Terugblikken op een voorbij jaar
Dat doen mensen, zo op de drempel van het oude en het nieuw jaar: terugblikken. Omzien naar wat op het punt staat te verdwijnen achter het gordijn van de geschiedenis. Belangrijke gebeurtenissen in het jaar dat bijna voorbij is, worden nog even uitgelicht. Orkanen, bosbranden en aardbevingen. Dood, rouw, verdriet. Pijn, paniek en hopeloosheid. Kinderen die door andere kinderen om het leven zijn gebracht. Gewoon in ons eigen, kleine landje.
Een nieuw kabinet, een groeiende economie. Onderzoeken die vertellen dat we het beter hebben dan ooit. Maar ook dat er meer mensen armoe lijden dan ooit. Verwarrend en herkenbaar tegelijk.
Viering van 500 jaar Reformatie. En tegelijk verdriet om dat wat een van de grootste kerkscheuringen uit de geschiedenis werd.
En dan hebben we het alleen nog maar over zaken die in de grote wereld speelden. En niet over al de dingen die er gebeurden in het eigen leven. In de kleine kring van familie en vrienden. Geliefden die ons ontvielen door de dood. Mensen van wie we houden die van de arts een afschuwelijke boodschap kregen en sindsdien tussen hoop en vrees leven.
Terugkijken maakt soms duizelig. Omdat het allemaal zo snel gaat. Omdat we altijd alles weten van iedereen en uit elk deel van de wereld. En alles is te veel. En altijd is te vaak. Dat kan een mens simpelweg niet aan.
Is er in onze directe omgeving trouwens al niet genoeg om ons druk over te maken? Kinderen worden groot. Ouderen worden kwetsbaar. Oma overleed, opa werd opgenomen in een verpleeghuis. De geheugencapaciteit neemt af en een gesprek is soms amper nog te voeren. Zelfs kinderen worden bij tijden voor vreemden aangezien.
Ineens besef je dat generaties verschuiven. Dat je niet meer jong bent, maar volwassen. Dat ouders nu leunen op de kinderen die ze vroeger op hun arm droegen.
Een grote wereld en kleine mensen. Dat maakt soms angstig. Bang ook voor dat wat er allemaal komen zal. Aan de andere kant van de jaardrempel.
Maar is dat alles? Is het allemaal somber en is er dan nergens houvast? Is het leven als een donkere kamer waarin we als blinden tasten naar de wanden die ons behoeden moeten voor totale zinloosheid en wanhoop?
In 2017 was er gelukkig meer dan gepraat en geroep van mensen. Zeker, er was leegloop en afval. Kerken werden gesloten, afgestoten. Onttrokken aan de eredienst, zeggen protestanten dan. Maar verdwijnt met de sluiting van de kerk ook God uit een dorp of stadsdeel? Als reformatorische christenen halen we graag de Nederlandse geloofsbelijdenis aan waar staat dat Christus Zijn kerk bewaart, ook als die soms tot niet gekomen schijnt te zijn. Maar in de praktijk is het niet altijd makkelijk om werkelijk in die belijdenis te blijven geloven als je voortdurend op de tocht van neergang en krimp staat.
Het gras verdort, de bloem valt af, zegt Jesaja. Voorwaar, het volk is gras, voegt hij eraan toe. Om nogmaals te zeggen dat het gras verdort en de bloem afvalt voordat hij ook dat andere zegt: Maar het Woord van onze God bestaat in der eeuwigheid. En de schrijver van de brief aan de Hebreeën roept het hem na: Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid.
God was er in 2017, ook al was Hij soms verborgen in het duister van de nacht van het bestaan.
Hij zal er zijn anno Domini 2018. Omdat Zijn Naam ook in het nieuwe jaar is: Ik zal zijn, Die Ik zijn zal.