bidden, ga je God de eer geven in de dankzegging. Dan zie je veel dingen waarom je God kunt danken en aanbidden.”
Nadere Reformatie
Dr. R. W. de Koeijer ging tijdens de avondlezing in op de lessen van de omgang met God in de Nadere Reformatie. Hij besteedde aandacht aan drie aspecten: meditatie, verrukking en aanvechting.
„De aandacht voor meditatie in de Nadere Reformatie wijst op het belang van discipline in het geestelijk leven”, aldus de hervormde predikant uit Bilthoven. „Meditatie staat in onze tijd onder aanzienlijke druk van de sociale media, maar het is een nodige en nuttige vorm van concentratie op de Bijbel, op God en Zijn werken.”
De notie van de verrukking leert volgens dr. De Koeijer dat er in de omgang met God veel positiefs beleefd kan worden. „Zulke ervaringen gaan verder dan een goed gevoel, want ze komen op uit de concentratie op Gods hart en werk. Toegespitst: op de persoon en het werk van Christus.”
Het derde leerpunt ligt in de omgang met aanvechtingen, aldus dr. De Koeijer. „De waarde van de Nadere Reformatie is haar pastorale aandacht voor gelovigen met geestelijke problemen rond het gemis van zekerheid, blijdschap, vrede en troost. Niet alle gelovigen zijn hetzelfde. Pastorale zorg zal juist ook aangevochten en twijfelende christenen geestelijke leiding willen bieden.”
Zie ook:
Prof. Paul: Koningspsalm kreeg strategische plaats in boek der Psalmen, Reformatorisch Dagblad (21-08-2018)