Vrijwel de gehele oppositie heeft woensdagavond een motie van afkeuring tegen premier Mark Rutte gesteund. Uiteindelijk stemden 67 Kamerleden voor de motie, 76 stemden tegen. Rutte erkende aan het einde van het debat dat hij fouten heeft gemaakt. Evenwel vindt hij het „onterecht” dat er door de oppositie termen werden gebruikt als „onwaarheid, actieve misleiding en evident leugenachtig”.
De oppositie „keurt de handelswijze van de minister-president af”, zei GroenLinks-leider Jesse Klaver bij de indiening van de motie. Een motie van afkeuring wordt doorgaans gezien als een minder zware veroordeling dan een motie van wantrouwen. Alleen oppositiepartij SGP ondertekende de motie niet.
„Het vertrouwen in de premier is weg”, zei Lilian Marijnissen van de SP. Soortgelijke woorden gebruikte PvdA-leider Lodewijk Asscher. „Hij heeft een onwaarheid verteld en de fout niet gecorrigeerd.” Rutte had moeten erkennen dat hij geen goede informatie heeft gegeven en daarom steunen wij de motie, zei Henk Krol (50PLUS).
Volgens PVV-voorman Geert Wilders is de reputatie van de premier „fors beschadigd”. „En dat is terecht. De premier verdient de motie als geen ander.” Wat Wilders betreft moet de premier vertrekken. Farid Azarkan van DENK zei dat de premier een „grote deuk” heeft opgelopen.
De SGP ging niet mee met de rest van oppositie. Voorman Kees van der Staaij constateerde wel dat de „informatievoorziening” over afschaffing van de dividendbelasting beter had gemoeten, en dat er een „vruchtbare bodem voor wantrouwen” was ontstaan. Van der Staaij vindt een motie van afkeuring niettemin „een brug te ver”.