GKV sluiten zich aan bij Interkerkelijk Dovenpastoraat
De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) hebben zich donderdag officieel aangesloten bij het Interkerkelijk Dovenpastoraat (IDP). Het IDP wordt nu door vier kerkgenootschappen gedragen.
Het Interkerkelijk Dovenpastoraat is een samenwerkingsverband voor dovenpastoraat waarin tot donderdag de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) participeerden. In juni 2017 besloot de generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt het ‘eigen’ dovenpastoraat onder te brengen bij het IDP. De officiële toetreding van de GKV werd donderdagavond gevierd tijdens een speciale bijeenkomst in het Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Utrecht. Daarbij waren behalve het bestuur van het IDP vertegenwoordigers van de deelnemende kerkverbanden en de voorzitters van de commissies of deputaten voor het dovenpastoraat aanwezig. Ook dovenpastores, doventolken én dove en slechthorende gemeenteleden gaven van hun belangstelling blijk.
Bartimeüs
Ds. J. Swager, bestuursvoorzitter van het IDP, legde in zijn openingsmeditatie –over de blinde Bartimeüs uit Lukas 18– de vinger bij de verdeeldheid onder christenen, die volgens hem altijd afleidt van de pastorale aandacht voor behoeftige medemensen. Als er binnen het dovenpastoraat gezamenlijk kan worden opgetrokken, zal dat de zorg voor doven en slechthorenden ten goede komen, zei hij.
Ds. Swager deelde mee dat de organisatiestructuur van het Interkerkelijk Dovenpastoraat zal veranderen. Werd de organisatie tot op heden gevormd door een beleidsgroep en een stuurgroep, bedoeling is dat deze gaat bestaan uit een bestuur en meerdere taakgroepen.
Ds. J. Oosterhuis, voorzitter van het deputaatschap pastorale zorg aan doven en slechthorenden van de GKV, memoreerde de afgelegde weg van „moeite en pijn” voordat de GKV bereid waren tot aansluiting bij het IDP. „Het besluit om de pastorale zorg binnen eigen kerkelijke organisaties te regelen, paste destijds in het denken binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt”, verduidelijkte de predikant uit Hasselt. „Maar de tijden zijn veranderd. In de kring van de GKV nam de kerkelijke betrokkenheid af, zowel onder dove en slechthorende gemeenteleden als onder de andere gemeenteleden, waardoor het steeds moeilijker wordt vrijwilligers te vinden. De noodzaak tot samenwerking met andere kerken in de zorg voor doven werd binnen de GKV steeds meer gevoeld.”
Al in 2013 gingen er binnen de GKV stemmen op over toetreding tot het IDP. De synode van de GKV bepaalde indertijd dat het dovenpastoraat in een eigen deputaatschap moest worden vormgegeven. Dit leidde tot spanningen en frustraties binnen het kerkverband, vooral bij de dove en slechthorende gemeenteleden zelf. „Doven ervaren het als vernederend als kerkgenootschappen het dovenpastoraat gestalte geven zonder daarbij de doven zelf te betrekken.”
Een dieptepunt vormde het opstappen van de vrijgemaakte dovenpastor dr. Tjerk van Dijk, in 2015. Vanuit de groep doven en slechthorenden in de GKV klonken openlijk geluiden van teleurstelling en ontevredenheid over de gang van zaken rond het dovenpastoraat binnen het eigen kerkverband.
Predikant in deeltijd
Inmiddels zijn de tekortkomingen tot op synodeniveau erkend en door toetreding tot het IDP willen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt het dovenpastoraat nu verder gestalte geven. De GKV zullen een predikant in deeltijd (0,6 fte) aanstellen voor het dovenpastoraat, die één regio zal bedienen. De vrijgemaakt gereformeerde doven die buiten deze regio leven, krijgen dan pastoraat van een predikant uit een van de andere drie bij het Interkerkelijk Dovenpastoraat aangesloten kerken.