EU zet in op diplomatie na Syrië-aanval
De EU-lidstaten zetten hun kaarten op de „herlancering” van het Syrische vredesproces onder leiding van de Verenigde Naties in Genève. Een conferentie over de toekomst van Syrië die volgende week in Brussel wordt gehouden moet daartoe een aanzet zijn.
Zaak is nu eerst de humanitaire hulpverlening op gang te krijgen. De EU-landen roepen Syrië, Rusland, Iran en Turkije op daaraan mee te werken door een wapenstilstand in acht te nemen.
De EU-ministers van Buitenlandse Zaken, onder wie minister Blok, spraken maandag in Luxemburg een sterke veroordeling uit van het herhaalde gebruik van chemische wapens door het Syrische regime, zoals vorige week in Douma. Zij hebben „begrip” voor de luchtaanvallen van de Amerikanen, Britten en Fransen van afgelopen weekend, maar herhaalden dat er geen militaire oplossing is voor het conflict in Syrië.
De ministers roepen Rusland en Iran op hun invloed bij Syrië aan te wenden om herhaling van chemische aanvallen te voorkomen. Extra EU-sancties tegen Syrië, Moskou of Teheran zijn nu niet aan de orde.
Wel houdt de unie verder strafmaatregelen tegen Damascus in beraad zolang de repressie van de bevolking voortduurt. De EU stelde in juli 2017 en in maart van dit jaar extra sancties in tegen Syrische functionarissen, militairen en wetenschappers voor hun rol bij chemische wapens.
De lidstaten willen er alles aan doen de verantwoordelijken achter de misdaden in Syrië te berechten. Over de vraag of president Assad in het zadel kan blijven verschillen de meningen De Duitse minister Heiko Maas was zeer duidelijk met zijn uitspraak dat iemand die chemische wapens inzet tegen zijn eigen bevolking geen deel kan zijn van de oplossing.