Sheltersuit biedt dakloze en vluchteling op Lesbos warmte
Daklozen in Amsterdam, Milaan of Parijs, maar ook vluchtelingen op Lesbos. Op koude dagen biedt de sheltersuit hun extra warmte. In een werkplaats in Enschede produceren onder anderen asielzoekers en Wajongers de wind- en waterdichte jas die eenvoudig kan worden uitgebreid tot slaapzak.
In het grote complex van een voormalige spinnerij in Enschede is het een drukte van belang. Sheltersuit is een van de zeventig ondernemingen die hier een plek vonden. In de productiehal van Sheltersuit zijn ruim tien medewerkers bezig met het vervaardigen van de gelijknamige gecombineerde jas en slaapzak en bijbehorende rugtas. Parkieten in een kooi kwetteren vrolijk door het geluid van zoemende naaimachines.
Rezak is geconcentreerd aan het werk. Hij kwam ruim twee jaar geleden als vluchteling uit Eritrea naar Nederland en heeft inmiddels een huis in Hengelo. Naast een inburgeringstraject doet hij werkervaring op bij Sheltersuit. De werkzaamheden zijn niet nieuw voor hem. „Als kind hielp ik al mee in het naaiatelier van mijn opa.”
Op lange termijn wil Rezak echter in een andere sector aan de slag. „Misschien ga ik een opleiding accountancy doen. In Eritrea heb ik daar ook een diploma voor gehaald.”
Schuin tegenover hem zit de Nederlandse Linda, die in de bruidsmodebranche werkte en materiaal voor etalages maakte. „Nadat mijn vorige baan ophield, ben ik twee maanden geleden hier als naaister begonnen. Ik heb een contract voor een halfjaar, daarna zie ik wel verder.”
Linda vindt de sheltersuit een mooi product. „De samenwerking met mensen uit andere landen spreekt me ook aan. Ik heb zelf een vriend uit Tunesië. Soms praten we hier Nederlands, soms communiceren we met handen en voeten. We komen er altijd uit.”
Onderkoeling
In het naastgelegen kantoor schenkt sociaal ondernemer en woordvoerder Frederik Frankenhuis koffie. Hij vertelt dat stichting Sheltersuit eind 2014 werd opgericht door Bas Timmer, die nog steeds als modeontwerper voor de onderneming werkt. „De vader van twee vrienden van Bas was dakloos geraakt. Binnen een week is hij voor de deur van de nachtopvang in Enschede overleden door onderkoeling. Het was 7 graden, te warm om de opvang te openen.”
Deze tragische gebeurtenis inspireerde Timmer, die een modeopleiding had afgerond, om een wind- en waterdichte jas, inclusief col, en slaapzak te ontwerpen. Hij gebruikte hiervoor reststoffen die hij van bedrijven kreeg. Het eindproduct is een jas waar daklozen een gedeelte aan vast kunnen ritsen, zodat het een slaapzak wordt. Overdag kunnen ze de onderste helft in een bijbehorende rugzak meenemen.
„Het initiatief begon met een oplage van honderd stuks. Daarna groeide het werk snel”, zegt Frankenhuis. Inmiddels zijn vijftien werknemers en ruim zeventig vrijwilligers verspreid over de week druk met de productie. „We werken voor een belangrijk deel met migranten uit het Midden-Oosten die ervaring hebben in de confectiesector. Zij komen bijvoorbeeld uit een asielzoekerscentrum in de buurt en doen hier vrijwilligerswerk.”
Behalve vluchtelingen en asielzoekers zijn Wajongers, langdurig werklozen en gepensioneerde vrijwilligers actief voor Sheltersuit. „We werken aan integratie en re-integratie. Zo maken we als sociale onderneming een sociaal product. Tussen de middag hebben we altijd een gezamenlijke warme maaltijd. Ook ondersteunen we vluchtelingen door hen bijvoorbeeld te leren fietsen of taalles te geven.”
Het werk van Sheltersuit wordt voor een belangrijk deel mogelijk gemaakt door donaties van bedrijven, stichtingen en particulieren. Een bron van inkomsten is ook de productie en verkoop van een beperkt aantal aanvullende producten. „Zo hebben we tassen gemaakt voor de kerstpakketten van de gemeente Amsterdam en speciale autotasjes voor Rijkswaterstaat. Met dit soort projecten dekken we zo veel mogelijk onze vaste lasten.”
Notoire buitenslapers
Sinds de start deelde de onderneming 1800 sheltersuits gratis uit. Krap de helft daarvan ging naar daklozen in Nederland, onder meer in Emmen, Eindhoven en Amsterdam. „De doelgroep is groot. Ons land heeft 31.000 geregistreerde daklozen, naast een groep die niet geregistreerd is”, zegt Frankenhuis.
Samenwerking met grote organisaties die hulp bieden aan dak- en thuislozen blijkt lastig. „Zij hebben als doel mensen te huisvesten, terwijl wij ons juist richten op degenen die op straat slapen. De realiteit is echter dat er niet genoeg opvangplekken zijn. Ook is er een groep notoire buitenslapers. Sommigen willen niet anders. Anderen kunnen nergens terecht, bijvoorbeeld vanwege een drankprobleem of omdat ze een hond hebben die niet welkom is in de opvang. Wij richten ons op hen.”
Veel sheltersuits gaan naar het buitenland. Zo bezocht Frankenhuis in april 2017 het Italiaanse Milaan. Zijn onderneming stond daar op een designbeurs, maar zocht ook daklozen in de stad op. In samenwerking met het Rode Kruis deelde hij vijftig slaapzakken uit. „Het probleem is daar veel groter dan in Nederland. In Milaan liggen sommige tunnels onder het spoor elke nacht vol met daklozen. Zij konden zich niet voorstellen dat dit product speciaal voor hen was ontworpen en gemaakt. We gaven hun iets van hun waardigheid terug.”
Rampgebieden
Behalve op daklozen richt Sheltersuit zich in toenemende mate op vluchtelingen in bijvoorbeeld het Franse Calais of op het Griekse eiland Lesbos. „We willen ons werk bovendien uitbreiden naar rampgebieden elders in de wereld. Denk aan landen waar mensen zijn getroffen door aardbevingen of overstromingen. Dat vraagt wel een aanpassing van ons product, omdat een ander klimaat andere eisen stelt aan een slaapzak.”
Zijn eigen familiegeschiedenis motiveert Frankenhuis in het bijzonder voor het werk dat hij doet. „Ik kom uit een gezin met een Joodse vader en een gereformeerde moeder. Mijn Joodse voorouders hebben moeten vechten tegen onrecht. Dat geeft mij extra energie om me in te zetten voor mensen met verschillende achtergronden, culturen en religies die het moeilijk hebben.”
Sheltersuit helpt kinderen in winterse kou op Lesbos
Kinderen die in de kou op blote voeten door hun eigen ontlasting lopen. Youp Meek zag het eind december gebeuren in een vluchtelingenkamp op Lesbos. Hij bezocht het Griekse eiland om aan met name kinderen sheltersuits uit te delen: een warme jas waar ze een gedeelte aan kunnen ritsen zodat het een wind- en waterdichte slaapzak wordt.
Meek is operationeel bestuurder van de sociale onderneming Sheltersuit in Enschede, waar onder anderen vluchtelingen werken. „In mei had ik een gesprek met hen en hoorde ik veel levensverhalen, onder meer over wat ze op weg naar Nederland hebben meegemaakt. Toen ontstond het idee om vluchtelingen op Lesbos te gaan helpen.”
Het Griekse eiland telt twee officiële kampen: Moria en Kara Tepe. „De kwetsbaarste groepen zitten in Kara Tepe, dat wat meer basisvoorzieningen heeft. In Moria verblijven intussen zo’n 6000 mensen, terwijl er officieel plek is voor 2000. De omstandigheden daar zijn zo slecht dat circa duizend vluchtelingen er zijn vertrokken. Zij bivakkeren nu in schamele tentjes op pallets in een boomgaard iets verderop. Eind december was het overdag ongeveer 12 graden en ’s nachts tegen het vriespunt. Mensen sliepen echt in de kou.”
In samenwerking met de organisatie Movement on the Ground deelde Sheltersuit in dit provisorische kamp 500 pakketten uit. Deze bevatten de gecombineerde jas en slaapzak, de meeste voor kinderen, en een wakawaka. „Dit is een lampje dat werkt op zonenergie. Mensen kunnen er ook hun telefoon mee opladen.”
De behoefte aan extra hulppakketten is groot, zegt Meek. Daarom gaan er op 1 februari nog eens 600 pakken naar Lesbos. „In kamp Moria verblijven 200 weeskinderen, van wie de ouders in de oorlog of tijdens de vlucht zijn omgekomen. We zijn nu hard bezig fondsen te werven, zodat we onder meer voor die groep sheltersuits kunnen bezorgen bij dit kamp.”
Eind december reisde Meek samen met Ahmad Shasho, productieleider bij Sheltersuit, naar Lesbos. „Hij is een Syrische vluchteling die drie jaar geleden vanuit Turkije op Lesbos aankwam. Het was voor hem heel emotioneel om daar terug te komen, maar ook mooi om nu iets voor de vluchtelingen op dit eiland te kunnen betekenen. We hebben allebei een enorme drive om hiermee door te gaan.”