PThU heeft bachelor binnen: „Theologie studeren kan best riskant zijn”
Het was een kwestie van een lange adem, maar de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Utrecht kan nu echt met een eigen voltijds bacheloropleiding beginnen. Van studenten wordt wel wat durf gevraagd.

De laatste benodigde goedkeuring kwam deze week binnen op het Janskerkhof 12: de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie oordeelt dat de kwaliteit van de nieuwe bachelor dik in orde is. Dus kan de PThU nu snel studenten gaan werven voor de driejarige opleiding, die toegang geeft tot de masters theologie (voor predikant) en ”theology”. En daar is haast bij, want in september moet de bachelor al van start gaan.
„Een beetje opgelucht” dat het eindelijk zover is, is interim-rector prof. dr. Klaas Spronk wel. Hij volgde tijdelijk prof. dr. Maarten Wisse op toen die eind 2023 onverwacht opstapte. Spronk is eigenlijk al met emeritaat, maar er lijkt een opvolger te zijn gevonden. De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland stemt eind volgende maand over zijn of haar benoeming. Dan hoeft alleen nog de nieuwe werkkamer, met uitzicht op de Domtoren, te worden ingericht.
Verrassingen
Van een leien dakje ging het allemaal niet, de afgelopen anderhalf jaar. Eerst was er de verhuizing vanuit Amsterdam en Groningen naar Utrecht. De PThU, die predikanten opleidt voor de Protestantse Kerk in Nederland, kocht in 2023 een historisch pand op Janskerkhof 12/Jansdam 14, maar de verbouwwerkzaamheden liepen enkele maanden vertraging op. Het zeventiende-eeuwse rijksmonument in de Utrechtse binnenstad herbergde tussen de plafonds en de vloeren „een aantal verrassingen” en ook bleken de bijna 400 jaar oude balken niet overal in goede staat. Er moest een tijdelijk onderkomen worden gehuurd, aan de Daltonlaan. Niet echt de „theologische hub” die de PThU-bestuurders voor ogen hadden.
En dan was daar nog de aanvankelijke afwijzing van de nieuwe bachelor door de minister, een jaar geleden. De PThU had een gezamenlijke bachelor met de Vrije Universiteit Amsterdam, die niet werd voortgezet vanwege de verhuizing naar Utrecht. Ze wist de minister echter onvoldoende te overtuigen van de noodzaak van een eigen bachelor. Dat lukte in november wél, onder andere door sterker in te zetten op een meer klassiek-theologische opleiding, gericht op de Protestantse Kerk. Zo wees de universiteit op het steeds groter wordende predikantentekort: de verwachting is dat het aantal gemeentepredikanten tussen 2021 en 2030 zal dalen van 1506 naar 940.
Inhoud
Maar die twee problemen zijn nu verleden tijd en de PThU huist trots in misschien wel het mooiste universiteitsgebouw van de stad. Er is hard gewerkt de afgelopen maanden: binnen kreeg alles een frisse, lichte verflaag en er zijn werkkamers, vergaderzalen en een bibliotheek gecreëerd. Boven staan boeken uit de voormalige leeszalen in Amsterdam en Groningen – en in een depot in Nunspeet alles wat niet meer in de kasten paste.
De collegezalen luisteren naar klinkende namen: Karl Barth, Oepke Noordmans, Anna Maria van Schurman, Lesslie Newbigin en natuurlijk de Utrechtse Gisbertus Voetius, de theoloog die geloof en wetenschap dicht bij elkaar wilde houden. ”Breed georiënteerd” en ”diep geworteld”, staat er in het Engels en Nederlands op een wand, een reclameslogan in glas.
Overal in het gebouw zijn werkmannen in overall de laatste bordjes aan het ophangen. Die wijzen de richting in het historische pand, waarvan alleen de binnenplaats nog onder handen genomen wordt. Daar komt een duurzame tuin, met aan een blinde muur tientallen houten vogelhuisjes. „Men vroeg zojuist nog of het bordje naar de bestuurskamer wel goed hing”, zegt Spronk. „Ik kon dat bevestigen.”
In de Kohlbruggezaal −de theoloog overleed precies 150 jaar geleden− schuiven even later ook dr. Aza Goudriaan, student Caspar de Gelder en dr. Ronelle Sonnenberg aan.

Sonnenberg, projectleider en opleidingsdirecteur van de nieuwe bachelor, zegt dat de opleiding relevant wil zijn voor kerk, academie en samenleving. De breedte van de Protestantse Kerk, en de „bronnen en praktijken” die daarmee samenhangen, krijgen een prominente plek in het bacheloronderwijs. „Dat vraagt van studenten om reflectie op hun eigen theologiseren, in relatie tot de verschillende tradities.”
Goudriaan, universitair hoofddocent historische theologie, was ook betrokken bij de invulling van de bachelor. Studenten kunnen in het tweede jaar eigen accenten leggen, zegt hij, bijvoorbeeld door te kiezen voor colleges Bijbelse theologie of systematische theologie.
Daarnaast legt de PThU meer dan voorheen de nadruk op persoonlijke vorming en spiritualiteit. „We bestuderen bijvoorbeeld een bron, een geschrift, over het Heilig Avondmaal”, vertelt Sonnenberg. „Wat valt daar vanuit de historie over te zeggen? Welke praktijken zie je daarin? Hoe verhoud je je daar zélf toe?”
Met een verwijzing naar Voetius: „Het hoort tot de brede christelijke traditie om wetenschappelijke kennis te combineren met persoonlijke vorming.”
Nietzsche
Student De Gelder, catecheet in de hervormde gemeente in Besoyen, zit in de masterfase en is dus al aardig gevormd. Hij studeert bijna af op de manier waarop Gods voorzienigheid en verkiezing terugkomen in biografieën van omgekomen predikanten in de Tweede Wereldoorlog. Hij herkent de vraag: „Wat doet theologie met mij?”
De Gelder: „Ik studeer geen theologie om alleen maar kennis op te doen. Je bent er zelf helemaal bij betrokken, en dat kan riskant zijn. Ik weet nog dat ik in aanraking kwam met teksten van Friedrich Nietzsche en ”De Walging” van Jean-Paul Sartre las. Toen dacht ik even: geloof ik eigenlijk nog wel? Ik voerde goede gesprekken met huisgenoten en uiteindelijk heeft het lezen van zulke boeken mijn leven verrijkt.”
Spronk: „Wie voor de PThU kiest, kiest voor de wetenschappelijke discussie tussen verschillende benaderingen. Neem mijn eigen vakgebied, de Bijbel. We zijn heel Bijbelgetrouw, in de zin dat we de Bijbel volstrekt serieus nemen en ons verdiepen in de manier waarop de eerste hoorders en lezers de tekst tot zich namen. Dus niet als een abstracte waarheid. Hij klinkt ook in een bepaalde tijd. Je moet het als student wel aandurven om daarover in gesprek te gaan.”
In de nieuwe bachelor komt er niet alleen aandacht voor keuzemogelijkheden en persoonlijke vorming, maar ook voor invloedrijke geschriften uit de theologie en de kerkgeschiedenis. „Bij een academische vorming hoort kritisch en zelfstandig nadenken. Daarom vinden we het belangrijk dat studenten direct toegang hebben tot de primaire bronnen, de oorspronkelijke teksten.”
Goudriaan: „In mijn vakgebied zijn dat bijvoorbeeld het geschrift van de kerkvader Origenes tegen Celsus en ”Over de vrijheid van een christen” van Maarten Luther, maar ook ”Geestelijke verlatingen” van Voetius en de lezingen van Abraham Kuyper over het calvinisme.”

Eerstejaars
Nu de accreditatie binnen is, mag de PThU studenten gaan werven voor de nieuwe bachelor. Bij andere theologische bacheloropleidingen, zoals die van de Theologische Universiteit Apeldoorn en de Theologische Universiteit Utrecht, schreven zich vorig jaar een recordaantal eerstejaars in. Hoeveel hoopt de PThU er in september in Utrecht te verwelkomen?
Spronk denkt aan „een twintigtal” studenten. „Ik denk dat dit een mooi en best realistisch getal is.” Sonnenberg houdt nog een paar slagen om de arm. „We hebben nu weinig tijd. Laten we zeggen: over drie jaar, als we goed hebben kunnen werven, als de mond-tot-mondreclame zijn werk heeft gedaan én als de huidige trend blijft, dan rekenen we op een jaarlijkse instroom van twintig tot dertig nieuwe studenten. De drukbezochte open dag van 8 maart was in dat opzicht veelbelovend.”
Spronk hoopt dat veel bachelorstudenten na drie jaar voor de predikantsmaster zullen kiezen. „Het tekort aan predikanten is een nieuw gegeven en wij hebben als opleiding een verantwoordelijkheid. Het hoort bij onze identiteit dat we zowel de wetenschap als de kerk serieus nemen. Wij staan daar bewust tussenin.”
Sonnenberg: „Tegelijk moeten we ons heel goed realiseren dat er zeker ook jonge mensen zijn die nog niet weten of ze een driejarige predikantsmaster willen volgen. We hopen van harte dat ze daar interesse voor ontwikkelen, maar de bacheloropleiding biedt ook een heel goede voorbereiding op onze andere, eenjarige master. En, afhankelijk van de gekozen specialisaties, op masters in bijvoorbeeld de geesteswetenschappen.”
Viering
Dan is het tijd voor de kapeldienst, een liturgisch moment voor docenten, studenten en ondersteunend personeel van de PThU. Er wordt gebeden om haastige hulp, gelezen over de verzoeking in de woestijn en gezongen over kortstondig leven. Student De Gelder speelt piano.
Een andere keer klinkt er het Academiegebed: „Eeuwige, onnoemelijk nabije, Heer van alles en allen. Wees bij ons met Uw aanwezigheid: bij de mensen die hier samen Uw Naam naspeuren in wetenschap en spiritualiteit, in betrokkenheid op de kerk van Christus, in verantwoordelijkheid voor de wereld, en in bewogenheid om mensen.”
Janskerk

Het „vierkwartier” vindt twee keer per week plaats, nu nog in de lichte, klassieke hal van het PThU-gebouw. Maar daar komt verandering in. Schuin tegenover de universiteit staat de Janskerk, al sinds de middeleeuwen. De PThU huurt het bedehuis voor dertig jaar en gaat er collegezalen en werkplekken in maken. Ook moeten er symposia en academische bijeenkomsten plaatsvinden, en in de Mattheüskapel de PThU-vieringen.
Sonnenberg opent een zijdeur van de kerk en wijst naar de plek waar de collegezalen komen: in het schip. Een eerste plan, dat voorzag in een soort toren van op elkaar gestapelde collegezalen boven de ingang, kwam niet langs de welstandscommissie van de gemeente Utrecht. Maar nu ligt er een tekening die het wel lijkt te halen: daarop staat een grote, flexibel in te richten collegezaal in het middenschip en studieruimten in de zijbeuken, waarbij de „zichtlijnen” in de kerk niet worden aangetast.
De protestantse universiteit verwacht dat de commissie volgende maand haar goedkeuring zal geven. Dan is de ‘herbouwde’ Janskerk voorjaar 2026 klaar voor gebruik en kan de PThU, in het jaar van een grote Voetiusherdenking, zich écht op de toekomst richten.