Opinie

Kabinet moet meer voor Israël opkomen

Ten diepste wordt het Joodse volk geen plaats op de wereld gegund. Aan ons daarom de taak en plicht om op te komen voor Israëls bestaansrecht, betogen Kees van der Staaij en Henri Krooneman.

Kees van der Staaij en Henri Krooneman
14 June 2018 10:34Gewijzigd op 16 November 2020 13:31
„Nederland moet meer oog krijgen voor Israëls bestaansrecht en legitieme veiligheidsbelangen.” Foto: de Israëlische premier Netanyahu ontmoet premier Rutte bij het Haagse Catshuis, tijdens een tweedaags bezoek aan Nederland in september 2016. beeld ANP, R
„Nederland moet meer oog krijgen voor Israëls bestaansrecht en legitieme veiligheidsbelangen.” Foto: de Israëlische premier Netanyahu ontmoet premier Rutte bij het Haagse Catshuis, tijdens een tweedaags bezoek aan Nederland in september 2016. beeld ANP, R

Het is eind 2015. In Syrië zijn inmiddels meer dan 200.000 (!) doden gevallen. Miljoenen burgers vluchten in wanhoop. En wat doen de Verenigde Naties? Die nemen een resolutie aan waarin wordt gesteld dat de Israëlische aanwezigheid op de Golan een struikelblok is voor duurzame vrede in de regio...

Hoe is het toch mogelijk dat, ondanks een orgie van geweld en vernietiging in buurland Syrië, de internationale pijlen worden gericht op een paar Joodse soldaten die de wacht houden op een rotspunt op de grens van Syrië en Israël? Ik heb daar maar één woord voor: dat is gewoon witte-boordenantisemitisme. De voorbeelden waarmee dat duidelijk gemaakt kan worden, zijn legio. Soms lachwekkend isronisch en in- en intriest.

Na de recente golf van geweld keert de rust in Gaza langzaam terug. Maar op het slagveld van de internationale arena wordt de juridische strijd gewoon voortgezet. Die strijd begon zeventig jaar geleden, met felle protesten van de Arabische landen tegen de legitieme oprichting van de staat Israël. Protesten die in 1948, 1967, 1973, 1987, 2000 en tot op de dag van vandaag in gewapend verzet tegen de Joodse staat zijn omgezet. Maar ondertussen bleven landen via de media, de diplomatie en het volkenrecht Israël aanvallen. Met als resultaat een buitensporig groot aantal zware en uiterst discutabele veroordelingen van Israël.

Schril contrast

De cijfers spreken boekdelen. Zo nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) in 2016 maar liefst twintig resoluties aan waarin Israël werd veroordeeld, tegenover slechts zes resoluties die gericht waren op andere landen: drie op Syrië, één op Iran, één op Noord-Korea en één op de Krim. In 2017 waren het er zelfs 21 tegenover 7. Alsof Israël een soort schurkenstaat is.

Deze cijfers staan ook nog eens in schril contrast met de veroordelingen van de Palestijnse terreurorganisatie Hamas. Die zaait haat onder de Palestijnse burgerbevolking. En is het niet veelzeggend dat, nu Israël de dorre woestijn laat opbloeien als een roos, de Palestijnen met vliegers de vruchtbare grond letterlijk in brand steken? Het is dan ook de hoogste tijd dat het tijdens de aanstaande 73e vergadering van de AVVN anders gaat. Nederland zit erbij, en wat mij betreft laten we dit geluid krachtig horen.

Inhoud

Meer nog dan de aantallen is de inhoud van de VN-resoluties betreurenswaardig. Dat geldt evenzeer voor resoluties bij organisaties zoals de VN-Mensenrechtenraad en Unesco. Een voorbeeld. Ondanks het extremistische geweld en de gruweldaden in Syrië bestempelde een resolutie in december 2015 de Israëlische aanwezigheid op de Golan als een struikelblok voor duurzame vrede in de regio. Een ander voorbeeld. In mei 2017 stelden Algerije, Egypte, Libanon, Marokko, Oman, Qatar en Sudan binnen Unesco een resolutie voor die de Israëlische soevereiniteit over heel Jeruzalem, dus óók het westelijke deel van de stad, nietig verklaarde. In een andere Unescoresolutie wordt de Joodse band met de Joodse heilige plaatsen in Jeruzalem platweg ontkend. Zulke resoluties laten zien dat Israël in de VN de paria is en een gevecht tegen de bierkaai moet voeren.

In dat licht is het, triest genoeg, niet verrassend dat, na de aanvallen op Israël door de Palestijnen, nota bene de soldaten die dat probeerden te voorkomen, worden beschuldigd van ‘misdaden’. Van het Israëlische leger is bekend dat het alles doet om burgerslachtoffers te voorkomen. Maar in de Tweede Kamer wordt er gedaan alsof Palestijnen, kinderen zelfs, in koelen bloede worden vermoord. Dat speelt Hamas in de kaart. Trouwens, is het gek dat Israël, dat de gebeurtenissen in Gaza zelf al grondig onderzoekt, niet meewerkt aan een internationaal onderzoek waarvan de uitkomst bij voorbaat al vast lijkt te staan? De vraag stellen is hem beantwoorden.

Bestaansrecht

De SGP pleit ervoor dat het Nederlandse kabinet, al dan niet in EU-verband, meer voor Israël opkomt. Dat er meer oog komt voor Israëls bestaansrecht en legitieme veiligheidsbelangen. Dat hulpgelden aan de Palestijnen, die in een uitzichtloze situatie leven en slachtoffer zijn van hun eigen leiders, ook echt ten goede komen aan de kwetsbare bevolking. Dat het, zoals ook een aangenomen SGP-motie bepleitte, niet blijft bij een kritische opstelling tijdens onderhandelingen over VN-resoluties, maar dat die kritiek veel vaker gepaard gaat met een tegenstem.

Laten we ons geen illusies maken. Sinds het Joodse volk bestaat, is het gehaat en bestreden. Dat het volk nu terug is en terugkeert naar het land van de voorvaderen en hun eeuwenoude hoofdstad Jeruzalem, zal tot het einde van de tijd strijd geven. Ten diepste wordt dit volk geen plaats op de wereld gegund. Aan ons de taak en de plicht om op te komen voor Israëls bestaansrecht. En alle illegale en doorzichtige pogingen om dat te ondergraven moeten we ontmaskeren en bestrijden.

Kees van der Staaij is fractieleider van de SGP in de Tweede Kamer. Henri Krooneman is beleidsmedewerker Buitenlandse Zaken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer