Danken na regen
Een commentaar over het weerbericht? Dat is wel het laatste wat iemand in zijn of haar krant verwacht. Praten over het weer is immers het meest luchthartige wat je kunt doen. Wie niets meer te zeggen weet of verlegen zit om een openingszin, kan altijd nog over het weer beginnen. Tijdens zo’n luchtig sociaal praatje over wolken en wind uitwijden over isobaren, koufronten en luchtstromingen is vragen om een meewarige blik van de ander, een blik die slechts één gedachte vertolkt: die heeft iets niet begrepen. Een commentaar schrijven over het weer lijkt al helemaal wereldvreemd.
Toch is er dit keer meer aan de hand. Zo kan het niemand zijn ontgaan dat het ook weer heeft geregend. Niet een beetje, maar aanhoudend. En dat na een on-Nederlands lange periode van droogte. Ook wie niet in het buitenland op vakantie is geweest, voelde zich een beetje thuiskomen bij het horen van dat typisch Nederlandse gekletter en getik.
Dat geluid mag dan vertrouwd klinken, vanzelfsprekend is die regen na zo’n droogte niet. En al helemaal niet omdat de afgelopen weken er steeds vaker over werd geklaagd. Dat gebeurde stilletjes in bejaardenwoningen, al of niet gelegen aan stoffige straten – vanwege de warmte. In boerderijen om de verzengende droogte op de akkers, en in kerken, waar op zondag de klacht over droogte en hitte werd vertolkt in een gebed: Heere, geef regen!
Waarom er geen landelijk georganiseerde smeekbeden vanuit de kerken waren? Wellicht omdat de nood niet door iedereen even sterk werd beleefd – zomers weer staat immers ook voor pret en plezier. Of omdat al die klachten en zorgen werden weggedrukt door een heel ander geluid. Door een boodschap die deze zomer ook veelvuldig klonk: alles onder controle. Of werd een geestelijk beleven van de zomerdroogte in de kiem gesmoord door theologische haarkloverijen, bijvoorbeeld rond vragen over oordeel en schuld?
Als dat laatste het geval was, dan zouden christenen daaruit een les moeten leren: minder redeneren als het gaat om het geestelijk verstaan van de tijd. Het klinkt immers vaak orthodox en Bijbels, maar fungeert nogal eens als een ongeestelijk ”ja maar” en onvruchtbare casuïstiek. Waardoor een echt geestelijk verstaan van wat er om hen heen gebeurt al bij voorbaat wordt geblokkeerd.
Laat zulk redeneren maar over aan buitenstaanders en toeschouwers, christenen zijn geroepen om gééstelijk te leven. Om als betrokkenen Bijbellezend, biddend, belijdend, luisterend, mediterend, associërend én duidend te leven. Dat mag allemaal naïef overkomen, maar dat kan ook niet anders: geestelijk leven is nu eenmaal van een andere orde.
Het is ook een dánkend leven. En nu de regen is gevallen, is het de hoogste tijd om precies dát te doen: God ervoor danken.