Tot die tijd wordt nadere besluitvorming over de Embryowet opgeschort, aldus minister De Jonge (Volksgezondheid) vrijdagavond.

De discussie moet onder meer gaan over de toelaatbaarheid van het kweken van embryo’s voor medisch onderzoek. Artsen dringen daarop aan, om zo de veiligheid van nieuwe vruchtbaarheidstechnieken te kunnen verbeteren.

Ook over deze behandelingen als zodanig moeten debatavonden komen, aldus De Jonge, bijvoorbeeld over het genetisch modificeren van embryo’s.

Een derde debatthema is het al dan niet toestaan van geslachtsselectie door ouders om zo de geboorte te voorkomen van kinderen die drager zijn van een ernstige geslachtsgebonden, erfelijke aandoening, zoals bijvoorbeeld hemofilie A/B. Het kabinet-Rutte III wenst daarover bovendien „een nadere ethische analyse” van deskundigen. Rutte II had al ingestemd met deze mogelijkheid.

In zijn nota meldt De Jonge ook dat hij een al door het vorige kabinet verstrekte opdracht om de abortuswet te evalueren sterk heeft uitgebreid. Toenmalig zorgminister Schippers wilde in 2016 volstaan met een summiere verkenning, gericht op de verplichte samenwerkingsovereenkomsten tussen abortusklinieken en ziekenhuizen en op het naleven van de rapportageplicht door abortusklinieken.

De Jonge wil echter dat de onderzoekers ook verslag doen van de meest recente wetenschappelijke kennis aangaande de gevolgen van abortus, waaronder de fysieke risico’s. Ook de invloed van prenatale diagnostische toetsen op het aantal zwangerschapsafbrekingen moet in kaart worden gebracht. Daarnaast wil de bewindsman horen hoe nieuwe medische inzichten omtrent de levensvatbaarheid van vroeggeborenen zich verhouden tot de abortusgrens van 24 weken. De onderzoekers moeten ook aandacht besteden aan de nazorg, het besluitvormingsproces en de toegankelijkheid van organisaties zoals Siriz, die keuzehulpbegeleiding bieden aan ongewenst zwangere vrouwen.

Om het percentage herhaalde abortussen omlaag te brengen, wil De Jonge ook dat vrouwen het laten plaatsen van een spiraaltje in een abortuskliniek vergoed krijgen.

De regelgeving omtrent actieve levensbeëindiging van pasgeborenen met een ernstige handicap en euthanasie bij minderjarigen verandert vooralsnog niet.

Binnen afzienbare tijd geeft het kabinet ook het startschot voor een nader onderzoek dat een beter beeld moet geven van de groep burgers die met hulp van derden hun leven willen beëindigen omdat ze het als voltooid beschouwen. Totdat de uitkomsten daarvan bekend zijn, houdt D66-Kamerlid Dijkstra haar initiatiefwet aan die de stervenshulp aan levensmoede ouderen wil legaliseren.

Na overleg met Dijkstra heeft De Jonge besloten dit al in het regeerakkoord aangekondigde onderzoek uit te breiden. Ook de omvang van de groep burgers die wel een aanhoudende doodswens hebben, maar nog niet klaar zijn om daar een actief vervolg aan te geven, wordt in kaart gebracht.

Dijkstra sprak vrijdag van een „zeer waardevolle aanvulling.” CU-Kamerlid Dik-Faber zei blij te zijn dat het kabinet met de samenleving het gesprek wil aangaan over medische ethiek. Ze constateert verder dat het kabinet behoedzaam te werk gaat „op onderwerpen waar die behoedzaamheid ook nodig is.”